direct naar inhoud van 4.1 Achtergrond planMER
Plan: Stormpolder
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0542.BPStormpolder-oh01

4.1 Achtergrond planMER

4.1.1 Waarom een planmer-plicht voor dit bestemmingsplan?

Een milieueffectrapportage is een hulpmiddel bij de besluitvorming van de overheid over een plan of project. In de Wet milieubeheer en het Besluit milieueffectrapportage 1994 is onderscheid gemaakt in:

  • 1. de planmer1: deze is gekoppeld aan de besluiten/plannen van de overheid die het kader scheppen voor een mer-(beoordelings)plichtige activiteit;
  • 2. de projectmer: deze is gekoppeld aan de besluiten (plannen of vergunningen) van de overheid die de realisatie van een mer-plichtige activiteit direct mogelijk maken;
  • 3. de mer-beoordeling: deze is gekoppeld aan de besluiten (plannen of vergunningen) van de overheid die de realisatie van een mer-beoordelingsplichtige activiteit direct mogelijk maken;
  • 4. de vormvrije mer-beoordeling: deze is gekoppeld aan de besluiten (plannen of vergunningen) van de overheid die de realisatie van activiteiten mogelijk maakt die kleiner zijn dan de drempelwaarden die zijn opgenomen voor een mer-beoordeling of projectMER2.

Planmer-plicht voor dit bestemmingsplan

Omdat dit bestemmingsplan de vestiging van bedrijven mogelijk maakt die in het kader van het milieuspoor (omgevingsvergunning voor milieu) mogelijk mer-(beoordelings)- plichtig zijn, geldt voor dit bestemminsplan een planmer-plicht. Een planMER is tevens verplicht indien voor een project een zogenaamde passende beoordeling op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 vereist is. Dit is voor dit bestemmingsplan aan de orde. Verwezen wordt naar de paragraaf 4.10 Passende beoordeling Nbw en Bijlage 1.

PlanMER vormt tevens inhoud voor vormvrije mer-beoordeling

De wijziging of uitbreiding van een industrieterrein is in een bestemmingsplan mer-beoordelingsplichtig als de uitbreiding een oppervlak van 75 ha of meer omvat. Ook een stedelijk ontwikkelingsproject kan mer-beoordelingsplichtig zijn bij een oppervlakte van 100 ha of een bruto vloeroppervlak van 200.000 m2. Dat is voor Stormpolder niet aan de orde: er worden in dit bestemmingsplan geen grote, structuurbepalende wijzigingen in grote delen van het plangebied mogelijk gemaakt.

Voor uitbreidingen die onder de drempel vallen is formeel nog sprake van een vormvrije mer-beoordeling (situatie 4 zoals hierboven is aangegeven). In deze vormvrije mer-beoordeling wordt bekeken of er belangrijke negatieve milieugevolgen op kunnen treden die het doorlopen van een volledige projectmer-procedure noodzakelijk maken. Gelet op de invulling van enkele lege kavels is voor het bestemmingsplan Stormpolder formeel een vormvrije mer-beoordeling aan de orde.

Aan de vormvrije mer-beoordeling zijn geen inhouds- of procedure-eisen verbonden. Op basis van de resultaten uit het planMER worden conclusies met betrekking tot de vormvrije mer-beoordeling getrokken.

4.1.2 Hoe ziet de planmer-procedure eruit?

Het planMER wordt parallel aan het bestemmingsplan opgesteld. De gezamenlijke procedure voor planmer en bestemmingsplan bestaat uit de volgende stappen (zie tabel 4.1):

Tabel 4.1 Procedure planMER en bestemmingsplan

Stap   planMER   Bestemmingsplan  
 
1   openbare kennisgeving opstellen planMER en bestemmingsplan  
2   opstellen conceptplanMER   opstellen voorontwerpbestemmingsplan  
3   Terinzagelegging + raadpleging bestuursorganen/adviseurs/derden over reikwijdte en detailniveau planMER  
4   opstellen planMER   opstellen ontwerpbestemmingsplan  
5   terinzagelegging  
6   advies van de Commissie m.e.r.    
7     verwerken zienswijzen en advies van de Commissie m.e.r. in (definitieve) bestemmingsplan  
8     vaststelling definitief bestemmingsplan  

De vorm van raadpleging over reikwijdte en detailniveau van het planMER is vormvrij. De gemeente heeft ervoor gekozen om dit te doen op basis van een conceptplanMER die deel uitmaakt van de toelichting van het bestemmingsplan, zodat iedereen ervaart op welke wijze de gemeente het milieuonderzoek in wil steken. De concept planMER is in het kader van het voorontwerpbestemmingsplan tevens ter inzage gelegd en ter advisering over reikwijdte en detailniveau voorgelegd aan de overlegpartners. Over het uiteindelijke planMER heeft de Commissie voor de m.e.r. haar toetsingsadvies gegeven. Aan de hand van dit toetsingsadvies is het planMER verder aangevuld.

4.1.3 Hoe ziet het planMER eruit?

De vorm van een planMER is vrij en niet aan regels gebonden. In een bestemmingsplan voor een bedrijventerrein wordt altijd al veel aandacht besteed aan verschillende milieuaspecten. Deze milieuaspecten dienen tevens te worden behandeld in het planMER. De gemeente Krimpen aan den IJssel heeft er dan ook voor gekozen om het milieuhoofdstuk in dit bestemmingsplan op een dusdanige manier vorm te geven dat het tevens als planMER fungeert. Hiermee wordt bereikt dat de milieu-informatie op één plek in het bestemmingsplan aanwezig is.

In dit milieuhoofdstuk worden de resultaten van het milieuonderzoek systematisch beschreven (passend bij de mer-methodiek). De aanpak is per milieuaspect gelijk en dit komt terug in de opbouw van de paragraaf:

  • toetsingskader: eerst wordt kort uiteengezet wat het toetsingskader is waar het betreffende milieuaspect aan getoetst moet worden;
  • onderzoek: vervolgens is het onderzoek opgenomen; hierbij wordt onderscheid gemaakt in de beschrijving van de referentiesituatie en de milieueffecten van het voornemen/de beoogde ontwikkeling zoals deze in dit bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt;
  • conclusie: elke paragraaf sluit af met een conclusie over de gevolgen van het milieuaspect voor dit bestemmingsplan.