direct naar inhoud van Artikel 10 Centrum
Plan: Bebouwde kom Nieuw-Lekkerland en Kinderdijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0571.BPbebouwdekomLKL-VG02

Artikel 10 Centrum

10.1 Bestemmingsomschrijving
10.1.1 Algemeen

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. detailhandel;
  • c. horeca;
  • d. dienstverlening;
  • e. kantoor;
  • f. maatschappelijk;
  • g. verkeer;
  • h. een garagebedrijf;
  • i. verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg;
  • j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals kunstwerken en andere waterstaatswerken, ten behoeve van de waterafvoer en waterberging;

één en ander met de bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 10.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.

10.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 10.1.1:

a Horeca

Voor horecabedrijven geldt het volgende:

  • 1. binnen deze bestemming zijn uitsluitend horecabedrijven uit horecacategorie 1 toegestaan;
  • 2. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' mag de oppervlakte van horecabedrijven niet meer bedragen dan 220 m².
b Detailhandel

De bruto-winkelvloeroppervlakte van detailhandelsbedrijven mag niet meer bedragen dan 1500 m², met dien verstande ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' detailhandelsvestigingen zijn toegestaan met een maximale bruto-winkelvloeroppervlakte van 2000 m².

c Begane grond

Detailhandel, horeca, dienstverlening, kantoren en maatschappelijke functies zijn uitsluitend op de begane grondbouwlaag toegestaan.

d Wonen

Wonen is uitsluitend op de verdieping(en) boven de begane grondbouwlaag toegestaan.

e Garagebedrijf

Een garagebedrijf is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - garagebedrijf'.

f Verkooppunt motorbrandstoffen

Een verkooppunt motorbrandstoffen is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg'.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

10.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen een bouwvlak, met dien verstande dat ondergeschikte bouwdelen tevens buiten het bouwvlak zijn toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' mag de goothoogte van gebouwen niet meer bedragen dan in het bouwvlak is aangegeven.
10.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer mag bedragen dan 1 m.
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
10.2.4 Verkooppunt motorbrandstoffen

Voor de gronden ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' gelden de volgende regels:

  • a. in afwijking van het bepaalde in 10.2.1 zijn gebouwen niet toegestaan;
  • b. in aanvulling op het bepaalde in 10.2.3 zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan in de vorm van een luifel met een maximale bouwhoogte zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)'.
10.3 Specifieke gebruiksregels
10.3.1 Strijdig gebruik

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen het gebruiken van gronden of bouwwerken ten behoeve van:

  • a. een asielzoekerscentrum, crematorium, opvang van dieren, justitiële inrichting of militaire zaken;
  • b. detailhandel in volumineuze goederen en detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen, met uitzondering van het bepaalde in 10.1.2 sub f;
  • c. een verkooppunt van motorbrandstoffen met lpg.
10.4 Afwijken van de gebruiksregels
10.4.1 Detailhandel

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.1.2 sub b ten behoeve van uitbreiding van het bruto-winkelvloeroppervlak, onder de volgende voorwaarden;

  • a. de uitbreiding dient plaats te vinden ten behoeve van een vergroting van een binnen het plangebied gelegen winkelbedrijf dan wel ten behoeve van de vestiging van nog niet in het plangebied voorkomende branches;
  • b. aan de uitbreiding dient een haalbaarbaarheidsonderzoek ten grondslag te liggen.
10.4.2 Horecacategorie 2

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.1.2 sub a teneinde horecabedrijven toe te staan uit horecacategorie 2, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. het mag geen ernstige c.q. onevenredige hinder opleveren voor het woon- en leefklimaat en de openbare orde;
  • b. het leidt niet tot een onevenredige aantasting van de belangen van de naburige erven;
  • c. het mag geen onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige opbouw vormen;
  • d. in de onmiddellijke omgeving zal moeten worden voorzien in voldoende parkeervoorzieningen, hierbij wordt aansluiting gezocht bij de normering uit het CROW.