Plan: | Bebouwde kom Nieuw-Lekkerland en Kinderdijk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0571.BPbebouwdekomLKL-VG02 |
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 8.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 8.1.1:
Voor bedrijven geldt het volgende:
Nieuwe bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
Bestaande bedrijfswoningen mogen worden gehandhaafd; nadat het feitelijk gebruik van de bestaande bedrijfswoning als woning is beëindigd, vervalt de woonfunctie.
Buitenopslag van voorwerpen, stoffen en materialen ten behoeve van het eigen bedrijf is uitsluitend toegestaan achter (het verlengde van) de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw.
Op eigen terrein dient voldoende parkeergelegenheid aanwezig te zijn.
Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bebouwingspercentage van een bouwperceel mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven.
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen het gebruiken van gronden of bouwwerken ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.1.2 onder a teneinde bedrijven toe te staan, die niet zijn opgenomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten, danwel bedrijven in een hogere categorie dan maximaal is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.3.1 teneinde binnen deze bestemming een risicovolle inrichting toe te staan, indien voldaan wordt aan de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen teneinde in afwijking van het bepaalde in 8.3.1 binnen deze bestemming een risicovolle inrichting toe te staan en deze te voorzien van een aanduiding op de verbeelding, indien voldaan wordt aan de volgende regels: