direct naar inhoud van Artikel 14 Sport
Plan: Leiden Bio Science Park en station
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0546.BP00089-0302

Artikel 14 Sport

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. Sport- en recreatieve voorzieningen zoals sportvelden, tennisbanen, atletiekbanen, kunstgrasvelden en sporthallen en periodieke sportevenemten;

met de bijbehorende voorzieningen zoals:

  • b. (gebouwde) parkeervoorzieningen;
  • c. voorzieningen voor langzaam verkeer en verblijf;
  • d. voorzieningen voor laden en lossen;
  • e. in- en uitritten en ontsluitingswegen;
  • f. ondersteunende horeca;
  • g. tuinen;
  • h. verhardingen;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. groenvoorzieningen;
  • k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

14.2 Bouwregels
14.2.1 Bouwen binnen het bouwvlak

Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:

  • a. Het bebouwingspercentage van het bouwvlak mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven.
  • b. De goothoogte van gebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven.
  • c. De bouwhoogte van gebouwen, overkappingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven.
  • d. Ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte (bvo)' mag het bebouwd oppervlak aan gebouwen en overkappingen per bouwvlak niet meer bedragen dan het in de aanduiding weergegeven oppervlak in bvo.
  • e. In afwijking van het bepaalde onder c mag de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer bedragen dan 2 m.
  • f. In afwijking van het bepaalde onder c mag de bouwhoogte van een vlaggenmast niet meer bedragen dan 6 m, waarbij het aantal vlaggenmasten per bouwperceel niet meer mag bedragen dan 6.
  • g. Indien de bestaande hoogten meer bedragen dan maximaal is toegestaan op grond van het bepaalde onder b tot en met d, dan betreffen de bestaande hoogten de maximale hoogten;
  • h. In afwijking van het bepaalde onder c mag de maximale bouwhoogte van ballenvangers, lichtmasten en soortgelijke voorzieningen niet meer dan 20 meter bedragen.

14.2.2 Bouwen buiten het bouwvlak

Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:

  • a. Gebouwen en overkappingen mogen niet buiten het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • c. De bouwhoogte van een vlaggenmast mag niet meer bedragen dan 6 m, waarbij het aantal vlaggenmasten per bouwperceel niet meer mag bedragen dan 6.
  • d. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • e. de bouwhoogte van ballenvangers, lichtmasten en soortgelijke voorzieningen mag niet meer dan 20 meter bedragen.