direct naar inhoud van Artikel 15 Wonen - Maatschappelijk
Plan: Mossenest
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0576.BP201200019-0003

Artikel 15 Wonen - Maatschappelijk

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. zorgvoorzieningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage': een parkeergarage onder de woningen;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals tuinen, erven, terreinen, groenvoorzieningen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
15.1.1 Ten behoeve van het toegestane gebruik zijn op en in deze gronden toegelaten:
  • a. gebouwen;
  • b. aan- en uitbouwen en/of bijgebouwen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
15.2 Bouwregels
15.2.1 Hoofdgebouwen

Op de in lid 15.1 bedoelde gronden mogen hoofdgebouwen ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. het hoofdgebouw mag uitsluitend worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak', waarbij daarnaast de volgende aanduidingen gelden:
    • 1. ter plaatse van de bouwaanduiding 'gestapeld': zijn uitsluitend gestapelde woningen toegestaan;
  • b. de maximale goot- en bouwhoogte is aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)'.
15.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op de in lid 15.1 bedoelde gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met inachtneming van het gestelde in sublid 21.2.3.

15.3 Specifieke gebruiksregels
15.3.1 Verboden gebruik

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting of seksbedrijf;
  • b. het gebruik van het woning als beroeps- of bedrijfsmatige werk- en/of opslagruimte.
15.3.2 Aan huis gebonden beroep

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval niet verstaan, het gebruik van de woning voor aan huis gebonden beroep, onder voorwaarden dat:

  • a. de activiteiten geen hinder voor de woonsituatie mogen opleveren en mogen niet op grond van de milieuwetgeving vergunningplichtig dan wel meldingsplichtig zijn;
  • b. de activiteiten mogen naar de aard en visueel geen afbreuk doen aan het karakter van de woning;
  • c. de activiteiten mogen geen detailhandel en horeca betreffen;
  • d. de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen parkeerproblemen in de omgeving veroorzaken;
  • e. de activiteiten mogen aan de woonfunctie geen afbreuk doen en dienen daaraan ondergeschikt zijn, in die zin, dat de woonfunctie de belangrijkste functie dient te blijven en de praktijkruimte maximaal 30 % van de bebouwde oppervlakte mag bedragen.