direct naar inhoud van Artikel 15 Bedrijf
Plan: Landelijk Gebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0553.bplg2012-vgx1

Artikel 15 Bedrijf

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: 

  • a. bedrijven vallende in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat:
    • 1. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling' een caravanstalling is toegestaan;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'hovenier' uitsluitend een hoveniersbedrijf uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten is toegestaan;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf2' uitsluitend een aannemersbedrijf uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten is toegestaan;
    • 4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - houtzagerij' uitsluitend een houtzagerij uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten is toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1: tevens bedrijven uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2: tevens bedrijven uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1: tevens bedrijven uit ten hoogste categorie 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf3.1': tevens voor een aannemersbedrijf uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf3.2': tevens voor een aannemersbedrijf uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - autosloperij': tevens voor een autosloperij uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijfsverzamelgebouw': tevens voor een bedrijfsverzamelgebouw uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - hondenkennel': tevens voor een dierenasiel en -pension uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - machinefabriek': tevens voor een machine- en apparatenfabriek uit ten hoogste categorie 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - metaalbewerking': tevens voor een metaalbewerkings- en oppervlaktebehandelingsbedrijf uit ten hoogste categorie 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - natuursteenbewerking': tevens voor een natuursteenbewerkingsbedrijf uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - scheepsbouw': tevens voor een scheepsbouw- en reparatiebedrijf uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven' uitsluitend een jachthaven is toegestaan;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - timmerwerkfabriek3.2': tevens voor een timmerwerkfabriek uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - vrachtautohandel': tevens voor een handelsbedrijf in vrachtauto's uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • p. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder LPG': tevens voor een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder LPG;
  • q. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, waterhuishoudkundige en waterstaatkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en toegangswegen.

15.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  • b. het bepaalde onder a is niet van toepassing op erf- en terreinafscheidingen;
  • c. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt 1 tenzij door middel van de aanduiding 'maximaal aantal wooneenheden' anders is aangegeven;
  • d. overigens geldt het volgende:
  max. oppervlak per bouwvlak   max. inhoud   max. goot- hoogte   max. bouw- hoogte  
bedrijfswoning (inclusief aan- uitbouwen)   -   750 m³   6 m   10 m  
bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning   50 m2   -   3 m   6 m  
bedrijfsgebouwen   -   het met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage*   6 m**   10 m  
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- buiten bouwvlakken
- overige plaatsen  
-   -   -  
1 m
1 m
2 m  
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde   -   -   -   3 m  

- = Niet van toepassing.

* = het betreft het percentage van het bouwvlak

** = tenzij door middel van de aanduiding 'maximum goothoogte' anders is aangegeven.

15.3 Afwijken van de bouwregels
15.3.1 Ten behoeve van overschrijden bouwgrenzen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de op de verbeelding aangegeven begrenzing van een bouwvlak en het bepaalde in lid 15.2 onder a, met inachtneming van het volgende:

  • a. overschrijding van het bouwvlak is alleen toelaatbaar, voor zover een doelmatige bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt; hiervan is in ieder geval sprake, indien de overschrijding van het bouwvlak vanwege de milieuwetgeving is vereist;
  • b. het bouwvlak mag eenmalig worden overschreden met niet meer dan 25 m, met dien verstande dat het maximum oppervlak van de overschrijding ten hoogste 100 m² bedraagt en hiermee de bestemmingsgrens niet wordt overschreden;
  • c. van de bevoegdheid tot afwijken wordt uitsluitend gebruikgemaakt indien de omliggende (agrarische) bedrijven niet onevenredig in hun bedrijfsvoering worden beperkt;
  • d. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing waarbij de bestaande natuur-, landschappelijke en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden aangetast.

15.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • c. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • d. activiteiten uit kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  • e. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  • f. paardenbakken zijn niet toegestaan;
  • g. internetverkoop is toegestaan, mits ondergeschikt aan de hoofdfunctie;
  • h. per bedrijf is kantoorvloeroppervlakte die meer bedraagt dan 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte niet toegestaan; kantoorvloeroppervlakte van meer dan 400 m² per bedrijf is in geen geval toegestaan.

15.5 Afwijken van de gebruiksregels
15.5.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 15.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit één categorie hoger dan in lid 15.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 15.1 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 15.1 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.