Plan: | Stormpolder |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0542.BPStormpolder-oh01 |
In de planMER (en dus dit bestemmingsplan) worden de ontwikkelingsmogelijkheden in het bestemmingsplan vergeleken met de referentiesituatie.
De referentiesituatie betreft de huidige situatie plus de autonome ontwikkelingen.
Huidige situatie
Dit is de feitelijke huidige ruimtelijke situatie zoals deze momenteel aanwezig en ruimtelijk vergund is.
Stormpolder betreft een gezoneerd industrieterrein dat geschikt is voor zware bedrijvigheid. Een beschrijving van de huidige ruimtelijke structuur, verkeersstructuur en functionele analyse is in Hoofdstuk 3 opgenomen. Zoals in dit hoofdstuk reeds is aangegeven wordt de Stormpolder gekenmerkt door watergebonden bedrijvigheid. Voor deze vorm van bedrijven is veel ruimte, omdat het volledige gebied is omringd door water. Aan de kruising van Hollandse IJssel en Nieuwe Maas liggen de terreinen van Hollandia en IHC Offshore and Marine. Ook ligt in het gebied aan de noordoostzijde langs de Sliksloot scheepsbouwbedrijf gebroeders Buijs.
De overige bedrijven in het gebied zijn verschillend van aard, waarbij het opvalt dat er een substantieel aantal bedrijven aanwezig is dat handelt in auto's of in onderdelen van auto's (perifere detailhandel). Het betreffen in het algemeen bedrijven die aanwezig zijn op veel reguliere bedrijventerreinen van (middel)zware grootte: aannemers, (metaal)constructie, metaalbewerking en smederijen, autohandelaren, groothandelsbedrijven et cetera.
Slechts 6,5 % van de huidige bedrijven op het industrieterrein wordt in theorie als 'zwaar' aangemerkt. Dat wil zeggen: het zijn bedrijven uit minstens categorie 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten/VNG-uitgave met een richtafstand vanaf 200 m ten opzichte van een rustige woonwijk (voor verdere uitleg wordt verwezen wordt naar paragraaf 4.3 Milieuzonering bedrijvigheid). Dat wil overigens niet zeggen dat de milieubelasting van deze bedrijven zich ook daadwerkelijk over een zone van 200 m of meer uitstrekt: de richtafstanden geven een eerste indicatie. De overige bedrijven zijn lichter van aard. De aanwezige bedrijven vanaf categorie 4.1 zijn in de volgende tabel opgenomen.
Tabel 4.2 Overzicht aanwezige bedrijven vanaf categorie 4.1 op industrieterrein Stormpolder
Adres | Naam | SBI-code 1993 | Categorie SvB |
Schaardijk 23 | Hollandia BV, vervaardigen van metalen constructiewerken in de open lucht | 281 | 4.2 |
Schaardijk 24 | IHC Offshore & Marine, vervaardigen van schepen | 351 | 5.1 |
Stormpolderdijk 9 | Gebr. Buijs Scheepsbouw BV, vervaardigen van schepen | 351 | 5.1 |
Stormsweg 11 | NV Milieuservices AVR Krimpen a/d IJssel, afvalbeheer | 9002.2 | 4.2 |
Van der Hoopstraat | Grondbank Stormpolder, afvalbeheer | 9002.2 | 4.2 |
Van der Hoopstraat 2 | H. van Wijnen Salmonsmokers BV, visverwerking | 1520 | 5.2 |
In de volgende figuur is een overzicht opgenomen van de huidige categorieën van alle aanwezige bedrijven.
Figuur 4.1 actuele situatie aanwezige VNG-categorie van bedrijven (anno oktober 2011)
Op het industrieterrein zijn in de huidige situatie enkele bedrijven gevestigd die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken (Wgh-inrichtingen: inrichtingen die onder de Wet geluidhinder vallen). Dit betreffen de bedrijven met activiteiten gericht op het vervaardigen van schepen (IHC Offshore & Marine en Gebr. Buijs Scheepsbouw BV) en het vervaardigen van metalen constructiewerken in de open lucht (Hollandia BV).
Er zijn op dit moment slechts 4 bedrijven aanwezig die bij nieuwvestiging of uitbreiding zouden kunnen leiden tot een planmer-plicht voor het bestemmingsplan.3 Of de betreffende bedrijven daadwerkelijk mer-beoordelingsplichtig of projectmer-plichtig zijn in het milieuspoor is vaak afhankelijk van het oppervlak en de productiecapaciteit.
Er is slechts een gering aantal risicorelevante inrichtingen op Stormpolder aanwezig: in de huidige situatie betreffen dit 3 bedrijven.
De laatste jaren hebben weinig bedrijfswisselingen op het industrieterrein plaatsgevonden.
