direct naar inhoud van 4.7 Verkeer en vervoer
Plan: Stormpolder
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0542.BPStormpolder-oh01

4.7 Verkeer en vervoer

4.7.1 Toetsingskader

Er is geen specifieke wetgeving met betrekking tot het aspect verkeer en vervoer. Wel wordt in het kader van een goede ruimtelijke ordening de aanvaarbaarheid van het effect van nieuwe ontwikkelingen op de verkeersafwikkeling, bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid in beeld gebracht. In de Nota Mobiliteit, de Nota Ruimte, diverse regionale en provinciale verkeer- en vervoersplannen en jurisprudentie is de toepassing van een mobiliteitsscan (ook wel 'Mobiliteitstoets' genoemd) als beleid opgenomen. In het kader van de Mobiliteitsscan wordt onderbouwd dat:

  • op een zorgvuldige wijze naar de mobiliteitsaspecten is gekeken;
  • er tijdig en voldoende maatregelen worden genomen om een goede ontsluiting en bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid te garanderen voor gemotoriseerd verkeer, langzaam verkeer en openbaar vervoer.
4.7.2 Onderzoek

Referentiesituatie

Verkeersontsluiting gemotoriseerd verkeer

Bedrijventerrein Stormpolder wordt primair ontsloten via de Industrieweg naar de provinciale weg N210. Vanaf de N210 rijdt men in noordwestelijke richting naar Capelle aan den IJssel, Rotterdam en richting de Rijkswegen A15, A16 en A20. In zuidoostelijke richting ontsluit de N210 naar Schoonhoven en uiteindelijk Utrecht. De Industrieweg is een gebiedsontsluitingsweg met een maximum snelheid van 50 km/h. Deze weg beschikt aan twee zijden van de weg over een (brom)fietspad.

Met uitzondering van de wegen rond het parkeerterrein bij de Waterbushalte geldt op alle interne wegen op het bedrijventerrein een maximum snelheid van 50 km/h. Er zijn geen aparte fietsvoorzieningen aanwezig en, op de kruispunten met de Industrieweg na, geldt – ondanks het 50 km/h-regime – op alle kruispunten gelijkwaardige voorrang. Het meest westelijke deel van de Industrieweg (richting het parkeerterrein bij de Waterbus) is ingericht als 30 km/h-zone.

Milieueffecten ontwikkelingsmogelijkheden bestemmingsplan

Verkeersgeneratie (worst case)

De bouwvlakken op het bedrijventerrein Stormpolder hebben een oppervlakte van in totaal circa 64,4 hectare, waarvan 80% bebouwd mag worden. In de huidige situatie is ruim 35 hectare grond reeds bebouwd. Van de bijna 52 hectare beschikbare bebouwbare grond is nog ongeveer 16 hectare onbebouwd.

De maximale verkeersgeneratie van het gebied kan worden afgeleid uit de gegevens van de Regionale Verkeers- en Milieukaart (RMVK) van de stadsregio Rotterdam. Uitgaande van het huidige gebruik van het terrein prognosticeert het verkeersmodel voor 2020 8.400 mvt/etmaal. In de huidige situatie is nog niet alle beschikbare grond op het bedrijventerrein in gebruik. Uitgangspunt voor onderstaand onderzoek is dat van de hypothetische situatie (worst-case scenario) wordt uitgegaan dat de bestaande bebouwing in het gehele plangebied wordt gehandhaafd en dat nieuwbouw gerealiseerd zal worden op de onbebouwde delen. Kanttekeningen bij deze hypothetische situatie is o.a. dat uitgegaan wordt van de maximale bebouwingspercentages. Dit zou betekenen dat opslag, montage, havenfaciliteiten, parkeren en de interne ontsluiting slechts op een zeer beperkt deel van het perceel plaats zou vinden. Los hiervan staat natuurlijk ook de huidige economische situatie waardoor een stagnatie is ontstaan van nieuwbouw. Als in de toekomst (hypothetische situatie) de totale beschikbare bebouwbare grond benut wordt voor bedrijvigheid, zal het aantal motorvoertuigbewegingen op een werkdag met maximaal 4.000 mvt/etmaal toenemen5. Wanneer het bedrijventerrein volledig bebouwd is, bedraagt de totale verkeersgeneratie in de toekomstsituatie circa 12.500 mvt/etmaal. Over de afwikkeling van het verkeer naar de herkomst en bestemmingslocaties is een aanname gedaan. In de volgende tabel is weergegeven hoe dit verkeer zich over het omliggende wegennet zal verdelen en in welke mate het verkeer op deze wegen in de toekomst zal toenemen.

