direct naar inhoud van 6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Plan: Larixplantsoen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0584.BPWONEN2010010-VG99

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

6.2.1 Uitkomsten overleg en inspraak in het kader van artikel 3.1.1 Bro

Vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro

In artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) staat dat de gemeente bij de voorbereiding van een ruimtelijke ontwikkeling overleg moeten plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van Provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.

Onderhavig plan betreft het bestemmingsplan voor realisatie van 12 starterswoningen. In het kader van dit plan heeft vooroverleg plaatsgevonden met ondermeer het Waterschap Hollandse Delta, de Provincie Zuid-Holland en de VROM-Inspectie. De ontvangen reacties zijn als Bijlage 4 opgenomen.

  • 1. Provincie Zuid-Holland, Directie Ruimte en Mobiliteit

Algemeen

De provincie heeft kennis genomen van het voorontwerpbestemmingsplan. Het provinciale
beoordelingskader is vastgelegd in de provinciale Structuurvisie en de verordening Ruimte. Het plan is conform dit beleid.

Beantwoording

De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

  • 2. Waterschap Hollandse Delta

Toelichting

Het project betreft de herstructurering van een klein woongebied in de kern van Oud-Beijerland waarbij een beperkte toename van verharding ontstaat. In de omgeving van het plangebied bevindt zicht echter geen oppervlaktewater waarin compensatie mogelijk is. In overleg is bepaald dat de compensatie van 46 m2 wordt meegenomen in de verbreding van de Scheermansvliet ten zuiden van het plangebied.
Het plan voldoet daarmee aan onze uitgangspunten voor waterkwaliteit en waterkwantiteit.

Beantwoording

De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

  • 3. Vrom-Inspectie

In de brief van 26 mei 2009 aan alle colleges van burgemeester en wethouders heeft de minister van VROM aangegeven over welke nationale belangen uit de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid (RNRB, TK 2007-2008, 31500 nr. 1) gemeenten altijd overleg moeten voeren met het Rijk. Gemeenten verzoeken zelf de afzonderlijke rijksdiensten om advies. De VROM-Inspectie coördineert de rijksreactie over voorontwerpbestemmingsplannen, -projectbesluiten en -structuurvisies.
Het bovengenoemde plan geeft de betrokken rijksdiensten geen aanleiding tot het maken van opmerkingen, gelet op de nationale belangen in de RNRB.

Beantwoording

De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

Inspraak (inspraakverordening)

Voor de herontwikkeling van dit gebied is een inspraakprocedure gevolgd op basis van artikel 2 en 4 van de Inspraakverordening 2008. Het plan heeft vanaf 12 maart 2010 gedurende zes weken ter inzage gelegen, waarbij een ieder de mogelijkheid heeft gehad te reageren op dit plan. Voor de inspraakreacties en de reactie van de gemeente verwijzen wij naar het bijgevoegde inspraakverslag (Bijlage 5).