Plan: | Rembrandt |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0584.BPWONEN2012016-VG99 |
Normstelling en beleid
Monumentenwet
De Monumentenwet regelt de bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem, de inpassing ervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van opgravingen: 'de veroorzaker betaalt'.
Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient door de initiatiefnemer voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken. Het belangrijkste doel is de bescherming van het archeologische in de bodem (in situ) omdat de bodem doorgaans de beste garantie biedt voor een goede conservering. Er wordt uitgegaan van het basisprincipe de 'verstoorder' betaalt voor het opgraven en het documenteren van de aangetroffen waarden als behoud in de bodem niet tot de mogelijkheden behoort.
Archeologische verwachtingskaart Hoeksche Waard
De gemeente Oud-Beijerland stelt samen met de Hoeksche Waard gemeenten archeologiebeleid op. Op 19 januari 2010 heeft de Commissie Hoeksche Waard de archeologische verwachtingskaart voor de Hoeksche Waard vastgesteld. Ook het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oud-Beijerland heeft met deze kaart ingestemd. De archeologische verwachtingskaart kan als leidraad worden gebruikt voor de bescherming van archeologische waarden. De kaart kan daarnaast gebruikt worden om vast te stellen welk archeologisch onderzoek nodig is bij de voorbereiding van ruimtelijke plannen. Het plangebied ligt in een gebied met middelhoge verwachtingswaarde. Hier geldt dat er vrijstelling kan worden verkregen van de onderzoeksplicht voor ontwikkelingen die kleiner zijn dan 500 m2 en een diepte van minder dan 50 cm.
Onderzoek
Het plangebied staat op de gemeentelijke verwachtingskaart aangegeven als een gebied met een middelhoge trefkans voor archeologische waarden vanaf de ijzertijd tot en met de nieuwe tijd. Deze waardering is gebaseerd op de ligging van het terrein op veen. Naar aanleiding van deze verwachtingswaarde heeft onderzoeksbureau IDDS ter plaatse van het plangebied een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd. Op grond van de resultaten van het onderzoek geldt voor het plangebied voor alle perioden een lage verwachting voor de archeologische waarde. Naar verwachting zijn er geen archeologische resten (meer) aanwezig in het plangebied. Als gevolg van de geplande herinrichting van het plangebied worden naar verwachting geen archeologische resten verstoord. Op grond van het bureauonderzoek en het inventariserend veldonderzoek wordt een vervolgonderzoek niet noodzakelijk geacht.
Beoordeling van het onderzoek
Het uitgevoerde bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek is beoordeeld door een onafhankelijke senior archeoloog. Deze kan instemmen met de conclusie om geen verder onderzoek te laten verrichten. Op basis van het onderzoek zijn er geen redenen zijn die een beletsel of beperking vormen ten aanzien van de beoogde bouwplannen op de locatie mits de verstoringen niet dieper gaan dan 4 m onder maaiveld. Om eventueel aanwezige archeologische resten op een diepte groter dan 4 m te beschermen is een dubbelbestemming opgenomen.
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat het aspect archeologie de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staat.