Tabel 4.10 Intensiteiten 2020 omliggend (hoofd)wegennet

Weg   Mvt/etmaal 2020 bij huidige bebouwing   Percentage extra aanbod verkeer bij volledige bebouwing   Mvt/etmaal 2020 bij volledige bebouwing  
Industrieweg (bedrijventerrein – Lekdijk)   8.400   100%   12.400 (+48%)  
Lekdijk (Industrieweg – Noord)   6.000   2%   6.100 (+2%)  
Industrieweg (Lekdijk – Parallelweg)   13.400   98%   17.300 (+29%)  
Parallelweg (Industrieweg – IJsseldijk)   2.500   3%   2.600 (+4%)  
Industrieweg (Parallelweg – N210)   15.400   95%   19.200 (+25%)  
N210 (Industrieweg – N474)   14.500   15%   15.100 (+4%)  
N210 (Industrieweg – Algerabrug)   51.500   70%   54.400 (+6%)  
Nieuwe Tiendweg (N210 – Van Ostadelaan)   34.700   10%   35.100 (+1%)  

Routekeuze

Bovenstaande tabel laat zien dat 70% van het extra aanbod van verkeer door volledige bebouwing vanaf het bedrijventerrein over de N210 richting de Algerabrug rijdt. Een deel van dit verkeer heeft een bestemming in Rotterdam of Capelle aan den IJssel (ongeveer 20%). Het overige deel zoekt zijn weg naar een bestemming verder weg via de Rijkswegen A15 (richting Alblasserdam of Europoort), A16 (richting Zwijndrecht) en de A20 (richting Schiedam of Gouda). Hierbij is aangenomen dat elke richting over deze Rijkswegen 10% van het totale extra verkeersaanbod door volledige bebouwing krijgt toebedeeld (ongeveer 400 mvt/etmaal per richting). De volgende tabel laat de intensiteiten op deze snelwegen zien in 2020 bij een autonome groei6 en de verkeerstoename door volledige bebouwing van het plangebied.

Tabel 4.11 Intensiteiten 2020 Rijkswegen

Weg   Mvt/etmaal 2020 bij huidige bebouwing   Mvt/etmaal 2020 bij volledige bebouwing  
A15 richting Alblasserdam   117.400   117.800 (+0,3%)  
A15 richting Europoort   96.500   96.900 (+0,4%)  
A16 richting Zwijndrecht   191.900   192.300 (+0,2%)  
A20 richting Schiedam   140.800   141.200 (+0,3%)  
A20 richting Gouda   169.100   169.500 (+0,2%)  

De tabel laat zien dat het verkeer op de autosnelwegen van/naar Stormpolder opgaat in de bestaande verkeersstromen. De toename van het verkeer op deze wegen bedraagt slechts enkele promillen (maximaal 0,4%) van de geprognosticeerde verkeersintensiteit voor 2020. De effecten van deze verkeerstoename zijn daarmee nihil. Van belang daarbij is dat de genoemde maximale toename ruim binnen de betrouwbaarheidsmarge valt voor verkeersprognoses in het algemeen. Deze bedraagt namelijk circa +/- 10%.

Verkeersafwikkeling

Voor de ontsluiting van het bedrijventerrein zelf is de afwikkeling op het kruispunt van de Industrieweg en Nieuwe Tiendweg met de N210 maatgevend. In de huidige situatie is de verkeersafwikkeling op dit kruispunt niet optimaal. De vormgeving van het kruispunt biedt op de drukste momenten van de dag (spitsperioden) onvoldoende capaciteit om het nu al relatief hoge verkeersaanbod te kunnen verwerken. Daarnaast zorgt de beperkte capaciteit van de Algerabrug voor verdere afwikkelingsproblemen van en naar de stroomwegen A15 en A20. De Algerabrug beschikt over 2x1 rijstroken plus een spitsstrook.

Het kruispunt van de N210 met de Industrieweg en de Nieuwe Tiendweg verwerkt in de huidige situatie (2011) volgens het verkeersprognosemodel 53.700 mvt/etmaal. In de spitsperioden staan dan ook files op alle takken van het kruispunt. Volgens het verkeersprognosemodel verwerkt het kruispunt in 2020 58.100 mvt-etmaal, 8,2% meer dan in de huidige situatie. Als gevolg van volledig gebruik van het bedrijventerrein (hypothetische situatie) neemt de verkeersintensiteit op het kruispunt toe met 1.900 mvt/etmaal. Ten opzichte van 2011 stijgt de hoeveelheid te verwerken verkeer dan met 11,7% ten opzichte van 2011. Dat is slechts 3,5% meer dan in de autonome situatie. Op basis daarvan kan worden gesteld dat de verkeersafwikkeling ten opzichte van de autonome situatie in 2020 niet zal verslechteren.

