direct naar inhoud van 4.4 Akoestiek
Plan: Ooievaarszoom Schoonrewoerd
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0545.BPSWOERDOOIEVZ-VS01

4.4 Akoestiek

Onderzoek

In het kader van de Wet geluidhinder (Wgh) is onderzoek1 uitgevoerd ter bepaling van de geluidsbelasting ten gevolge van wegverkeer en industrie op de gevels van de geprojecteerde woningen binnen het plangebied. Het plangebied is gelegen in de geluidszone van de provinciale weg N484 en de Overheicop alsmede de geluidszone van het nabijgelegen industrieterrein (Leerdammer Company).

In onderstaande paragraaf is de samenvatting van het onderzoek opgenomen. Voor het volledige onderzoek wordt verwezen naar de bijlagen. De in de conclusie genoemde figuren en alternatieven zijn eveneens in de bijlage te vinden.

Conclusies

Doel van het onderzoek is de beoogde plansituatie te toetsen aan de wettelijke bepalingen conform de Wgh inzake wegverkeerslawaai en industrielawaai. Ten gevolge van het wegverkeer op de provinciale weg N484 wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB conform de Wgh overschreden. Ter beperking van de geluidsbelasting ten gevolge van het wegverkeer op de provinciale weg N484 zijn in het akoestisch onderzoek, naast de beoogde plansituatie tevens tien mogelijke alternatieven beschouwd.

Uit de resultaten van het onderzoek blijkt het volgende:

Wegverkeerslawaai

  • Voor de beoogde plansituatie (zie figuur 2 akoestisch onderzoek) bedraagt de geluidsbelasting Lden ten gevolge van wegverkeer op de provinciale weg N484 ter plaatse van de geprojecteerde woningen ten hoogste 63 dB, inclusief 2 dB aftrek ex artikel 110g Wgh. De voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt hierdoor met maximaal 15 dB overschreden. Wel wordt voldaan aan de maximale grenswaarde van 63 dB conform de Wgh.
  • Voor de geprojecteerde woningen van het gekozen plan waarbij ten gevolge van wegverkeer op de provinciale weg N484 sprake is van een geluidbelasting Lden van meer dan 48 dB (inclusief 2 dB aftrek ex artikel 110g Wgh), dient een hogere waarde te worden aangevraagd.
  • Voor de beoogde plansituatie bedraagt de geluidsbelasting Lden ter plaatse van de geprojecteerde woningen ten gevolge van wegverkeer op de Overheicop buiten en binnen de bebouwde kom ten hoogste respectievelijk 46 dB en 34 dB, inclusief 5 dB(A) aftrek ex artikel 110g Wgh. Hiermee wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB conform de Wgh.

Industrielawaai

  • Voor de beoogde plansituatie bedraagt het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) ten gevolge van industrielawaai ter hoogte van de geprojecteerde woningen ten hoogste 44, 40 en 41 dB(A) in respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode, overeenkomend met een etmaalwaarde van 51 dB(A). Hiermee wordt voldaan aan de maximale ontheffingswaarde van 55 dB(A). De grenswaarde van 50 dB(A) wordt ter hoogte van twee geprojecteerde woningen bij posities 21 en 22 (zie figuur 2 akoestisch onderzoek) met 1 dB overschreden. Voor deze geprojecteerde woningen dient derhalve een hogere waarde te worden aangevraagd.

Cumulatie

  • De gecumuleerde geluidsbelasting Lcum ten gevolge van wegverkeer en industrie ter hoogte van de geprojecteerde woningen bedraagt ten hoogste 65 dB (zonder toepassing aftrek wegverkeerslawaai). Aan de gevels van de woningen dienen zodanige geluidsisolerende voorzieningen te worden getroffen, dat aan de geluidseisen van het Bouwbesluit 2003 kan worden voldaan. De toe te passen geluidsisolerende voorzieningen aan de gevels van de woningen dienen in het kader van de aanvraag van de bouwvergunning nader onderzocht en uitgewerkt te worden.
  • Van de onderzochte mogelijke alternatieven geldt dat de alternatieven 1, 2, 4, 6, 8 en 10 op akoestische gronden voorkeur verdienen. Door de ontwikkelaar en de architect is aangegeven dat de schermen bij alternatief 1 en 2 financieel en stedenbouwkundig niet haalbaar zijn. Ook alternatief 4 is stedenbouwkundig ongewenst vanwege de benodigde dove gevels. Bij de alternatieven 6, 8 en 10 is ten opzichte van de beoogde plansituatie in de tuinen van de geprojecteerde woningen sprake van een lagere geluidsbelasting. Daar het gewenst is om woningen te voorzien van een geluidsluwere buitenruimte, is door de ontwikkelaar de voorkeur uitgesproken voor alternatief 10. Deze keuze is mede tot stand gekomen onder invloed van financiële haalbaarheid en stedenbouwkundige argumenten.
  • In figuur 13 van het akoestisch onderzoek zijn de voor alternatief 10 aan te vragen hogere waarden voor de geluidsbelasting ten gevolge van respectievelijk het wegverkeer op de N484 alsmede industrielawaai weergegeven.