direct naar inhoud van Artikel 9 Maatschappelijk
Plan: Buitengebied Oud-Beijerland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0584.BPBUITEN2012001-VG99

Artikel 9 Maatschappelijk

9.1 Bestemmingsomschrijving
9.1.1 Algemeen

De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen;
  • b. ondergeschikte detailhandel tot maximaal de bestaande oppervlakte;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. ondersteunende horeca tot maximaal de bestaande oppervlakte;

met de daarbij behorende:

  • g. tuinen en erven;
  • h. wegen en paden;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. verkeersvoorzieningen;
  • k. speelvoorzieningen;
  • l. bouwwerken.

9.1.2 Dierenkliniek

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenkliniek' is uitsluitend een dierenkliniek met bedrijfswoning toegestaan.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Bedrijfsgebouwen

Voor bedrijfsgebouwen gelden de volgende bouwregels:

  • a. bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de goothoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt maximaal de goothoogte zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte';
  • c. de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt maximaal de bouwhoogte zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte'.
9.2.2 Bedrijfswoningen

Voor bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. bedrijfswoningen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de inhoud van een bedrijfswoning (hoofdwoning) bedraagt maximaal 750 m3 bedraagt dan wel de bestaande grotere inhoud;
  • c. de goothoogte van bedrijfswoningen bedraagt maximaal 4 m dan wel de bestaande grotere goothoogte;
  • d. de bouwhoogte van bedrijfswoningen bedraagt maximaal 7 m dan wel de bestaande grotere bouwhoogte;
  • e. een bedrijfswoning dient verplicht te worden voorzien van een kap met een helling tussen de 25 en 60 graden;
  • f. herbouw van een bedrijfswoning uitsluitend is toegestaan in of achter (het verlengde van) de voorgevel van de bestaande woning.
9.2.3 Erfbebouwing bij de bedrijfswoning
  • a. op de gronden gelegen op 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning mogen aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd waarbij geldt dat:
    • 1. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zowel binnen als buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd;
    • 2. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en overkappingen niet meer mag bedragen dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede laag van het hoofdgebouw tot een maximum van 4 m;
    • 3. de bouwhoogte van bijgebouwen niet meer mag bedragen dan 3 m;
  • b. op de gronden gelegen op 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning mogen overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd waarbij geldt dat:
    • 1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan 2 m;
    • 2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet meer mag bedragen dan 3 m;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen en van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 50% van het erf, tot een maximum van:
    • 1. voor percelen met een oppervlakte die kleiner is dan 500 m2: 50 m2;
    • 2. voor percelen met een oppervlakte die ligt tussen 500 m2 en 750 m2: 62,5 m2;
    • 3. voor percelen met een oppervlakte die ligt tussen 750 m2 en 1.000 m2: 75 m2;
    • 4. voor percelen met een oppervlakte die groter is dan 1.000 m2: 100 m2.
9.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen binnen en buiten bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor en tot 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel mag niet meer bedragen dan 1 m;
  • c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vanaf 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel mag niet meer bedragen dan 2 m;
  • d. de bouwhoogte van vlaggenmasten en lichtmasten mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.
9.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 9.2 voor het bouwen buiten het bouwvlak met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de vergroting mag maximaal 200 m2 bedragen;
  • b. het bepaalde in artikel 9.2 met betrekking tot de maximum bouwhoogte en goothoogte is van toepassing;
  • c. er dient sprake te zijn van een goede streekeigen landschappelijke inpassing;
  • d. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • e. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.