Plan: | Buitengebied Leerdam |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0545.BPBUITENGEBIED-VS01 |
De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig de in 12.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
Houtproductie is toegestaan, mits dit ondergeschikt is aan het bosbehoud en het behoud van de landschappelijke en natuurwaarden.
Gestreefd wordt naar behoud, herstel en ontwikkeling van natuurwaarden. Dit houdt in dat de bestaande biotopen van inheemse flora en fauna, in het bijzonder van plantengezelschappen, dienen te worden beschermd.
Het gehele gebied mag worden gebruikt ten behoeve van extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van het extensief recreatief medegebruik worden recreatieve voorzieningen, zoals paden, banken, picknicktafels, bewegwijzering e.d, in het gehele gebied toegestaan.
Woondoeleinden zijn uitsluitend toegestaan in de vorm een bedrijfswoning en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming, alsmede een bedrijfswoning met bijbehorende bijgebouwen.
Voor de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bedrijfswoning gelden de volgende maatvoeringseisen:
Bedrijfswoning | Min. | Max. | |
Goothoogte | N.v.t. | 4 m | |
Bouwhoogte | N.v.t. | 9 m | |
Inhoud | N.v.t. | 600 m3 | |
Afstand vrijstaande bedrijfswoning tot zijdelingse bouwperceelgrens | 5 m | N.v.t. |
Bijgebouwen bij bedrijfswoning | Max. |
Bebouwde oppervlakte | 60 m2 |
Goothoogte | 3 m |
Bouwhoogte | 3 m |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde bij bedrijfswoning | Max. |
Hoogte erfafscheidingen | Voor voorgevelrooilijn: 1 m; Overige: 2 m |
Hoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Voor voorgevelrooilijn: 1 m; Overige: 3 m |
Voor de overige bouwwerken, geen gebouwen zijn geldt een maximale bouwhoogte van 1,5 m, met dien verstand dat de bouwhoogte voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het extensief recreatief medegebruik maximaal 2,5 m mag bedragen.
Burgemeester en wethouders ontheffing verlenen van de maximale inhoud van bedrijfswoningen, inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot een maximum van 850 m3 onder de volgende voorwaarden:
In ieder geval geldt als strijdig met de bestemming gebruik van gronden en opstallen:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de in het schema onder 12.5.4 opgenomen aanlegvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren, met dien verstande dat deze aanlegvergunningplicht niet geldt ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.
Het onder 12.5.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 12.5.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de waarden waarop deze bestemming is gericht. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 12.5.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Alvorens de vergunning wordt verstrekt, wordt door burgemeester en wethouders eerst een onafhankelijke terzake deskundige gehoord.
Aanlegvergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de aanlegvergunning |
het verwijderen van houtgewas, houtwallen, bosschages | 1. deze werkzaamheid vindt plaats in het kader van bos- of natuurbeheer of het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik; 2. er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van de aanwezige natuurwaarden |
het diepploegen en diepwoelen van de bodem (>40 cm) | deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het bos- of natuurbeheer |
het graven, ophogen en egaliseren van de bodem | 1. deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het bos- of natuurbeheer 2. de waterhuishouding wordt niet onevenredig aangetast; hiertoe wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder; |
het graven/ aanleggen, dempen, vergroten of herprofileren van sloten en kleine oppervlaktewateren | 1. deze werkzaamheid vindt plaats in het kader van bos- of natuurbeheer dan wel voor het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik; 2. de waterhuishouding wordt niet onevenredig aangetast; hiertoe wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder; 3. de activiteiten mogen geen onevenredige aantasting betekenen van de aanwezige natuurwaarden. |
het aanbrengen van houtgewas, niet zijnde het aanbrengen van boomteelt, heesters en sierteelt | deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het bos- of natuurbeheer |
het aanbrengen van oeverbeschoeiingen | deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het bos- of natuurbeheer |
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen en half verhardingen met een oppervlakte van maximaal 200 m2, uitsluitend buiten de aanduiding 'pad' | 1. de verhardingen zijn noodzakelijk voor het beheren dan wel verbeteren van bos en natuur dan wel voor het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik; 2. de verhardingen mogen geen onevenredige aantasting betekenen van de aanwezige natuurwaarden; 3. de waterhuishouding wordt niet onevenredig aangetast; hiertoe wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder; |
het aanbrengen van ondergrondse leidingen | 1. er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van de aanwezige natuurwaarden; 2. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de waterhuishouding. |
Overtreding van het bepaalde in 12.5.1 is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten.