direct naar inhoud van 5.14 Water
Plan: Landelijk Gebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0553.bplg2012-vgx1

5.14 Water

5.14.1 Waterbeheer en watertoets

De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over een ruimtelijke planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap van Rijnland, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Omdat het een consoliderend bestemmingsplan betreft, wordt bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan alleen regulier vooroverleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf.

5.14.2 Huidige situatie

Algemeen

Het plangebied bestaat uit het landelijk gebied van Lisse en wordt ten noorden, westen en zuiden begrensd door de gemeentegrens. In het oosten wordt het plangebied begrensd door de N208 en de Lisserdijk.

Bodem en grondwater

Volgens de bodemkaart van Nederland bestaat de bodem in het westen van het plangebied uit hoger gelegen zandgrond en in het oosten uit lager gelegen zeekleigrond. In het plangebied is sprake van de grondwatertrappen II, III en VI. In onderstaande tabel staat aangegeven wat dit inhoud. De maaiveldhoogte in het plangebied varieert van NAP -0,1 m in het westen van het plangebied tot NAP -3,3 m in het oosten.

Tabel 5.5 Grondwatertrappen

grondwatertrap   gemiddelde hoogste grondwaterstand (m-mv)   gemiddelde laagste grondwaterstand (m-mv)  
II   <0,4   0,5-0,8  
III   0,25-0,4   0,8-1,2  
VI   0,4-0,8   >1,2  

afbeelding "i_NL.IMRO.0553.bplg2012-vgx1_0015.png"

Figuur 5.7 Bodemkwaliteit. Bron: www.bodemdata.nl

Waterkwantiteit

In het plangebied zijn meerdere watergangen en boezemkades gelegen. Vooral het oosten van het plangebied is doorkruist met watergangen voor de afwatering van het gebied.

Watersysteemkwaliteit en ecologie

Het buitengebied van Lisse behoort tot de Greenport Bollenstreek. Verzilting speelt binnen het plangebied een belangrijke rol aangezien de bollenteelt hiervoor gevoelig is. Het Waterschap stuurt erop aan om in de periode tot 2015 een maatschappelijke keuze te maken in welke gebieden de verzilting wordt bestreden of geaccepteerd zodat gericht maatregelen genomen kunnen worden.

Veiligheid en waterkeringen

Het plangebied ligt niet binnen een aandachtsgebied voor veiligheid tegen overstromingen. Wel zijn er binnen het plangebied verschillende regionale waterkeringen gelegen, met name langs De Poelpolder en de Leidsevaart. Deze waterkeringen worden samen met de kern- en beschermingszone op de verbeelding opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0553.bplg2012-vgx1_0016.png"

Figuur 5.8 Regionale waterkeringen. Bron: http://rijnland.esri.nl/keringen/

Afvalwaterketen en riolering

Het Waterschap Rijnland maakt zich sterk voor integraal beheer van de afvalwaterketen. De gemeente Lisse gaat in samenwerking met het Waterschap en verschillende gemeenten de afvalwaterinzameling, het afvalwatertransport en de afvalwaterzuivering in de AWZI's aanpakken. De efficiency van het zuiveringsbeheer wordt hiermee verbeterd en lozingen van voedingsstoffen uit de afvalwaterzuiveringsinstallaties op het oppervlaktewater worden beperkt. Zo wordt een betere waterkwaliteit bereikt.

5.14.3 Toekomstige situatie

Het voorliggende bestemmingsplan is hoofdzakelijk consoliderend van aard. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Dit betekent dat geen grootschalige functieveranderingen en/of herinrichtingen zijn gepland. Binnen de vigerende bestemmingen bestaat wel de mogelijkheid tot kleinschalige ontwikkelingen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het bouwen van aan- of bijgebouwen (al of niet bouwvergunningplichtig) of het aanleggen van paden of verhardingen. Vanwege de consoliderende aard biedt het bestemmingsplan weinig of geen mogelijkheden om het watersysteem en -beheer te verbeteren.

Als in de toekomst ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden, is het uitgangspunt dat de waterhuishoudkundige situatie niet mag verslechteren. Dit betekent bijvoorbeeld dat de waterhuishouding kan worden verbeterd door het afkoppelen van schoon verhard oppervlak, hiermee wordt voorkomen dat schoon hemelwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Dit betekent ook dat toename van het verharde oppervlak en/of dempingen binnen het gebied moeten worden gecompenseerd. Ook combinaties met andere functies zoals groen en recreatie liggen voor de hand. Door de aanleg van natuurvriendelijke en ecologische oevers wordt bijvoorbeeld meer waterberging gerealiseerd. Daarnaast is het van belang om bij eventuele ontwikkelingen diffuse verontreinigingen te voorkomen door het gebruik van duurzame, niet-uitloogbare materialen (geen zink, lood, koper en PAK's-houdende materialen), zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase.

Water en Waterstaat in het bestemmingsplan

In het bestemmingsplan wordt het oppervlaktewater in het plangebied bestemd als 'Water'. Voor waterkeringen (kernzone) inclusief de beschermingszones geldt een zogenaamde dubbelbestemming, deze hebben de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' toebedeeld gekregen.

5.14.4 Conclusie

De in dit bestemmingsplan mogelijk gemaakte ontwikkelingen hebben geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.