direct naar inhoud van 5.5 Externe veiligheid
Plan: Landelijk Gebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0553.bplg2012-vgx1

5.5 Externe veiligheid

5.5.1 Beleid en normstelling

Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:

  • bedrijven waar activiteiten plaatsvinden die gevolgen hebben voor de externe veiligheid;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of door buisleidingen.

Voor zowel bedrijvigheid als vervoer van gevaarlijke stoffen zijn twee aspecten van belang, te weten het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon dodelijk wordt getroffen door een ongeval, indien hij zich onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag gedurende het hele jaar) en onbeschermd op een bepaalde plaats zou bevinden. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting dan wel infrastructuur. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. Het bevoegd gezag heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.

Risicovolle inrichtingen

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) geeft een wettelijke grondslag aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Op basis van het Bevi geldt voor het PR rondom een risicovolle inrichting een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. Beide liggen op een niveau van 10-6 per jaar. Bij een ruimtelijke ontwikkeling moet aan deze normen worden voldaan.

Het Bevi bevat geen grenswaarde voor het GR; wel geldt op basis van het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR in het invloedsgebied rondom de inrichting. De in het externe veiligheidsbeleid gehanteerde norm voor het GR geldt daarbij als oriëntatiewaarde. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als in nieuwe situaties.

Vervoer van gevaarlijke stoffen

In de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RVGS) is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water en (spoor)wegen opgenomen. Op basis van de circulaire is voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten 10-5 per jaar en de streefwaarde 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar; voor beperkt kwetsbare objecten in nieuwe situaties geldt een richtwaarde van 10-6 per jaar. Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als in nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik. Wel kan de verantwoordingsplicht voor het GR nog buiten deze 200 m strekken.

Vooruitlopend op de vaststelling van het Besluit Transportroutes Externe Veiligheid is de circulaire per 1 januari 2010 gewijzigd. Met deze wijziging zijn de veiligheidsafstanden en plasbrandaandachtsgebieden uit het Basisnet Wegen en Basisnet Water opgenomen in de circulaire.

5.5.2 Onderzoek

In het plangebied

Uit de provinciale risicokaart (www.risicokaart.nl) blijkt dat in de meest zuidelijke punt van het plangebied vervoer van gevaarlijke stoffen (licht ontvlambare gassen) plaatsvindt over de weg A44 (wegvak N9: knooppunt Burgerveen - afrit Noordwijkerhout). Volgens het Basisnet Weg is de PR 10-6-contour niet buiten de weg gelegen. Daarnaast is er geen sprake van een plasbrand aandachtsgebied. Door de ligging van de weg in het plangebied, zijn delen van het plangebied gelegen binnen het invloedsgebied van de weg. Uit het Basisnet Weg blijkt dat er geen overschrijding van 0,1 maal de oriëntatiewaarde van het GR plaatsvindt. Het deel van het plangebied dat binnen het invloedsgebied van de weg ligt bestaat daarnaast uit grasland, dit zal ook in de toekomstige situatie zo zijn. Het groepsrisico zal dus ook na vaststelling van voorliggende bestemmingsplan beperkt blijven. De aanwezigheid van de weg staat de vaststelling van dit bestemmingsplan dan ook niet in de weg.

In het plangebied is daarnaast de N208 (Heereweg) gelegen. De N208 is op de risicokaart niet aangemerkt als een route met een extern veiligheidsrisico. Over de N208 is wel sprake van transport van gevaarlijke stoffen. Dit is gezien de aanwezigheid van een lpg-tankstation ook te verwachten. Om een schatting te maken van de hoogte van het Groepsrisico van de N208 is de Handleiding risicoanalyse transport (HART) toegepast. Voor de bevoorrading van het lpg-tankstation zijn naar schatting 140 lpg transporten nodig (vergunde doorzet aan lpg is 1.000 m³ per jaar; aanname: de tankwagen rijdt dezelfde weg). Volgens HART heeft een weg met deze kenmerken geen PR 10-6-contour. Dit geldt zowel binnen als buiten de bebouwde kom. Het Groepsrisico is volgens HART maximaal 0,1 maal de oriëntatiewaarde uitgaande van 140 lpg transporten, eenzijdige bebouwing met een bevolkingsdichtheid van 200 personen per ha en een afstand van 20 m tussen bebouwing en weg. Dit geldt zowel voor een weg binnen als buiten de bebouwde kom. De nieuwbouwplannen in het plangebied zijn beperkt. Het nieuwe bestemmingsplan zal dan ook nauwelijks een effect hebben op de hoogte van het Groepsrisico. Ook de aanwezigheid van deze weg vormt geen belemmering voor de vaststelling van voorliggende bestemmingsplan.

Verder komen er in het plangebied geen risicovolle inrichtingen voor en vindt er geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats over het spoor, het water of door buisleidingen.

In de omgeving van het plangebied

In de omgeving van het plangebied zijn ook risicovolle objecten gelegen.

