direct naar inhoud van Artikel 15 Verkeer
Plan: Leiden Bio Science Park en station
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0546.BP00089-0302

Artikel 15 Verkeer

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gemotoriseerd verkeer met bijbehorende voorzieningen;
  • b. langzaam verkeer met bijbehorende voorzieningen;
  • c. openbaar vervoer met bijbehorende voorzieningen;
  • d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - tunnel' een tunnel voor het doorgaande gemotoriseerde verkeer en/of langzaam verkeer;
  • e. (ondergrondse) parkeervoorzieningen, met uitzondering van de gebieden met aanduiding (-sv-p) waar parkeren niet is toegestaan, met uitzondering van parkeerplaatsen voor mindervaliden;
  • f. een parkeergarage ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' (pg);
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. speelvoorzieningen;
  • i. fietsenstallingen;
  • j. gebouwde ondergrondse fietsenstallingen;
  • k. (gebouwde) taxistandplaatsen;
  • l. nutsvoorzieningen;
  • m. hondenuitlaatplaatsen;
  • n. in- en uitritten;
  • o. kunstwerken;
  • p. straatmeubilair;
  • q. (ondergrondse) inzamelpunten voor afvalstoffen;
  • r. geluidswerende voorzieningen;
  • s. luchtschermen;
  • t. terrassen ten behoeve van horecadoeleinden;
  • u. balkons, luifels en overstekende bouwdelen behorende bij hoofdgebouwen op de aangrezende bestemming;
  • v. een overbouwing ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overbouwing'.

15.2 Bouwregels
15.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen met uitzondering van fietsenstallingen geen gebouwen worden opgericht met uitzondering van een parkeergarage ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' (pg). Deze parkeergarage mag maximaal 40 meter hoog worden.

Gebouwde fietsenstallingen mogen alleen verdiept of half verdiept worden gebouwd.

15.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 m;
  • c. ten behoeve van een busstation mag een reisinformatiesysteem tot een maximale hoogte van 10 m worden gebouwd;
  • d. de hoogte van kunstwerken mag niet meer bedragen dan 10 m.

15.3 Specifieke gebruiksregels

Het aantal rijstroken van de doorgaande weg voor gemotoriseerd verkeer ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - tunnel' bedraagt 2 + 2.

15.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het gestelde in lid 1 voor het toestaan van standplaatsen voor ambulante handel mits:

  • a. het stedenbouwkundig verantwoord is;
  • b. er geen nadelige effecten voor de verkeersveiligheid ontstaan.