direct naar inhoud van 2.3 Provinciaal beleid
Plan: Landelijk Gebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0553.bplg2012-vgx1

2.3 Provinciaal beleid

2.3.1 Visie op Zuid-Holland' (2010)

De Visie op Zuid Holland bestaand uit de Provinciale Structuurvisie met de functiekaart en de kwaliteitskaart, de Verordening Ruimte en de Uitvoeringsagenda. In de Visie op Zuid-Holland beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. De kern van de Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. De visie is opgebouwd uit vijf integrale hoofdopgaven, namelijk:

  • aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel;
  • duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie;
  • divers en samenhangend stedelijk netwerk;
  • vitaal, divers en aantrekkelijk landschap;
  • stad en land verbonden.

Voor dit bestemmingsplan zijn de volgende doelstellingen van belang (ontleend aan de Verordening Ruimte van de provincie):  
- geen verstedelijking/bouwen buiten bebouwingscontouren met uitzondering van:
. Ruimte voor Ruimte;
. nieuwe landgoederen;
. vrijkomende agrarische bebouwing;
. noodzakelijke bebouwing;
. weggebonden voorzieningen;
. kleinschalige bebouwing voor recreatie;
. functies en bebouwing passend bij stedelijk groen - buiten bebouwingscontour;
. Greenportwoningen Duin- en Bollenstreek;
. woningen in linten overeenkomstig regelingen in voormalige streekplannen.  
- compensatie bollengrond bij ontwikkelingen binnen concentratiegebied bollenteelt  
- agrarisch bouwperceel maximaal 2 ha  
- nieuwe agrarische bebouwing alleen mogelijk bij noodzaak en doelmatigheid  
- maximaal één bedrijfswoning per agrarisch bedrijf  
- geen nieuwe intensieve veehouderij  
- bij volwaardige bollen teeltbedrijven binnen concentratiegebied bollenteelt maximaal 3.000 m² kassen per bedrijf  
- geen nieuwe glastuinbouwbedrijven buiten concentratiegebieden  
- maximaal 2 ha kassen bij glastuinbouwbedrijf  
- geen nieuwe boom- en sierteeltbedrijven buiten concentratiegebieden  
- maximaal 300 m² kassen bij boom- en sierteeltbedrijf  
- nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven onder voorwaarden toegestaan  
- beschermen Ecologische Hoofdstructuur en Natura 2000-gebieden  
- beschermen molenbiotopen traditionele windmolens  
- beschermen primaire en regionale waterkeringen  
- beschermen landschap, natuur en cultuurhistorie  
- ruimte voor recreatie en toerisme  
- aandacht voor water  

Het bestemmingsplan houdt rekening met het bepaalde in de verordening. Slechts op één aspect wordt van de verordening afgeweken. Dit betreft de molenbiotoop van de molen op het tentoonstellingsterrein van de keukenhof. Deze molen ligt buiten het plangebied en heeft geen gebruiksfunctie meer als windmolen. Het opnemen van een molenbiotoop voor deze molen is in dit bestemmingsplan om deze reden niet aan de orde.

2.3.1.1 Beeldkwaliteit

Bij het mogelijk maken van ontwikkelingen is het van belang dat de effecten op de ruimtelijke kwaliteit beschreven worden. De ontwikkelingen moeten een bijdrage leveren aan de ambities die zijn aangeduid op de kwaliteitskaart van de Provinciale Structuurvisie en de ruimtelijke kwaliteiten dienen behouden te blijven en versterkt te worden (zie artikel 2 lid 3 Provinciale verordening)

Ambities kwaliteitskaart Provinciale Structuurvisie

Het landelijk gebied van de gemeente Lisse is gelegen in het kustlandschap van de provincie Zuid-Holland. Het kustlandschap bestaat uit de onderdelen "natuurlijke duinen” en een tweetal ontginningslandschappen van de binnenduinen: het bollengebied en het landschap met de historische landgoederen. Zoals op de kwaliteitskaart te zien is vallen alleen de ontginningslandschappen in het plangebied (zie figuur 2.1) Voor deze gebieden gelden de volgende ambities:

afbeelding "i_NL.IMRO.0553.bplg2012-vgx1_0002.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0553.bplg2012-vgx1_0003.png"

Figuur 2.1 : uitsnede kwaliteitskaart Provincie Zuid-Holland.

Ambitie bollenlandschap in de binnenduinrand:

  • 1. Nieuwe ontwikkelingen worden geplaatst in het ruimtelijk perspectief van de Duin- en Bollenstreek als geheel. Dit betekent dat zo'n ontwikkeling een bijdrage levert aan een samenhangende en herkenbare ruimtelijke structuur, op een logische plek ligt in deze structuur en toekomstbestendig is. Opgave hierbij is om de intensivering in de landbouw en de verstedelijking te koppelen aan een versterking van de landschappelijke structuur.
  • 2. In stand houden van de nog gave strandvlakten als contrast met de voor de bollenteelt in cultuur genomen (afgezande) oude duinen en strandwallen.
  • 3. Verbeteren van de beleefbaarheid en de aantrekkelijkheid van het unieke ontginningslandschap (bollenteelt).
  • 4. Het behouden en versterken van het zicht op de bollenvelden en het contrast tussen de open vlakten en de bestaande verdichte zones (bebouwing en beplanting).

Ambitie historische landgoederen in de binnenduinrand

  • 5. Versterking van de afwisseling tussen beboste strandwallen met landgoederen en buitenplaatsen en de open strandvlakten.
  • 6. Verbetering van de kwaliteit van het ensemble van het landhuis, bijgebouw, tuin en park en de herkenbaarheid van het landgoed in het landschap.
  • 7. Vergroten van de herkenbaarheid van de landgoederenzone als samenhangend geheel.