Autonome ontwikkelingen
Autonome ontwikkelingen betreffen toekomstige zekere ontwikkelingen binnen en buiten het plangebied. Afhankelijk van de relevantie voor het onderwerp wordt per milieuaspect aandacht besteed aan de autonome ontwikkelingen.
Binnen het plangebied
Binnen het plangebied zijn geen toekomstig zekere ontwikkelingen voorzien. Er is geen reeds bestemde (en met een bouwvergunning/omgevingsvergunning voor bouwen bevestigde) ruimte die met grote zekerheid op korte termijn ingevuld wordt. Voor het plangebied is de referentiesituatie dus gelijk aan de huidige situatie.
Buiten het plangebied
Buiten het plangebied vinden geen autonome ontwikkelingen plaats (toekomstig zekere ontwikkelingen) die leiden tot een relevante andere milieusituatie in het plangebied of die leiden tot een andere omgeving.
Doorkijk mogelijk nieuwe woonmilieus aan de Nieuwe Maas
Mogelijk dat in de toekomst aan de oevers van de Nieuwe Maas (onder andere in Ridderkerk en Rotterdam) een exclusief woonmilieu ontwikkeld wordt. Dit is opgenomen als regionaal beleid in het Gebiedsprofiel 'Rivierenland'. Hiervoor zijn echter nog geen concrete woningbouwplannen ontwikkeld. Deze mogelijke ontwikkelingen zijn juridisch-planologisch dan ook nog niet mogelijk gemaakt. In het planMER wordt bij het maatgevende aspect industrielawaai een doorkijk geboden naar de mogelijkheden die het bestemmingsplan Stormpolder biedt voor deze eventuele ontwikkelingen. Bekeken wordt of er woningbouwmogelijkheden aanwezig zijn gelet op het bestemmingsplan Stormpolder. |
Het bestemmingsplan is consoliderend van aard. Dat wil zeggen dat het een bestemmingsplan betreft voor een bestaand industrieterrein, waarbij slechts nog enkele kavels braak liggen. In het vigerende bestemmingsplan heeft het industrieterrein ook reeds een bedrijfsbestemming met bijbehorende bouwmogelijkheden. Op ruimtelijk vlak wordt dan ook gesproken over een consoliderend bestemmingsplan.
Dat wil echter niet zeggen dat er vanuit de mer-optiek geen ontwikkelingen mogelijk zijn ten opzichte van de referentiesituatie. Zo zijn er, op basis van de opgenomen milieuzonering, bedrijfswisselingen mogelijk of kunnen de lege bedrijfspercelen worden ingevuld.
Representatieve invulling van de maximale planologische mogelijkheden
Algemeen
Om de ontwikkelingsmogelijkheden van het ruimtelijk plan te vertalen naar milieueffecten, is het noodzakelijk om uit te gaan van onderbouwde aannames ten aanzien van de invulling van bestemmingen, om zo de representatieve invulling van de maximale ontwikkelingsmogelijkheden te bepalen.
In dit planMER worden de milieueffecten van de representatieve invulling van de maximale planologische mogelijkheden onderzocht. Redenen voor het bepalen van een representatieve invulling van de maximale ontwikkelingsmogelijkheden zijn:
Representatieve invulling voor Stormpolder
Op basis van bovenstaande informatie is het realistisch te veronderstellen dat de bedrijfsdynamiek en representatieve invulling van de maximale planologische mogelijkheden gering van aard zal zijn.
Voor de representatieve invulling is uitgegaan van de volgende ontwikkelingen:
Figuur 4.2 Representatieve invulling Stormpolder: versterking maritiem cluster en verwachte opvulling lege kavels
Gelet op het huidige profiel van het industrieterrein zal de invulling van deze bouwmogelijkheden vooral de realisatie van reguliere bedrijvigheid betreffen (hooguit middelzware bedrijvigheid uit maximaal categorie 3.2). Dat wil zeggen bedrijvigheid, grotendeels lokaal/regionaal georiënteerd, die vaak op bedrijventerreinen voor middelzware bedrijvigheid wordt aangetroffen en ook in de huidige situatie veelvuldig aanwezig is, zoals aannemers, constructiebedrijven, autohandelaren, metaalbewerking, groothandelsbedrijven et cetera.
Figuur 4.3 Maximale milieuzonering zoals opgenomen in het bestemmingsplan (bron: stikstofdepositieonderzoek)
Tabel 4.3: Overzicht bouwmogelijkheden in ha voor Stormpolder
Nadere specificering | Oppervlak (in ha) | |
Oppervlakte van alle bouwvlakken samen | 64,4 | |
Oppervlakte van de maximale bouwmogelijkheden | 80% van 64,4 ha (bebouwingspercentage) |
51,5 |
Oppervlakte van het feitelijk bebouwde deel | 35,5 | |
Nog beschikbare onbebouwde grond | 51,5 – 35,5 ha | 16,0 |