direct naar inhoud van Artikel 12 Maatschappelijk 2
Plan: Leiden Bio Science Park en station
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0546.BP00089-0302

Artikel 12 Maatschappelijk 2

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Maatschappelijk 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. voorzieningen ten behoeve van hoger onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en gezondheidszorg;
  • b. onderwijs uitsluitend op het gebied van Life Science & Health en gezondheidszorg;

met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:

  • c. (gebouwde) parkeervoorzieningen;
  • d. voorzieningen voor langzaam verkeer en verblijf;
  • e. voorzieningen voor laden en lossen;
  • f. in- en uitritten en ontsluitingswegen;
  • g. tuinen;
  • h. verhardingen;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. groenvoorzieningen;
  • k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • l. een overbouwing ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overbouwing;
  • m. een oliedrukstation ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - oliedrukstation'.

12.2 Bouwregels
12.2.1 Bouwen binnen het bouwvlak

Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:

  • a. Het bebouwingspercentage van het bouwvlak mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven.
  • b. De goothoogte van gebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven.
  • c. De bouwhoogte van gebouwen, overkappingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven.
  • d. Ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte (bvo)' mag het bebouwd oppervlak aan gebouwen en overkappingen per bouwvlak niet meer bedragen dan het in de aanduiding weergegeven oppervlak in bvo.
  • e. In afwijking van het bepaalde onder c mag de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer bedragen dan 2 m.
  • f. In afwijking van het bepaalde onder c mag de bouwhoogte van een vlaggenmast niet meer bedragen dan 6 m, waarbij het aantal vlaggenmasten per bouwperceel niet meer mag bedragen dan 6.
  • g. Indien de bestaande hoogten meer bedragen dan maximaal is toegestaan op grond van het bepaalde onder b tot en met d, dan betreffen de bestaande hoogten de maximale hoogten.

12.2.2 Bouwen buiten het bouwvlak

Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:

  • a. Gebouwen en overkappingen mogen niet buiten het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • c. De bouwhoogte van een vlaggenmast mag niet meer bedragen dan 6 m, waarbij het aantal vlaggenmasten per bouwperceel niet meer mag bedragen dan 6.
  • d. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.

12.3 Specifieke gebruiksregels

Voorzieningen voor hoger onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en gezondheidszorg mogen beschikken over (gen)-laboratoria met een inperkingsniveau van maximaal ML-III+ en/of BSL-3 met een maximale gevarenklasse van P3.