Ten noordoosten van het plangebied, aan de Heereweg 3, is de inrichting Van der Veek Tuinbouwartikelen gelegen. Hier vindt opslag van gevaarlijke stoffen (bestrijdingsmiddelen) plaats. Volgens de risicokaart valt dit bedrijf niet onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) waardoor de aanwezige PR 10-6 contour geen wettelijke grenswaarde of, in geval van beperkt kwetsbare objecten, een richtwaarde vormt. De risicovolle inrichting vormt dan ook geen belemmering voor de vaststelling van het bestemmingsplan.

Ten oosten van het plangebied, aan de Westelijke Randweg 6, is Total tankstation De Blinkerd gevestigd. Dit tankstation is een Bevi-inrichting. Rondom dit bedrijf zijn drie PR 10-6-contouren gelegen. Rondom zowel het vulpunt, het reservoir als de afleverinstallatie liggen risicocontouren van 10 m. Het plangebied ligt op een afstand van circa 70 m vanaf de inrichting. De PR 10-6-contouren reiken dus niet tot het plangebied. Het invloedsgebied van de inrichting ligt op 150 m. Het invloedsgebied reikt dus wel over het plangebied. Hiervoor is een verantwoording van het GR noodzakelijk. Deze verantwoording is hieronder opgenomen.

Verantwoording GR

Voor BP Landelijk Gebied zijn 3 risicobronnen relevant:

  • Rijskweg A44;
  • Provinciale weg N208;
  • LPG tankstation De Blinkerd.

Rijksweg A44 

Het groepsrisico is kleiner dan 0,1 (Eindrapportage Basisnet, oktober 2009). Het deel van het plangebied dat nu in het invloedgebied van de A44 ligt, is leeg, en het is de bedoeling dat het grasland blijft (A-GV-WG zie tekening). De A44 veroorzaakt dus geen groepsrisico in het plangebied en daarin komt geen verandering.

Provinciale weg N208

Transport van gevaarlijke stoffen over de N208 is toegestaan. Alhoewel de N208 op de risicokaart niet is aangemerkt als een route met een extern veiligheidsrisico, is het transport van gevaarlijke stoffen gezien de aanwezigheid van een LPG tankstation, wel te verwachten. Om een schatting te maken van de hoogte van het groepsrisico van N208 kan de Handleiding risicoanalyse transport (HART) worden toegepast. Voor de bevoorrading van het LPG tankstation zijn naar schatting 140 LPG transporten nodig. Volgens HART heeft de weg dan geen 10-6 contour. Dit geldt zowel binnen als buiten de bebouwde kom.

Het groepsrisico is volgens HART langs de N208 (Westelijk Randweg) in Lisse veel kleiner dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde. Het deel van het plangebied dat langs de N208 ligt is dunbevolkt. Het is bedoeld voor agrarische bedrijven, bollenteelt, recreatie en natuur. Uitgaande van 140 LPG transporten, een tweezijdige bebouwing met een bevolkingsdichtheid van 20 personen per hectare is het groepsrisico van de N208 in het plangebied kleiner dan 0,01 maal de oriëntatiewaarde.

De nieuwbouwmogelijkheden zijn zeer beperkt, dus het nieuwe bestemmingsplan heeft geen effect op de hoogte van het groepsrisico.

Volgens de Omgevingsvisie van de regio Holland Rijnland zijn ruimtelijke plannen waarbij het groepsrisico kleiner is dan 0,01 maal de oriëntatiewaarde zonder meer toegestaan.

LPG tankstation De Blinkerd

Een klein deel van het plangebied ligt in het effectgebied van LPG tankstation de Blinkerd. Dit deel van het plangebied is bestemd voor de bollenteelt (bollenzone 2).

Voor bestemmingsplan Lisse dorp (27 oktober 2011) en de planontwikkeling Driehuizenpark/Van Dammeterrein (Oranjewoud april 2006) is een verantwoording van het groepsrisico opgesteld. Het groepsrisico is kleiner dan 0,01 maal de orientatiewaarde.

De nieuwbouwmogelijkheden in bollenzone 2 zijn zeer beperkt, dus het nieuwe bestemmingsplan heeft geen effect op de hoogte van het groepsrisico.

Volgens de Omgevingsvisie van de regio Holland Rijnland zijn ruimtelijke plannen waarbij het groepsrisico kleiner is dan 0,01 maal de oriëntatiewaarde zonder meer toegestaan.

Op 5 februari 2013 is, door de Omgevingsdienst West-Holland, de Veiligheidsregio Hollands Midden om advies gevraagd over dit bestemmingsplan. Uit dit advies d.d. 27 maart 2013 blijkt dat de Veiligheidsregio, met betrekking tot het aspect externe veiligheid, geen aanleiding zien voor een nadere reactie.

5.5.3 Conclusie

Geconcludeerd wordt dat het plan voldoet aan het beleid en de normstelling ten aanzien van externe veiligheid. Het aspect externe veiligheid staat de uitvoering van het plan niet in de weg.