Plan: | Morskwartier |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0546.BP00078-0301 |
Beleidskader
Regionale woonvisie Woonvisie Holland Rijnland
Holland Rijnland is een top woonregio en wil dat ook blijven. Daarom staan in de Woonvisie Holland Rijnland 2009-2019 belangrijke afspraken over wonen in de regio. Eén van deze afspraken is om in de periode 2008-2019 ruim 20.000 woningen toe te voegen aan de bestaande woningvoorraad. Van de te bouwen woningen bestaat ongeveer 30% uit sociale woningen. Voorliggend bestemmingsplan is conserverend van aard en maakt geen nieuwe grootschalige woningbouwontwikkelingen mogelijk.
Woonvisie 2005 - 2015
In oktober 2005 heeft de gemeenteraad van Leiden de Woonvisie gemeente Leiden 2005-2015 goedgekeurd. De woonvisie is in 2007 geëvalueerd. Geconcludeerd is dat er geen aanleiding was om de woonvisie op dat moment aan te passen. Als richtsnoer voor de visie op het wonen dient de toekomstvisie van Leiden: Leiden 2030, stad van ontdekkingen te worden aangehouden. In de Ontwikkelingsvisie is aangegeven dat Leiden zich in de periode tot 2030 verder wil ontwikkelen tot een kennisstad waarin het prettig wonen en werken is. Om dit te bereiken wil Leiden extra banen creëren en extra woningen realiseren. Bij het opstellen van woningbouwprogramma's wordt rekening gehouden met behoud en eventueel toevoeging van werkgelegenheid. Op de woningbouwlocaties wordt zoveel mogelijk een menging van functies (wonen, werken en voorzieningen) gerealiseerd.
Woonschepenverordening 2000 en Ligplaatsenplan woonschepen
Begin april 2000 is de Woonschepenverordening vastgesteld. Voor het beheer van openbaar water zijn regels gesteld aan het ordelijk gebruik van de ligplaatsen voor woonboten, waaronder mede begrepen regels ten aanzien van de veiligheid op het water, de veiligheid van woonboten, de milieuhygiënische aspecten voor het wonen op het water en het aanzien van de gemeente. Tegelijkertijd is ook het Ligplaatsenplan Woonschepen vastgesteld. In dat plan is aangegeven voor welke locaties een ligplaatsvergunning voor woonboten kan worden verleend. De bestaande woonbotenligplaatsen zijn in het bestemmingsplan Morskwartier positief bestemd.
Onderzoeksresultaten
Onderhavig plan betreft een actualisatie van een verouderd bestemmingsplan. In onderhavig plan zijn geen toekomstige ontwikkelingen opgenomen. De Woonvisie 2005 - 2015 bevat met betrekking tot de bestaande voorraad de opgave om meer kwaliteit te brengen in de bestaande woningvoorraad; een groot deel van de Leidse woningen heeft immers een lage (woontechnische) kwaliteit, door een relatief kleine oppervlakte, weinig comfort en een ouderwetse indeling. Om de kwaliteit van de woningvoorraad te vergroten, worden ten eerste veel sociale huurwoningen gerenoveerd en sommigen gesloopt en nieuw gebouwd. Ten tweede worden er voorwaarden gesteld aan het verlenen van een splitsingsvergunning, dit om te voorkomen dat woningen met forse bouwtechnische onderhoudstekorten in de verkoop komen zonder goede waarborgen. Ten derde worden Verenigingen van Eigenaren (VVE's) gestimuleerd om structureel verbeterd onderhoud te plegen en beter inzicht te krijgen in de kosten die daarbij gemoeid zijn, door het maken van Meerjaren Onderhoudsprogramma's. Ten slotte wordt de leefbaarheid op specifieke plekken in de stad verbeterd, doordat de gemeente inzet op het verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte.
Met inachtneming van bovenstaande kan gesteld worden dat de Woonvisie 2005 - 2015 derhalve geen belemmering vormt voor onderhavig plan.