Verkeersontsluiting langzaam verkeer

De Industrieweg beschikt langs beide zijden van de weg over een vrijliggend (brom)fietspad. Op de overige wegen ontbreken fietsvoorzieningen. De fietser maakt hier gebruik van de rijbaan. In combinatie met de maximum snelheid van 50 km/h voor gemotoriseerd verkeer, wordt hiermee niet aan de regels van Duurzaam Veilig voldaan. Gezien het feit dat het gebied een bedrijventerrein betreft, is het aantal fietsers dat gebruik maakt van de verschillende wegen echter beperkt. Door de aanwezigheid van vrijliggende (brom)fietsvoorzieningen langs beide zijden van de belangrijkste toegangsweg tot het bedrijventerrein (Industrieweg) is de ontsluiting van het bedrijventerrein voor het fietsverkeer goed. De situatie waarin het bedrijventerrein volledig wordt bebouwd, leidt op dit punt niet tot een verdere verslechtering.

Ontsluiting per openbaar vervoer

Het bedrijventerrein wordt aangedaan door buslijn 96. Deze dienst rijdt vanaf het Rotterdamse metrostation Capelsebrug, via busstation Krimpen aan den IJssel, een ronde over het terrein. Het busstation van Krimpen a/d IJssel ligt midden in het dorp, langs de rondweg die vanaf de Algerabrug afkomt. Deze vormt een schakel in het lokale en regionale openbaar vervoernetwerk. De busdienst rijdt met een frequentie van 2x per uur tussen 06.00 uur en 08.00 uur en tussen 15.00 uur en 17.00 uur. De maximale loopafstand naar een van de haltes op het terrein bedraagt ongeveer 600 meter. Nabij de brug over De Hollandse IJssel halteert ook lijdienst 194 (halte aan de Lekdijk). Deze rijdt tussen metrostation Capelsebrug in Rotterdam en het centrum van Bergambacht. Deze lijndienst rijdt met een frequentie van 1x per uur per rijrichting. Alleen het meest oostelijk gelegen deel van het bedrijventerrein is binnen een acceptabele loopafstand van deze halte gelegen. Aan de westzijde van het terrein halteert ook de Waterbus. Deze vaart tussen Dordrecht en Rotterdam. Deze vaart met een frequentie van 2x per uur per rijrichting. De ontsluiting per openbaar vervoer is goed. De kwaliteit van de openbaarvervoerontsluiting zal niet wijzigen als gevolg van de volledige ingebruikname van het bedrijventerrein.

Verkeersveiligheid

De Industrieweg is aan beide zijden van de weg voorzien van een vrijliggende (brom)fietsvoorziening. Zodoende worden het gemotoriseerd verkeer en het fietsverkeer gescheiden van elkaar afgewikkeld. Op dit gebied voldoet de inrichting van deze gebiedsontsluitingsweg met een maximum snelheid van 50 km/h aan de Duurzaam Veilig. Op de overige wegen geldt ook een maximum snelheid van 50 km/h. Hier zijn geen fietsvoorzieningen aanwezig. Daarnaast geldt op alle kruispunten, met uitzondering van de kruisingen van de Industrieweg gelijkwaardige voorrang. Een voorrangsregeling is vanuit herkenbaarheid en uniformiteit en daarmee vanuit veiligheidsoverwegingen wel gewenst. Het verkeersveiligheidsniveau op het bedrijventerrein is derhalve matig. De volledige ingebruikname van het terrein heeft geen wezenlijke invloed op de verkeersveiligheidssituatie.

Parkeren

Het aantal benodigde parkeerplaatsen kan worden bepaald aan de hand van parkeerkencijfers uit CROW uitgave 317. Deze is afhankelijk van de bedrijfsfunctie en de omvang van het bruto vloeroppervlak van deze bedrijven. Hierbij geldt als uitgangspunt dat het parkeren op eigen terrein (van de bedrijven) wordt gerealiseerd. De volledige ingebruikname van het terrein heeft geen wezenlijke invloed op de parkeersituatie.

4.7.3 Conclusie

De bereikbaarheid van het bedrijventerrein is voor het fietsverkeer en openbaar vervoer goed. De verkeersafwikkeling van het autoverkeer is in de huidige situatie niet optimaal en daarom als matig beoordeeld. Dit hangt met name samen met de capaciteit van de Algerabrug. Na volledige ingebruikname van het bedrijventerrein (hypothetische situatie) zal de bereikbaarheid niet wezenlijk verslechteren. De hoeveelheid verkeer die het maatgevende kruispunt van de Industrieweg en Nieuwe Tiendweg met de N210 dan zal verwerken ligt slechts 3,5% hoger dan in de autonome situatie. Aandachtspunt is de verkeersveiligheidssituatie voor fietsers en de gelijkwaardige voorrangssituatie op de verschillende kruispunten gecombineerd met een 50 km/h-regime.

De situatie met betrekking tot de verkeersontsluiting van het langzaam verkeer en openbaar vervoer als ook de verkeersveiligheids- en parkeersituatie wijzigt na volledige ingebruikname van het bedrijventerrein niet. Het aspect verkeer en vervoer staat de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg.