Plan: | Ooievaarszoom Schoonrewoerd |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0545.BPSWOERDOOIEVZ-VS01 |
Beleid en normstelling
Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 4.1 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.
Tabel 4.1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk
stof | toetsing van | grenswaarde | geldig |
stikstofdioxide (NO2) | jaargemiddelde concentratie | 60 µg/m³ | 2010 tot en met 2014 |
jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | vanaf 2015 | |
fijn stof (PM10)1) | jaargemiddelde concentratie | 48 µg/m³ | tot en met 10 juni 2011 |
jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | vanaf 11 juni 2011 | |
24-uurgemiddelde concentratie | maximaal 35 keer per jaar meer dan 75 µg/m³ | tot en met 10 juni 2011 | |
24-uurgemiddelde concentratie | maximaal 35 keer per jaar meer dan 50 µg/m³ | vanaf 11 juni 2011 |
1) Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wlk behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007).
Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van ruimtelijke plannen uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied.
Besluit niet in betekenende mate (Besluit nibm)
In het Besluit nibm en de bijbehorende regeling is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de beperkte gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Dit kan het geval zijn wanneer een project een effect heeft van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10.
Onderzoek
Omdat de combinatie van de woningbouw en de kerk niet is opgenomen in het bovengenoemde 'Besluit niet in betekenende mate', is het noodzakelijk om door middel van berekeningen aan te tonen dat de luchtkwaliteit geen belemmering vormt voor de realisatie van de voorgenomen ontwikkeling. Deze berekeningen zijn opgenomen in het onderzoek 'Luchtkwaliteit bestemmingsplan Ooievaarszoom Schoonrewoerd'2. Onderstaande paragraaf geeft de conclusie van de onderzoeksresultaten.
Conclusie
De luchtconcentraties voor NO2 en PM10 voldoen aan de grenswaarden van de Wlk. Voor de jaren 2011, 2015 en 2020 is de luchtkwaliteit in beeld gebracht voor de situatie waarbij de geplande ontwikkeling Ooievaarszoom volledig is gerealiseerd. Omdat na de realisatie van het plan voor alle berekende stoffen aan de wettelijke grenswaarden wordt voldaan, bestaan er geen belemmeringen voor de realisatie ervan.
Voor alle berekende stoffen blijken de concentraties in de toekomst af te nemen. Deze afname is te verklaren uit de dalende achtergrondconcentraties als gevolg van schonere motoren en schonere brandstoftechnieken.