Beleidskader
Regionale bedrijventerreinenstrategie Holland Rijnland
In de regionale bedrijventerreinenstrategie Holland Rijnland zijn drie strategische doelstellingen geformuleerd waarmee de regionale samenwerking op het gebied van bedrijventerreinen wordt vormgegeven. Bij elke doelstelling hoort een aantal afspraken en nader uit te werken acties. De drie strategische doelstellingen zijn:
- bestaande bedrijventerreinen herstructureren en niet transformeren;
- voldoende nieuw bedrijventerrein ontwikkelen;
- samenhang tussen bestaande en nieuwe bedrijventerreinen aanbrengen.
In de bedrijventerreinenstrategie zijn afspraken vastgelegd die de basis vormen voor de gemeenschappelijke strategie. Het doel is te komen tot een gezonde bedrijventerreinenmarkt, met sterke bedrijventerreinen die een drager zijn voor de economie van Holland Rijnland. Dit komt enerzijds neer op het vraaggericht ontwikkelen van voldoende ruimte voor nieuwvestiging, uit-/verplaatsing of uitbreiding van bedrijven. Anderzijds dient het aanbod niet té ruim te zijn, omdat in dat geval de drijfveer voor herstructurering en de prikkel voor zorgvuldig ruimtegebruik ontbreekt. Het profiel en de locatie van de bedrijventerreinen moet daarnaast aansluiten op de specifieke eisen die het bedrijfsleven aan de terreinen stelt.
Eén van de afspraken is het herstructureren en niet transformeren van bestaande bedrijventerreinen. Er wordt daarmee uitgegaan van het zoveel mogelijk behouden van bestaande bedrijventerreinen en deze zo nodig te verbeteren door het opstellen van herstructureringsplannen. Voor bestaande bedrijventerreinen is onder meer het volgende vastgelegd.
Naast de primaire functie als vestigingsplaats voor bedrijven in de hogere milieucategorieën kunnen op bedrijventerreinen in beperkte mate ook andere functies worden toegelaten, zoals kleine zelfstandige kantoren (maximaal 1.000 m2 bvo), perifere detailhandel en leisure. Als vuistregel wordt aangehouden, dat hiervoor maximaal 15 % van het netto oppervlak van een bedrijventerrein kan worden gebruikt. Eventueel door gemeenten wenselijk geachte afwijkingen worden in het Portefeuillehoudersoverleg Economische Zaken afgestemd en besproken. Zowel voor interne zonering als voor planontwikkelingen buiten de bedrijventerreinen moet onverkort worden vastgehouden aan de richtlijnen van de VNG-publicatie ´Bedrijven en Milieuzonering´. Voor verdiepingen op bedrijfspanden geldt het beleid, zoals is verwoord in het ´Uitvoeringsprogramma Ruimte voor Economie´ van de provincie Zuid-Holland. Op bedrijventerreinen waar door marktontwikkelingen reeds sprake is van een hoger aandeel kantoren, perifere detailhandel en/of leisure wordt uitgegaan van de feitelijke situatie op 1 januari 2009.
Onderzoeksresultaten
In het gebied zijn geen grote bedrijventerreinen gelegen. Wel ligt een klein deel van het gebied onder de invloedssfeer van bedrijventerrein Wernink. Daarnaast is in het zuiden van het gebied scheepswerf Akerboom gevestigd. Gezien van de A44 liggen onder andere de volgende bedrijven aan de Plesmanlaan: Zorgverzekeraar zorg en zekerheid, BCIP, Caupona B.V, UWV, Het Motorhuis en Heerema Marina contractors. Het aspect bedrijven en milieuzonering is nader uitgewerkt in paragraaf 4.7.1.
De nieuwe kantorenstrategie geeft antwoord op de vraag hoe Holland Rijnland kan komen tot een gezonde kantorenmarkt. Deze nieuwe strategie moet de huidige kantorenstrategie, uit 2006 vervangen.
