direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf
Plan: Simonshaven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0568.BNSSIMDRP012011-0901

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - schroothandel': tevens voor een schroothandel in ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - constructiebedrijf': tevens voor een constructiebedrijf in ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - recyclingbedrijf': tevens voor een recyclingbedrijf in ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': uitsluitend voor opslagactiviteiten die naar hun aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de onder de categorieën 1 en 2 vallende bedrijven van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • f. voorzieningen voor verkeer en verblijf;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Bedrijfsgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is aangegeven;
  • c. de bouwhoogte van een overkapping mag niet meer bedragen dan 3 m.
5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevellijn niet meer mag bedragen dan 1 m;
  • c. de bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.

5.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. opslag van goederen op gronden gelegen tussen bedrijfsgebouwen en de meest nabij gelegen bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' is niet toegestaan;
  • b. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 3 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  • c. opslag en verkoop van vuurwerk is niet toegestaan.

5.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan via een omgevingsvergunning afwijken van lid 5.1, sub a:

  • a. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 5.1, sub a genoemd;
  • b. voor de uitoefening van een bedrijfsactiviteit die één categorie hoger is dan algemeen toelaatbaar, mits deze activiteit naar haar kwalitatieve uitstraling, aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) kan worden gelijkgesteld met een krachtens lid 5.1, sub a ter plaatse toegelaten categorie bedrijfsactiviteiten én passend wordt geacht.

5.5 Wijzigingsbevoegdheid
5.5.1 Wijziging Staat van Bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wro, de van deze regels deel uitmakende Staat van Bedrijfsactiviteiten te wijzigen in die zin, dat bedrijfsactiviteiten kunnen worden toegevoegd dan wel worden verwijderd indien en voor zover een wijziging van de belasting van de desbetreffende typen van bedrijven op het milieu als gevolg van technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geeft.