direct naar inhoud van Artikel 15 Kantoor
Plan: Bebouwde kom Nieuw-Lekkerland en Kinderdijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0571.BPbebouwdekomLKL-VG02

Artikel 15 Kantoor

15.1 Bestemmingsomschrijving
15.1.1 Algemeen

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b. woningen en bedrijfswoningen, zowel op de begane grond als op de verdieping, met dien verstande dat per bouwperceel ten hoogste één (bedrijfs)woning aanwezig mag zijn;
  • c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals kunstwerken en andere waterstaatswerken, ten behoeve van de waterafvoer en waterberging;

één en ander met de bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 15.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.

15.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 15.1.1:

a Begane grond

Kantoren zijn uitsluitend op de begane grond toegestaan.

15.2 Bouwregels
15.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

15.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen een bouwvlak, met dien verstande dat ondergeschikte bouwdelen tevens buiten het bouwvlak zijn toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)” mag de goot- en bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan in het bouwvlak is aangegeven;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' mag de goothoogte van gebouwen niet meer bedragen dan in het bouwvlak is aangegeven; de bouwhoogte mag ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' niet meer bedragen dan de aangegeven goothoogte vermeerderd met maximaal 6 m.
15.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer mag bedragen dan 1 m.
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.