Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Delftse Jaagpad
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0546.BP00046-0302

3.2 Provinciaal en regionaal beleid

3.2.1 Provinciale structuurvisie 'Ontwikkelen met schaarse ruimte' (2010)
Op 2 juli 2010 is de ‘Visie op Zuid – Holland’ vastgesteld door Provinciale Staten. Een concurrerend, aantrekkelijk internationaal profiel, een duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie, divers en samenhangend stedelijk netwerk, stad en land verbonden en een vitaal, divers en aantrekkelijk landschap, dat zijn de vijf integrale ruimtelijke hoofdopgaven die de basis vormen voor de structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland'.
In deze Visie op Zuid-Holland beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. De structuurvisie geeft een doorkijk naar 2040 en de visie voor 2020 met bijbehorende uitvoeringsstrategie. Samen met inwoners en betrokken partijen wil de provincie het toekomstbeeld van Zuid-Holland invullen. De nieuwe Structuurvisie is in de plaats gekomen van de vier streekplannen en de Nota Regels voor Ruimte.
  
Naast het bieden van ruimte aan en het ordenen van functies richt de visie zich nadrukkelijk ook op de ruimtelijke kwaliteiten. Dit komt tot uitdrukking in de provinciale belangen. Deze hebben zowel betrekking op functionele als kwalitatieve aspecten. Deze aspecten worden in beeld gebracht op een functiekaart en een kwaliteitskaart. De functiekaart geeft de gewenste ruimtelijke functies weer die in de structuurvisie zijn geordend, begrensd en vastgelegd als ruimtelijk beleid tot 2020. Op de kwaliteitskaart staan daarnaast zowel de bestaande als gewenste kwaliteiten benoemd op een globale, regionale schaal, zie afbeelding 7 en 8.
 
Afbeelding 7: Uitsnede functiekaart
 
 
Afbeelding 8: Uitsnede kwaliteitskaart
 
De functiekaart geeft de gewenste en mogelijke ruimtelijke functies weer die in de structuurvisie zijn geordend, begrensd en vastgelegd als ruimtelijk beleid tot 2020. Zo biedt de kaart ruimte aan de diverse belangen in Zuid-Holland.
 
Terwijl de functiekaart stuurt op het ‘wat en waar’ stuurt de kwaliteitskaart op het ‘waar en hoe’. Op de kaart zijn zowel de bestaande als de gewenste kwaliteiten benoemd op een globale, regionale schaal. De kwaliteitskaart toont de diversiteit van Zuid-Holland en brengt de ruimtelijke kwaliteiten van provinciaal belang in beeld. De kaart geeft vanuit een kwalitatieve invalshoek richting en randvoorwaarden aan de ordening en ontwikkeling van de ruimte in Zuid-Holland.
 
Op de functiekaart staat onderhavig plangebied aangemerkt als stedelijk gebied, waarvan het oostelijk deel is aangemerkt als stedelijk gebied met hoogwaardig openbaar vervoer. In de functiekaart staat middels een stippellijn een mogelijke wegverbinding weergegeven. De structuurvisie vermeld aangaande deze verbindingen: 'Bij voorkeur binnen de planperiode te realiseren wegverbinding, waarvan het tracé globaal bekend is, maar de financiering nog niet verzekerd. Deze verbindingen mogen ruimtelijk niet onmogelijk gemaakt worden'.  
 
Op de kwaliteitskaart is het gebied eveneens als stedelijk gebied aangewezen.
 
De functie en kwaliteit van het plangebied komen reeds overeen met de functie- en kwaliteitskaart zoals deze zijn weergegeven in de provinciale structuurvisie. Het consoliderende karakter van dit plan zorgt ervoor dat de functies en kwaliteit zodanig behouden blijven. Tevens wordt er geen nieuwe planologische beperking voor de mogelijke wegverbinding, vermeld in de functiekaart, opgeworpen. Daarmee is onderhavig plan in lijn met de structuurvisie van Zuid-Holland.
3.2.2 Provinciale Verordening 'Verordening Ruimte Provincie Zuid-Holland' (2010)
In de Verordening Ruimte van de provincie Zuid-Holland, op 2 juli 2010 door de Provinciale Staten vastgesteld, zijn de provinciale belangen uit de structuurvisie verder uitgewerkt in regels. Aan deze regels moeten ruimtelijke plannen van de gemeenten voldoen.
 
Onderhavig plan betreft een consoliderend bestemmingsplan. De verordening ruimte geeft vooral regels t.a.v. ontwikkelingen, zoals nieuwe woningbouw, uitbreiding van kantoren etc. Onderhavig plan is niet in strijd met de provinciale verordening.
3.2.3 Regionale Structuurvisie Holland Rijnland (2009)
Deze structuurvisie is op 25 juni 2009 vastgesteld door het Algemeen Bestuur van het samenwerkingsorgaan Holland-Rijnland en vormt het gemeenschappelijke toetsingskader van alle regiogemeenten. Alle ruimtelijke ontwikkelingen in deze regio worden hieraan getoetst.
 
De visie bevat zeven kernbeslissingen die uitgaan van een evenwichtige ontwikkeling van wonen, recreatie, infrastructuur en intensief, meervoudig en duurzaam ruimtegebruik. De kernbeslissingen zijn:
1. Holland Rijnland is een top woonregio;
2. Leiden vervult een regionale centrumfunctie;
3. Concentratie stedelijke ontwikkeling;
4. Groenblauwe kwaliteit staat centraal;
5. De Bollenstreek en Veenweide en Plassen blijven open;
6. Speerpunt voor economische ontwikkeling: Kennis;
7. Speerpunt voor economische ontwikkeling: Greenport.
 
De Holland Rijnland gemeenten willen een aantrekkelijke regio, waar je niet alleen plezierig werkt en woont, maar ook prettig kunt recreëren. Ook moet Holland Rijnland goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer en de auto. Verder wil de regio zich onderscheiden in de Randstad en bijdragen aan de internationale positionering daarvan. Onder andere door de toegevoegde waarde op het gebied van landschap, wonen en economie. In het bijzonder voor economische sectoren als Greenport, Bio Sciences en ruimtevaarttechnologie.
 
Afbeelding 9: Regionale Structuurvisie (plangebied nabij pijl)
 
In de structuurvisiekaart staat het gebied aangewezen als stedelijk gebied. In de bijbehorende groenkaart staan delen van het gebied ook als natuur en ecologie aangewezen. Dezelfde delen zijn in de visie ook aangewezen als mogelijke woningbouwlocaties. Op de infrastructuurkaart is de mogelijke wegverbinding, zoals aangegeven in de provinciale structuurkaart, niet opgenomen.
 
Afbeelding 10: Natuur en ecologiekaart (plangebied nabij pijl)
 
Afbeelding 11:Woningbouw
     
Onderhavig plan betreft een consoliderend bestemmingsplan. De gebiedstypering, al dan niet terecht, zoals die aangegeven is in regionale structuurvisie zal door onderhavig plan niet wijzigen ten opzichte van de bestaande situatie. Eventuele strijdigheid wordt dan ook niet vergroot.