Plan: | Kooiplein |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0546.BP00068-0302 |
In Leiden Noord en ook in het plangebied Kooiplein komen twee waterpeilen voor. De watergangen langs de Surinamestraat, Ringkade en Bernhardkade is boezemwater (hoger gelegen water -0,60 NAP). Het systeem staat ter hoogte van het Nickeriepad in verbinding met de Zijl. Vanuit deze watergangen loopt een aaneenschakeling van singels en vijvers door de wijk. Onderling zijn deze door middel van duikers met elkaar verbonden. Deze watergangen fungeren vooral als afwatering, het is dan ook van belang dat de verbindingen tussen de watergangen in stand blijven en meer open te maken ten behoeve van de doorstroming en de vermindering van de kans op wateroverlast. Om de kans op wateroverlast te voorkomen zijn er afspraken gemaakt over een verbetering van de afvoer. In dit licht zijn en worden duikerverbindingen opgeheven en grotere duikers aangebracht.
Het gebied ten noorden van de Willem de Zwijgerlaan is polderwater (Noorderpark), dit is lager gelegen dan het boezemwater. Via bemalingsinstallaties wordt het water, wanneer dat nodig is, vanaf hier naar het boezemwaterpeil gepompt.
In bijlage 5 is het Waterhuishoudkundig plan uit 2007 opgenomen, hierin zijn de waterhuishoudkundige consequenties van de eerdere plannen voor het Kooiplein beschreven. vanwege het nieuwe stedenbouwkundige ontwerp is dit waterhuishoudkundige plan geactualiseerd. Tussen de gemeente, het Hoogheemraadschap en Proper Stok zijn in het kader van de nieuwe ontwikkeling afspraken gemaakt ten aanzien van de waterhuishouding. De hierbij behorende memo's zijn opgenomen in bijlage 6 en 7 van dit bestemmingsplan.
Het stratenpatroon verandert in de nieuwe situatie, bestaand wateroppervlak aan de Surinamestraat wordt gedempt en verlegd. De nieuw te realiseren watergang is qua oppervlak groter dan het water dat verdwijnt. In de nieuwe situatie loopt deze watergang niet meer achter het Marecollege langs, maar midden in de Surinamestraat, direct aansluitend op de watergang langs de Bernhardkade. De aansluiting van het water langs de Bernhardkade op het water langs de bufferkade blijft gehandhaafd.
Omdat er door stadsvernieuwing méér verhard oppervlak wordt aangelegd dan er in de de huidige situatie aanwezig is, dient er extra oppervlaktewater te worden gerealiseerd. Binnen het plangebied kan niet genoeg compensatie gevonden worden, het benodigde wateroppervlak moet elders gecompenseerd worden De regel voor het bepalen van het benodigde extra wateroppervlak is dat het wateroppervlak minimaal 15% van de toename van het verharde oppervlak moet zijn.
Doordat het Kooiplein op de grens tussen het boezemgebied van Leiden en het poldergebied van het Noorderpark ligt, beïnvloedt de afwatering van het verharde oppervlak het watersysteem van beide gebieden.
De onderstaande tabel geeft een overzicht van het verdwijnende, het nieuwe en het te compenseren wateroppervlak in de polder en in de boezem.
Onderdeel | Oppervlak [ha] | Te compenseren water in de boezemgebieden [ha] | Te compenseren water in de polder [ha] | |
Bestaand water | 0,17 | |||
Water dat overblijft | 0,05 | |||
Water dat vervalt | 0,12 | 0,12 | ||
Water dat overblijft BSLN* | 0,17 | |||
Water dat vervalt BSLN* | 0,08 | 0,08 | ||
Boezemgebied | ||||
Nieuwe verharding | 4,51 | |||
Bestaande verharding | 3,54 | |||
Extra verharding | 0,96 | * 15% | 0,14 | |
Poldergebied | ||||
Nieuwe verharding | 1,93 | |||
Bestaande verharding | 1,29 | |||
Extra verharding | 0,64 | * 15% | 0,10 | |
Extra verharding BSLN* | 0,33 | * 15% | 0,05 | |
Nieuw water | 0,17 | -0,17 | ||
Nieuw water BSLN* | 0,06 | -0,08 | ||
Totaal | 0,14 | 0,10 |
Tabel 4.1) waterhoeveelheden Kooiplein
* Dit betreft de ontwikkeling van de Brede School te Leiden. In eerdere plannen viel dit oppervlak binnen de plangrenzen, echter nu valt dit erbuiten. Voor de duidelijkheid is dit oppervlak wel nog opgenomen omdat dit de waterhuishoudkundige veranderingen met betrekking tot het boezemsysteem ten zuiden van de Willem de Zwijgerlaan beter weergeeft.
Uit de tabel blijkt dat er binnen de ontwikkeling 0,14 ha te weinig water is in de boezem en 0,10 ha water te weinig in de polder van het Noorderpark. Dit wateroppervlak moet ergens anders worden gecompenseerd. Dit te compenseren oppervlak is het aandeel van BSLN; 0,02 ha.
Compensatie mag buiten het plangebied plaatsvinden. De gemeente heeft hiervoor een zogenaamde "rekening courant" voor waterbergingsopgaven in het stedelijk gebied. Op deze rekening worden de gerealiseerde waterbergingsgebieden bijgehouden en de benodigde compenserende berging van ontwikkelingen. Het voorstel is om het water te compenseren in het stadsvernieuwingsgebied Groenoordhallen en omgeving (het GEO-gebied) en in de Van Voorthuijsenlocatie. Volgens de watertoets die voor de stadsvernieuwingslocaties langs de Willem de Zwijgerlaan is uitgevoerd, is er in de andere stadsvernieuwingslocaties voldoende water om de tekorten in deze ontwikkeling te compenseren.
In het plangebied is een afvalwaterstransportleiding gelegen. Deze leiding loopt van het afvalwatertransportgemaal Leiderdorp naar de afvalwaterzuiveringsinrichting in Leiden-Noord. Deze leiding ligt parallel aan de Willem de Zwijgerlaan. Op de planverbeelding wordt deze leiding bestemd. Ter bescherming van deze leiding is aan weerszijden van de leiding een strook grond van 2,5 meter breed gereserveerd waarop bepaalde werken en werkzaamheden niet toegestaan zijn.
Met het realiseren van voldoende watercompensatie binnen het gebied Groenoordhallen en inachtneming van de geformuleerde aandachtspunten is het bestemmingsplan op het gebied van het aspect water uitvoerbaar.