Plan: | Transvaal |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0546.BP00001-0301 |
Het plan maakt geen ontwikkelingen mogelijk, met uitzondering van de parkeergarage, waardoor de luchtkwaliteit ter plaatse niet zal verslechteren. Derhalve is geen nadere verantwoording noodzakelijk naar het aspect luchtkwaliteit. Voor nieuwe ontwikkelingen geldt dat moet worden aangetoond dat de luchtkwaliteit niet verslechterd. Voor de realisatie van de parkeergarage is door de Milieudienst een advies opgesteld. Het advies (d.d. 20 november 2008) is als bijlage aan voorliggend bestemmingsplan toegevoegd.
In de rapportage wordt bepaald wat de invloed op de lokale luchtkwaliteit is van de realisatie van de parkeergarage ter plaatse van Morspoort en maaiveld parkeren ter plaatse van Haagwegterrein.
Op 15 november 2007 is de Wet milieubeheer gewijzigd. De Wet milieubeheer, onderdeel luchtkwaliteit, maakt onderscheid tussen grote en kleine ruimtelijke projecten. Een project is klein als het slechts in geringe mate (ofwel niet in betekenende mate) leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit. De grens ligt bij een verslechtering van maximaal 3% van de grenswaarden voor de luchtkwaliteit.
De AMvB en de Regeling 'Niet in betekenende mate bijdrage (luchtkwaliteitseisen)' bevat criteria waarmee kan worden bepaald of een project van een bepaalde omvang wel of niet als 'In betekenende mate' moet worden beschouwd. Deze AMvB treedt gelijktijdig met het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) in werking. De periode tussen in werking zijn van de wet en de inwerkingtreding van het NSL geldt als een overgangsperiode. Tijdens deze periode mag rekening worden gehouden met een verslechtering van maximaal 1% van de grenswaarde (= 0,4 µg/m3 voor zowel stikstofdioxide en fijn stof).
De realisatie van parkeervoorzieningen is niet benoemd in de Regeling 'niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteiteisen)'. Daarom dient door middel van een luchtkwaliteitsonderzoek aangetoond te worden of wordt voldaan aan de Wet milieubeheer.
Conclusie
Het plan is 'niet in betekenende mate' en voldoet aan de Wet milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 luchtkwaliteitseisen. Verder wordt voldaan aan de ambitie uit het milieubeleidsplan 2003-2010. Hierdoor zijn er geen belemmeringen voor het plan met betrekking tot de luchtkwaliteit.
Indien de uitgangspunten wijzigen dient opnieuw bekeken te worden wat de consequenties zijn voor de luchtkwaliteit.