direct naar inhoud van 6.10 Externe veiligheid
Plan: Duinrand
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0575.BPDuinrand-VA02

6.10 Externe veiligheid

Normstelling en beleid

Bij ruimtelijke plannen wordt ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten gekeken, namelijk:

  • bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of leidingen.

In het externe veiligheidsbeleid wordt onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken2 en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen.

Bedrijven

Op 27 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) in werking getreden. Met het besluit wordt beoogd een wettelijke grondslag te geven aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Het doel van het besluit is de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken.

Op basis van het Bevi geldt voor het PR rondom een risicovolle inrichting een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten3. Beide liggen op een niveau van 10-6 per jaar. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet aan deze normen worden voldaan, ongeacht of het een bestaande of nieuwe situatie betreft. Op basis van het Bevi geldt een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR in het invloedsgebied rondom de inrichting. Als oriëntatiewaarde voor het GR geldt:

  • 10-5 voor een ongeval met meer dan 10 dodelijke slachtoffers;
  • 10-7 voor een ongeval met meer dan 100 dodelijke slachtoffers;
  • 10-9 voor een ongeval met meer dan 1.000 dodelijke slachtoffers;
  • enzovoort (een lijn door deze punten bepaalt de norm).

De gemeente heeft een uitgebreide verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.

Ook bedrijven waarop het Bevi niet van toepassing is, kunnen risico's voor de omgeving met zich meebrengen. Voor nieuwe situaties geldt voor het PR in principe een norm van 10-6 per jaar en voor bestaande situaties 10-5 per jaar. Voor het GR geldt de hierboven genoemde norm.

Buisleidingen

Per 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen in werking getreden. Deze AMvB sluit aan bij de risiconormering uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). De toetsings- en bebouwingsafstand zijn vervangen door een grenswaarde voor het plaatsgebonden risico (PR) en een oriëntatiewaarde voor het groepsrisico (GR). Voor het PR geldt dat er binnen de risicocontour van 10-6 geen kwetsbare objecten mogen worden gerealiseerd. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde. Voor het GR wordt een oriëntatiewaarde als ijkpunt gehanteerd. Het groepsrisico in de omgeving van buisleidingen moet worden verantwoord. Dit geldt zowel voor bestaande situaties als voor ontwikkelingen die zorgen voor een toename van het groepsrisico.

Onderzoek en resultaten

Uit informatie van de provinciale risicokaart (www.risicokaart.nl) blijkt dat er binnen het plangebied en in de directe omgeving daarvan, enkele bedrijven gevestigd zijn waar met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt. In het plangebied en de directe omgeving is geen sprake van vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, het water of het spoor. Ten westen van het plangebied ligt een aardgasleiding.

Bedrijven

In het plangebied zijn twee bedrijven gevestigd waar met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt. Het gaat om de opslag van propaan en chloorbleekloog op camping Club Soleil (Kraaierslaan 7) en de opslag van chloorbleekloog op camping De Carlton (Kraaierslaan 13). Dit soort activiteiten vallen niet onder de werking van het Bevi, maar behoren tot de categorie 'overige inrichtingen met gevaarlijke stoffen'. Voor camping De Carlton geldt dat de PR 10-6-contour op 0 m ligt. Voor camping Club Soleil geldt een PR 10-6-contour van 90 m. Binnen de PR 10-6-contouren liggen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten. Ook worden dergelijke objecten hier niet mogelijk gemaakt. Voor deze inrichtingen geldt geen invloedsgebied voor het GR. Deze inrichtingen vormen dan ook geen belemmering voor de vaststelling van het bestemmingsplan.

Buisleiding

Ongeveer 850 m ten westen van het plangebied ligt een hogedruk aardgastransportleiding. Deze leiding heeft een uitwendige diameter van 36 inch, een maximale werkdruk van 36 bar en een inlvoedsgebied van het GR van 430 m. Hoewel uit de provinciale risicokaart blijkt dat de PR 10-6-risicocontour van deze leiding buiten de leiding ligt, reikt deze risicocontour niet over het plangebied. Aangezien het plangebied ver buiten dit invloedsgebied van het GR ligt, vormt deze buisleiding geen belemmering voor de vaststelling van het bestemmingsplan.

Conclusie

Dit plan wordt niet beperkt door het aspect externe veiligheid.