direct naar inhoud van Artikel 8 Horeca
Plan: Buitengebied Oud-Beijerland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0584.BPBUITEN2012001-VG99

Artikel 8 Horeca

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. horecabedrijven tot en met categorie 2 zoals bedoeld in de begripsbepaling in artikel 1.64 van deze regels;
  • b. maximaal het aantal bedrijfswoningen dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven;
  • c. mantelzorg in de bedrijfswoning;

met daaraan ondergeschikt:

  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • g. tuinen en erven;
  • h. wegen en paden;
  • i. parkeer- en verkeersvoorzieningen;
  • j. bouwwerken.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Bedrijfsgebouwen

Voor bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. bedrijfsgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van de bedrijfsgebouwen bedraagt maximaal 7 m en de bouwhoogte maximaal 10 m.
8.2.2 Bedrijfswoningen

Voor bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. bedrijfswoningen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de inhoud van een bedrijfswoning (hoofdwoning) bedraagt maximaal 750 m3 bedraagt dan wel de bestaande grotere inhoud;
  • c. de goothoogte van bedrijfswoningen bedraagt maximaal 7 m dan wel de bestaande grotere goothoogte;
  • d. de bouwhoogte van bedrijfswoningen bedraagt maximaal 10 m dan wel de bestaande grotere bouwhoogte;
  • e. herbouw van een bedrijfswoning uitsluitend is toegestaan in of achter (het verlengde van) de voorgevel van de bestaande woning.
8.2.3 Erfbebouwing bij de bedrijfswoning
  • a. op de gronden gelegen op 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning mogen aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd waarbij geldt dat:
    • 1. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zowel binnen als buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd;
    • 2. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en overkappingen niet meer mag bedragen dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede laag van het hoofdgebouw tot een maximum van 4 m;
    • 3. de bouwhoogte van bijgebouwen niet meer mag bedragen dan 3 m;
  • b. op de gronden gelegen op 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning mogen overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd waarbij geldt dat:
    • 1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan 2 m;
    • 2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet meer mag bedragen dan 3 m;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen en van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 50% van het erf, tot een maximum van:
    • 1. voor percelen met een oppervlakte die kleiner is dan 500 m2: 50 m2;
    • 2. voor percelen met een oppervlakte die ligt tussen 500 m2 en 750 m2: 62,5 m2;
    • 3. voor percelen met een oppervlakte die ligt tussen 750 m2 en 1.000 m2: 75 m2;
    • 4. voor percelen met een oppervlakte die groter is dan 1.000 m2: 100 m2.
8.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldende volgende bouwregels:

  • a. bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen binnen en buiten bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor en tot 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel mag niet meer bedragen dan 1 m;
  • c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vanaf 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel mag niet meer bedragen dan 2 m;
  • d. de bouwhoogte van vlaggenmasten en lichtmasten mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.
8.3 Afwijken van de bouwregels
8.3.1 Grotere inhoud bedrijfswoning

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 8.2.2 voor het vergroten van de inhoud van een woning (hoofdgebouw) -al dan niet in combinatie met sloop- en herbouw- tot maximaal 1.000 m3 mits er ruimtelijke kwaliteitsverbetering plaatsvindt en:

  • a. er dient sprake te zijn van een goede streekeigen landschappelijke inpassing;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.