Plan: | Duinrand |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0575.BPDuinrand-VA02 |
Normstelling en beleid
Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer (Ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). De Wel milieubeheer (Wm) bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang (zie bijlage 3). De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 6.10 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.
Tabel 6.10 Grenswaarden maatgevende stoffen Wm
stof | toetsing van | grenswaarde | geldig vanaf | |||||
stikstofdioxide (NO2) | jaargemiddelde concentratie | 60 µg/m³ | 2010 tot en met 2014 | |||||
jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | vanaf 2015 | ||||||
fijn stof (PM10)1 | jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | vanaf 11 juni 2011 |
Op grond van artikel 5.16 van de Wm kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:
Besluit niet in betekenende mate (nibm)
In dit Besluit is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden 2 situaties onderscheiden:
Onderzoek en resultaten
Binnen het plangebied worden op verschillende locaties nieuwe (recreatie)woningen mogelijk gemaakt.
Gelet op het beperkte aantal nieuwe (recreatie)woningen behoort dit project tot de aangewezen categorieën waarvan bekend is dat deze niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie luchtverontreinigende stoffen in de omgeving van het plangebied. De gevolgen van deze ontwikkelingen hoeven niet te worden getoetst aan de grenswaarden van de Wm. In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt wel inzicht gegeven in de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied. Het onderzoek naar de luchtkwaliteit is opgenomen in Bijlage 3.
Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat langs de belangrijkste wegen binnen het plangebied (in de prognosejaren 2009, 2010 en 2020) aan alle grenswaarden uit de Wm wordt voldaan. Aangezien direct langs deze wegen aan de grenswaarden wordt voldaan, is dit binnen het gehele plangebied het geval. De concentraties luchtverontreinigende stoffen worden immers lager naarmate een locatie verder van de wegas ligt.
Conclusie
Het plan wordt niet beperkt door het aspect luchtkwaliteit. Er wordt voldaan aan de grenswaarden van de Wm.