direct naar inhoud van 5.4 Ruimtelijke structuur
Plan: Duinrand
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0575.BPDuinrand-VA02

5.4 Ruimtelijke structuur

Landschappelijke visie

Als ruimtelijke basis voor dit bestemmingsplan is een landschapsvisie opgesteld (zie ook figuur 3). Hieronder is de essentie van deze visie weergegeven.

De landschappelijke omgeving van Duinrand is van grote betekenis voor de kwaliteit en aantrekkelijkheid van het verblijfsrecreatiegebied. De volgende kenmerken zijn essentieel:

  • de besloten duinzone aan de noordwestzijde met belangrijke landschappelijke, natuurlijke en recreatieve waarden (recreatief aantrekkelijk in alle seizoenen);
  • het open agrarische bollengebied aan de oostzijde (recreatief aantrekkelijk in voorjaar);
  • het kleinschalige karakter van delen van het verblijfsrecreatiegebied met beplantingsstroken.

Globaal genomen kan het gebied Duinrand verdeeld worden in drie deelgebieden:

  • a. het zuidelijke deelgebied ten zuiden van het oostwestgerichte deel van de Duindamseweg, dit bestaat voornamelijk uit recreatiewoningenterreinen afgewisseld met enkele kleine stroken agrarische grond (deels bollen en deels grasland);
  • b. het middelste deelgebied tussen de Duindamseweg en de Kraaierslaan, dit bestaat grotendeels uit kampeerterreinen en enkele recreatiewoningenterreinen, er resteren enkele kleinere percelen agrarische grond;
  • c. het noordelijke deelgebied bestaat grotendeels uit agrarisch gebied (deels bollen en deels grasland), in het uiterste noorden zijn een kampeerterrein en een jeugdherberg gesitueerd en aan de duinzijde een klein recreatiewoningenterrein.

Het verblijfsrecreatiegebied manifesteert zich vanuit de omgeving als twee omvangrijke bebouwings- en groenclusters die qua maatvoering vergelijkbaar zijn met andere massaclusters in de open ruimte of langs de duinrand zoals Sancta Maria. De beplantingen van de verblijfsrecreatieterreinen geven vorm aan het binnenduinrandgebied als overgangsgebied tussen duinen en open agrarisch gebied. Deze beplantingen zorgen voor een samenhang met het besloten duingebied en voor zover aanwezig voor een afscherming van gebouwde elementen naar het open agrarische gebied. Dit laatste aspect is thans een knelpunt, omdat vooral aan de oostzijde van Duinrand de beplantingen tot smalle stroken zijn gereduceerd of zelfs geheel zijn verdwenen. Hierdoor is de zichtbaarheid van gebouwde elementen in het open agrarische gebied groot.

Contrasten

De grens tussen duin en agrarisch gebied is scherp en herkenbaar en dat moet zo blijven. Dat betekent behoud van contrasten tussen:

  • besloten versus open;
  • reliëfrijk versus vlak;
  • natuur versus bollenteelt.

De Duinweg en Randweg vormen de grens tussen beide werelden. Om het contrast tussen 'besloten versus open' te behouden, zijn in het bestemmingsplan 10 m brede groenzones langs de buitenranden van de parken, die grenzen aan de openbare ruimte (weg) en aan bollengronden en/of open landschappen, aangehouden. Daarnaast is elders binnen het plangebied, daar waar parken onderling aan elkaar grenzen en waar vanaf de buitenkant geen zicht is op die grens, 5 m brede groenzones aangehouden.

Samenhang

De belangrijkste gemeenschappelijke factor tussen duin- en bollenland is het recreatieve medegebruik door wandelaar, fietsers en ruiters. Juist de contacten tussen beiden in combinatie met de goede ontsluiting maakt het gehele gebied recreatief aantrekkelijk.

Verblijfsrecreatie is ook een belangrijke economische drager van dit gebied met bovendien goede toekomstperspectieven. Herstructurering van verblijfsrecreatieve (vooral kampeer-) terreinen in combinatie met kwaliteitsverbetering en landschappelijke inpassing is in een aantal gevallen wenselijk of zelfs noodzakelijk. Voornaamste opgave is het bieden van ontwikkelingsruimte zonder de recreatieve gebruiks- en belevingwaarde van de gehele duinrand aan te tasten. Daarnaast stellen andere sectorale wet- en regelgeving en beleidsdocumenten hun voorwaarden aan de ontwikkelingsruimte van het gebied (waaronder de Intergementelijke Structuurvisie Greenport Bollenstreek).

Ontwikkelingsopgaven

Op de gronden die de overgang vormen tussen duin- en bollengebied liggen enkele bijzondere ontwikkelings-/ontwerpopgaven:

  • vormgeven van de entrees tot het buitengebied;
  • ontwikkeling van het verblijfsrecreatiegebied;
  • transformatie van agrarische erven naar burgerwoningen;
  • vormgeving van de knoop Schulpweg-Duinweg.

In de landschapsvisie is een drietal plekken bij wijze van voorbeeld verder uitgewerkt. Dit betreft een aantal open ruimten en wegen binnen de groene cluster, die voor de groene geleding c.q. oriëntatie en herkenbaarheid van belang zijn. Feitelijk vormen deze plekken/lijnvormige ruimten de laatste mogelijkheden om de groene en natuurlijke kwaliteit enigszins te behouden of om (nog) een zekere groen-natuurlijke kwaliteit te redigeren. Deze voorbeelden betreffen:

  • de Duindamseweg;
  • de Kraaierslaan;
  • de Langevelderweg.

Voor de locaties binnen de groene cluster is het idee vooral om de open ruimten op de overgang van de duinen naar de strandvlakte te accentueren, bijvoorbeeld door het maken van een aantal plassen. Dit groene beeld is gekoppeld aan de wegprofielen die door herintroductie van de 'bollenhaag' en introductie van bindende bomenrijen groen en breder zijn. Functioneel is de voorgestelde beplanting ook van belang voor de scheiding van verkeerssoorten ofwel de veiligheid van het langzaam verkeer.