Holland Rijnland wil met deze regionale kantorenstrategie ruimte bieden aan de ontwikkeling van duurzame kantoren op locaties met goede voorzieningen, die met openbaar vervoer en/of met de auto goed bereikbaar zijn. Het juiste kantoor op de juiste plek is daarbij een belangrijk uitgangspunt. Daarnaast moet het aanbod kwantitatief en kwalitatief passen bij de na te streven regionale en lokale economische groei en werkgelegenheid. De strategie zal daarom een bijdrage moeten leveren aan het terugbrengen van het aanbod tot het niveau van de frictieleegstand van 5% die nodig is voor een goede marktwerking en het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit in het stedelijk gebied. De strategie maakt hiermee duidelijk hoe de regio de kansen wil benutten om werkgelegenheid te behouden en te accommoderen en tevens te komen tot een duurzame kantoorontwikkeling tot 2025 en biedt hiervoor het beleidskader.
De opgave voor Holland Rijnland om te komen tot een gezonde kantorenmarkt is drieledig:
1. Planreductie. Het temporiseren èn schrappen van plannen voor nieuwe kantoren noodzakelijk.
2. Renovatie. Bestaande kantoren op goede locaties verdienen een investering om deze weer up-to-date te maken.
3. Onttrekking. Kansloos vastgoed zal door middel van transformatie een andere functie moeten krijgen.
De samenwerkende gemeenten van Holland Rijnland maken in deze kantorenstrategie bindende afspraken. Het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland zal deze afspraken bewaken en gemeenten er op aan spreken inden de afspraken niet juist worden nageleefd.
De samenwerkende gemeenten van Holland Rijnland spreken met betrekking tot planreductie af:
- Het aanbod van kantoren te verminderen, enerzijds via planreductie en anderzijds door te stimuleren dat bestaand verouderd vastgoed uit de markt wordt gehaald middels transformatie naar andere functies;
- Per kantorenlocatie een duidelijk profiel te ontwikkelen dat aansluit op de potenties van deze gebieden. Daarnaast zullen de gemeenten bij planontwikkeling en afgifte van een vergunning sturen op elementen als flexibiliteit, uitstraling, duurzaamheid, alternatieve aanwendbaarheid en onderscheidend vermogen van de locaties en het vastgoed. Meer aandacht zal worden gegeven aan functiemenging en de aanwezigheid van voorzieningen alsmede voldoende parkeergelegenheid bij kantorenlocaties;
- Dat voor kantoren een uitgifteprotocol geldt waarbij de SER-ladder wordt gehanteerd;
- De verkantorisering op bedrijventerreinen tegen te gaan.
Kiezen voor locaties
Kiezen betekent aanwijzen van locaties die wel of geen toekomstwaarde hebben als kantorenlocatie. Binnen Holland Rijnland zijn drie categorieën van kantorenlocaties te onderscheiden:
Duurzame kantoorlocaties
Werkgelegenheidsgroei en de daarbij horende groei van het aantal m² kantoren is op deze locaties gewenst. Locaties: Bio Science Park, Space Businesspark en de stationsgebieden van Leiden Centraal en Alphen aan den Rijn.
Niet-duurzame kantoorlocaties
Deze locaties zijn binnen de huidige en toekomstige markt niet meer geschikt voor kantoren. De opgave is hier om per saldo het aantal m² aan kantoorareaal terug te dringen. Locaties: Plesmanlaan, Kanaalpark en Henry Dunantweg.
W4-locatie (Wonen, Water, Wegen en Werken)
Binnen Holland Rijnland heeft de snelweglocatie aan de A4 een aparte status. De bestaande plancapaciteit voor deze kantorenlocatie is hoog. De verschillende deellocaties van W4 worden geoptimaliseerd door in het multifunctionele programma het aandeel niet-kantoorfuncties te vergroten.