Borging in het bestemmingsplan

De ambities zoals genoemd in de Provinciale Structuurvisie zijn vertaald in de Intergemeentelijke Structuurvisie greenport (ISG). In hoofdstuk 3 is opgenomen dat de ISG, en de daarin zorgvuldig beschreven beeldkwaliteit, de basis vormen voor dit bestemmingsplan. In dit bestemmingsplan worden geen grote ontwikkelingen bij recht mogelijk gemaakt. De effecten op de ruimtelijke kwaliteit zijn in principe alleen te verwachten indien gebruik gemaakt wordt van één van de in dit bestemmingsplan opgenomen flexibiliteitsbepalingen. Voor de flexibiliteitbepalingen geldt dat ze zijn afgestemd op de zonering zoals in hoofdstuk 3 beschreven. Daarnaast geldt, indien aan de orde, dat de ontwikkeling de bestaande landschappelijke en cultuurhistorische waarden zoals genoemd in de bestemmingsomschrijving niet onevenredig mag aantasten.

2.3.2 Regio- en gebiedsprofielen Cultuurhistorie Zuid-Holland (2010

Gebiedsprofiel

In de periode 2011 -2014 worden voor de Zuid-Holland gebiedsprofielen opgesteld waarin een beschrijving van specifieke ruimtelijk kwaliteiten voor een bepaald gebied is opgenomen. Per element in een gebied komt er een beschrijving van kenmerken (wat is er), ontwikkeling (wat speelt er), ambitie (waar willen we heen) en sturing (hoe bereiken we dat). Bij toekomstige ruimtelijke plannen dienen de ruimtelijke kwaliteit meegenomen te worden. De in 2010 opgestelde Regioprofielen cultuurhistorie vormen bouwstenen voor de gebiedsprofielen.

Volgens de plannen wordt het gebiedsprofiel voor de Duin- en Bollenstreek in 2013 opgesteld. Vooralsnog wordt in dit bestemmingsplan uitsluitend rekening gehouden met het reeds opgestelde Regioprofiel Cultuurhistorie.

Regioprofiel Cultuurhistorie

De provincie Zuid-Holland heeft, vanwege de grote betekenis van cultuurhistorie vanaf 1997 de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) opgesteld. Op basis van deze CHS zijn vervolgens 15 topgebieden voor cultureel erfgoed aangewezen. Topgebieden zijn gebieden waar cultuurhistorische waarden in bijzondere mate en onderlinge samenhang voorkomen. De selectiecriteria zijn:

  • minimaal 2 van de drie typen cultuurhistorische waarden (archeologische, historisch-landschappelijke en historisch-stedenbouwkundige) zijn aanwezig.
  • er dient sprake te zijn van een combinatie van hoge en zeer hoge waarden die tevens in opvallende mate voorkomen, op de grond van de CHS;
  • er is een goede ruimtelijke samenhang tussen de (zichtbare) waarden;
  • er dient sprake te zijn van een bovenlokaal schaalniveau (dat wil zeggen gebiedsomvang dient groter te zijn dan een enkele plaats, polder of site).

De Bollenstreek is op basis van bovenstaande criteria aangewezen als topgebied. Binnen de topgebieden is een beperkt aantal gebieden of elementen benoemd met een zeer gave, kwetsbare cultuurhistorische samenhang die door hun unieke karakter bepalend zijn voor de identiteit van een plek. Voor deze zogenoemde Kroonjuwelen is de bescherming gericht op behoud van deze uitzonderlijke kwaliteit. Het Landgoed Keukenhof is aangemerkt als Kroonjuweel, maar valt niet binnen het plangebied van dit bestemmingsplan.

De topgebieden hebben als basis gediend voor in 2010 opgestelde regioprofielen. Ook voor de Bollenstreek is een regioprofiel opgesteld met als volgende doel:

  • een handreiking/kompas voor planvormers, met name bij gemeenten en voor de provincie zelf om de cultuurhistorische waarden te respecteren en benutten bij het ontwikkelen van de ruimten in Zuid-Holland;
  • (bij)sturing van (lokale) ruimtelijke plannen.

Kenmerkende structuren en elementen voor de Bollenstreek, die zijn opgenomen in het regioprofiel, zijn:

  • zanderijlandschap dat gekenmerkt wordt door een patroon van brede watergangen, hoge wegen, bollenvelden en hagen;
  • strandvlaktes, gelegen tussen de strandwallen waar een laag veen op het zand is ontstaan;
  • landschap met een vlak en open karakter en weinig opgaande beplanting;
  • uniek gebied bij Lisse tussen de Essenlaan en de Spekkelaan, met bollen omzoomd door houtwallen; gebied rond de Keukenhof tussen Lisse en de Haarlemmertrekvaart.

2.3.3 Provinciaal Waterplan Zuid-Holland 2010-2015 (2009)

De effecten van klimaatverandering en de druk op de beschikbare ruimte nemen de komende decennia verder toe. Bescherming tegen overstromingen blijft dan ook onverminderd belangrijk en wordt zelfs gecompliceerder door de zeespiegelstijging en bodemdaling. De toenemende vraag naar kwalitatief hoogwaardig zoet water en conflicterende belangen van watergebruikers, maken de verdeling van zoet water tot een maatschappelijk vraagstuk. De chemische en ecologische toestand van grond- en oppervlaktewater moet verbeterd worden. Het watersysteem vereist aanpassingen om deze effecten de baas te blijven.

Dit alles leidt tot vier kernopgaven voor de provincie Zuid-Holland:

  • 1. waarborgen waterveiligheid;
  • 2. realiseren mooi en schoon water;
  • 3. ontwikkelen duurzame (zoet)watervoorziening;
  • 4. realiseren robuust & veerkrachtig watersysteem.