direct naar inhoud van 4.6 Planologisch relevante leidingen
Plan: Stormpolder
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0542.BPStormpolder-oh01

4.6 Planologisch relevante leidingen

4.6.1 Toetsingskader

Leidingen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen

Per 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen in werking getreden. Deze AMvB sluit aan bij de risiconormering uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi): uitgegaan wordt van het PR en een oriëntatiewaarde voor het GR. Voor het PR geldt dat er binnen de risicocontour van 10-6 geen kwetsbare objecten mogen worden gerealiseerd. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde. Voor het GR wordt een oriëntatiewaarde als ijkpunt gehanteerd. Het GR in de omgeving van buisleidingen moet worden verantwoord (in bestaande en nieuwe situaties). In een aantal situaties kan worden volstaan met een beperkte verantwoording van het GR. Het betreft de volgende situatie:

  • 1. het plangebied ligt buiten het gebied behorende bij de afstand waar nog 100% van de aanwezigen kan komen te overlijden of, bij toxische stoffen, het plangebied buiten de grens ligt waarbij het PR 10-8 per jaar is; of
  • 2. het GR is kleiner dan 0,1 maal de oriënterende waarde; of
  • 3. het GR neemt met minder dan 10% toe en de oriënterende waarde wordt niet overschreden.

Bij een beperkte verantwoording kan worden volstaan met het vermelden van:

  • 1. de personendichtheid in het invloedsgebied van de buisleiding en een uitspraak over de verwachte toekomstige personendichtheid in geval van concrete ontwikkelingen in het invloedsgebied;
  • 2. het GR per kilometer buisleiding en de bijdrage van de ontwikkeling (toegelaten beperkt kwetsbare en kwetsbare objecten) aan de hoogte van het GR;
  • 3. de mogelijkheden tot bestrijding en beperking van rampen;
  • 4. de mogelijkheden tot zelfredzaamheid van personen in het plangebied.

Ten aanzien van de laatste twee aspecten dient het bevoegd gezag de regionale brandweer in staat te stellen om een advies uit te brengen.

Overige leidingen

Voor planologisch relevante leidingen gelden, afhankelijk van diameter/sterkte, belemmeringenzones.

4.6.2 Onderzoek

Transport door buisleidingen

Op een grotere afstand van het plangebied (meer dan 300 m) is een hogedruk aardgastransportleiding gelegen. De kenmerken van deze leiding zijn weergegeven in de volgende tabel.

Tabel 4.9 Kenmerken leiding

Naam   Maximale werkdruk   Uitwendige diameter   PR 10-6 
risicocontour  
Invloedsgebied GR  
Aardgasleiding Gasunie (W-513-02-KR)   40 bar   6,63 inch   0 m   70 m  

Het plangebied ligt ver buiten het invloedsgebied van de leiding. De betreffende leiding heeft dan ook geen invloed op de externe veiligheidssituatie in het plangebied.

Overige leidingen, hoogspanningsverbindingen en straalpaden

Er zijn geen overig planologisch relevante buisleidingen of hoogspanningsverbindingen in het plangebied aanwezig. Wel is sprake van een straalpad dat het plangebied doorkruist. Deze is op de verbeelding opgenomen. In de planregels is hiermee rekening gehouden.

Milieueffecten ontwikkelingsmogelijkheden bestemmingsplan

Het plangebied ligt buiten het invloedsgebied van de gasleiding. De ontwikkelingsmogelijkheden die het bestemmingsplan biedt hebben geen milieugevolgen vanwege de aanwezigheid van de aardgastransportleiding. De leiding staat de vaststelling van het bestemmingsplan dan ook niet in de weg. Tevens vormt de leiding en het straalpad geen belemmering voor eventuele ontwikkelingen in het plangebied.

4.6.3 Conclusie

Het aspect kabels en leidingen staat de vaststelling van het bestemmingsplan niet in de weg.