direct naar inhoud van 4.6 Geluidshinder
Plan: Rembrandt
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0584.BPWONEN2012016-VG99

4.6 Geluidshinder

Geluidszones langs wegen

Langs alle wegen bevinden zich ingevolge de Wet geluidhinder geluidszones, met uitzondering van woonerven en 30 km/h-gebieden. De locatie ligt binnen de geluidszone van de volgende gezoneerde wegen: Rembrandtstraat, Anton Mauvestraat, Jordaensdreef, Frans Halsstraat, Mariniersweg, Mondriaanstraat, Witsenstraat en de  N217.

Binnen de geluidszone van een weg dient de geluidsbelasting aan de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen aan bepaalde wettelijke normen te voldoen. De breedte van een geluidszone is afhankelijk van het aantal rijstroken en de ligging van de weg (binnen- of buitenstedelijk). De geluidszone ligt aan weerszijden van de weg, gemeten vanuit de kant van de weg. Onder stedelijk gebied wordt verstaan: 'het gebied binnen de bebouwde kom, doch met uitzondering van het gebied binnen de bebouwde kom, voor zover liggend binnen zone van een autoweg of autosnelweg als bedoeld in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens' (artikel 1 Wgh). De geluidszones van de genoemde wegen bedragen 200 m. De geluidszone van de N217 bedraagt 250 m.

Voor een volledige beschrijving van wet- en normstelling en resultaten wordt verwezen naar het akoestisch onderzoek in bijlage Bijlage 7.

Normstelling

Voor de geluidsbelasting aan de buitengevels van woningen binnen de wettelijke geluidszone van een weg geldt een voorkeursgrenswaarde. Voor nieuwe situaties (nieuwe wegen of nieuwe woningen) bedraagt deze 48 dB.

De voorkeursgrenswaarde mag in principe niet worden overschreden. Indien uit het akoestisch onderzoek blijkt dat deze voorkeursgrenswaarde wel wordt overschreden, zijn maatregelen noodzakelijk. Deze maatregelen dienen gericht te zijn op het verminderen van de geluidsbelasting aan de gevel. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in maatregelen aan de bron (bijvoorbeeld geluidsreducerend asfalt), maatregelen in het overdrachtsgebied (bijvoorbeeld geluidsschermen), maatregelen aan de geluidsontvanger (bijvoorbeeld geluidsdove gevels) of het vergroten van de afstand tussen de geluidsbron en de ontvanger. Zijn deze maatregelen onvoldoende doeltreffend of ontmoeten deze maatregelen overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard, dan kan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oud-Beijerland een hogere waarde vaststellen. Deze hogere grenswaarde mag, afhankelijk van de situatie, een bepaalde waarde niet te boven gaan (uiterste grenswaarde). De uiterste grenswaarde bedraagt 63 dB. Indien de uiterste grenswaarde toch wordt overschreden kan de betreffende gevel als dove gevel worden uitgevoerd. Een dove gevel is een gevel met alleen incidenteel te openen delen zoals nooddeuren. Een dove gevel wordt door de Wet geluidhinder niet als gevel aangemerkt, waardoor de normstelling uit de Wet niet van toepassing is.

Daarnaast dient altijd de wettelijke binnenwaarde te worden gegarandeerd. Het kan daarvoor noodzakelijk zijn dat geluidsisolerende gevelmaatregelen worden genomen. In het kader van de ruimtelijke procedures komen echter alleen de maatregelen aan de bron of in het overdrachtsgebied aan de orde. De gevelmaatregelen komen pas aan de orde in het kader van de daadwerkelijke realisatie van de ontwikkeling. Hieraan wordt bijvoorbeeld getoetst bij een bouwaanvraag.

In het akoestisch onderzoek is tevens aandacht besteed aan het hogere waardebeleid van de gemeente Oud-Beijerland.

Onderzoek naar de geluidsbelasting ter plaatse van de bestaande woningen is op grond van de Wgh niet noodzakelijk. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is wel aandacht besteed aan het akoestisch klimaat ter plaatse van de bestaande woningen. Daarbij is aangesloten bij de methodiek die de Wgh kent voor reconstructiesituaties. Voor een toelichting wordt verwezen naar het akoestisch onderzoek in bijlage Bijlage 7.

Op basis van artikel 3.6 uit het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 (RMG 2006) mag het berekende geluidsniveau van het wegverkeer worden gecorrigeerd in verband met de verwachting dat motorvoertuigen in de toekomst stiller zullen worden. Voor wegen met een snelheid lager dan 70 km/h geldt een aftrek van 5 dB. Voor wegen met een maximumsnelheid van 70 km/h of meer geldt een aftrek van 2 dB. Op alle in deze rapportage genoemde geluidsbelastingen is deze aftrek toegepast, tenzij anders vermeld.

Aftrek artikel 3.6 RMG 2006

Op basis van artikel 3.6 uit het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 (RMG 2006) mag het berekende geluidsniveau van het wegverkeer worden gecorrigeerd in verband met de verwachting dat motorvoertuigen in de toekomst stiller zullen worden. Voor wegen met een snelheid lager dan 70 km/h geldt een aftrek van 5 dB. Voor wegen met een maximumsnelheid van 70 km/h of meer geldt een aftrek van 2 dB. Op alle in deze rapportage genoemde geluidsbelastingen is deze aftrek toegepast, tenzij anders vermeld.

Resultaten

Het akoestisch onderzoek is uitgevoerd volgens Standaard Rekenmethode II (SRM II) conform het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006. De rapportage van het akoestisch onderzoek is opgenomen in bijlage Bijlage 7 bij dit bestemmingsplan. Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat ten gevolge van de Rembrandtstraat, Anton Mauvestraat/Jordaensdreef, Frans Halsstraat en N217 sprake is van een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. De uiterste grenswaarde van 63 dB wordt niet overschreden. Maatregelen ter reductie van de geluidsbelasting zijn niet mogelijk of doelmatig. Het gemeentelijk hogere waardebeleid staat het verlenen van hogere grenswaarden niet in de weg, omdat aan de gestelde eisen wordt voldaan. Daarom dient voor een deel van de nieuw te realiseren woningen een Besluit hogere waarden te worden opgesteld. Daarbij wordt een hogere waarde vastgesteld voor het maximum aantal woningen dat binnen het betreffende bouwvlak mogelijk is. Voor de gedetailleerde berekeningen, analyse en conclusies wordt verwezen naar het akoestisch onderzoek in bijlage Bijlage 7. In tabel 4.2 is een overzicht opgenomen van de betreffende hogere waarden.

Voorts blijkt uit het akoestisch onderzoek dat ter plaatse van de bestaande woningen geen sprake is van een significante toename van de geluidsbelasting als gevolg van de ontwikkeling. Er is daardoor geen sprake van een verslechtering van het akoestisch klimaat. Maatregelen zijn niet noodzakelijk.

Tabel 4.2 Hogere waarden

Bestemming   maximaal aantal woningen   Hogere waarde   geluidsbron  
Maatschappelijk   -   59 dB   Rembrandtstraat  
  -   51 dB   Frans Halsstraat  
W-1   28   58 dB   Rembrandtstraat  
  28   56 dB   Rembrandtstraat  
  28   49 dB   Anton Mauvestraat/Jordaensdreef  
  6   49 dB   Anton Mauvestraat/Jordaensdreef  
  6   58 dB   N217  
  6   59 dB   N217  
  28   51 dB   N217  
W-2   76   58 dB   N217  
  76   51 dB   Frans Halsstraat