Plan: | Haven, fase 2 (zuid) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0537.bpKAThavenfase2z-va02 |
Beoogde ontwikkeling in relatie tot milieu
In/nabij het plangebied zijn aanwezig:
Het bestemmingsplan maakt de bouw van nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten mogelijk.
Toetsingskader
Externe veiligheid richt zich op het beheersen van activiteiten die een risico voor de omgeving kunnen opleveren, zoals bij de productie, de opslag en het transport van gevaarlijke stoffen. Bij de herinrichting van een gebied bepalen deze risico's mede de ruimtelijke mogelijkheden.
In het kader van de Wet ruimtelijke ordening dient te worden onderzocht in hoeverre er sprake is van aanwezigheid van risicovolle activiteiten in de nabijheid van het plangebied. Dat kan zowel inrichtingen als transporten betreffen. Van die activiteit dient het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR) te worden bepaald en eventueel de toename hiervan.
Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. De normstelling heeft de status van een grenswaarde die niet mag worden overschreden. Voor bestaande situaties wordt het niveau van 10-5 per jaar als grenswaarde gehanteerd, 10-6 per jaar geldt als richtwaarde. Voor nieuwe situaties geldt een grenswaarde van 10-6 per jaar. Een richtwaarde is daarbij niet van toepassing.
Het GR kan worden beschouwd als de maat van maatschappelijke ontwrichting in geval van calamiteit (en drukt dus de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een calamiteit). De normstelling heeft de status van een oriënterende waarde. Deze waarde is geen vastgestelde wettelijke norm. Desondanks hebben overheden en betrokken private instellingen een inspanningsverplichting om te voldoen aan deze oriënterende waarde en dient een toename van het GR bestuurlijk te zijn verantwoord.
Onderzoek
GR berekening
Het groepsrisico is berekend voor het leidingsegment waar mogelijk door de nieuwbouw een verhoging van de groepsrisico kan ontstaan. Ter plaatse van het ontwikkelingsgebied is bij realisatie van de beoogde nieuwbouw sprake van een overschrijdingsfactor van 0,17. De overschrijdingsfactor van één kilometer segment is uitgezet in een FN-curve voor de huidige en nieuwe situatie.
Conclusie
De beoogde ontwikkelingen in het bestemmingsplan zorgen niet voor een toename van het groepsrisico, tevens wordt met een overschrijdingsfactor van 0,17 de oriëntatiewaarde niet benaderd. Hiernaast is in het plan voldaan aan de noodzakelijke veiligheidsafstanden; (Zie bijlagen bij de toelichting).