direct naar inhoud van 4.4 Bodem
Plan: Haven, fase 2 (zuid)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0537.bpKAThavenfase2z-va02

4.4 Bodem

Beoogde ontwikkeling in relatie tot milieu

Het plangebied was overwegend in gebruik als bedrijventerrein. Het plangebied wordt voornamelijk ontwikkeld tot een woongebied.

Toetsingskader

Het Besluit ruimtelijke ordening stelt eisen aan de uitvoerbaarheid van plannen. Daarom is kennis van de bodem van belang voor het leggen van de bestemmingen. De Wet bodembescherming bevat kaders voor (het saneren van) ernstige verontreinigingen. De Woningwet en de Wet milieubeheer bevatten kaders omtrent het gebruik. Of een verontreiniging moet worden gesaneerd hangt af van de ernst en omvang. Uiteraard speelt het toekomstig gebruik ook een belangrijke rol.

In de huidige situatie is sprake van een aanzienlijke bodemproblematiek met betrekking tot de kwaliteit van grond en grondwater. Zonder sanering van de bodem is de herontwikkeling van het gebied Prins Hendrikkanaal e.o. onmogelijk.

De bodemverontreiniging is voor een groot deel in beeld gebracht. Er zullen nog enkele percelen moeten worden onderzocht en er zullen nog enkele aanvullende bodemonderzoeken moeten plaats vinden.

1. het NUON-terrein

Het NUON-terrein - het vroegere EWR- en voor die tijd: het gasfabrieksterrein - is sterk verontreinigd. Er is door de provincie een beschikking afgegeven m.b.t. de ernst en spoedeisendheid van de verontreiniging. Op basis van verspreidingsrisico's is sanering van de verontreiniging als spoedeisend aangemerkt en dient voor 1 januari 2014 te zijn aangevangen met de saneringswerkzaamheden. De bodem van dit gebied zal functioneel worden gesaneerd, hetgeen inhoudt dat de verontreinigingen worden gesaneerd tot een voor het gebruik als wonen met tuin acceptabel kwaliteitsniveau. Hiertoe zullen enerzijds ontgravingen van de verontreinigde grond plaatsvinden en zal anderzijds het grondwater worden gesaneerd door middel van zogenaamde in-situ technieken (chemische oxidatie en gestimuleerde biologische afbraak).

2. het terrein van Katwijk Chemie en terrein Haasnoot

Op de terreinen van het voormalige Katwijk Chemie en van Haasnoot is eveneens sprake van een behoorlijke bodemverontreiniging. Deze locaties zijn door de provincie aangemerkt als locaties voor een vrijwillige sanering c.q. een sanering in eigen beheer (een SEB-locatie). De ernst en spoedeisendheid van de verontreiniging en de sanering daarvan dienen door de provincie nog te worden vastgesteld aan de hand van de nog uit te voeren aanvullende bodemonderzoeken. De bodem van dit gebied zal eveneens functioneel worden gesaneerd. In de verdere uitwerking van de in het bodemonderzoek gevonden verontreinigingen in relatie tot de voorgenomen bebouwing van de locatie zal de saneringsvariant worden opgesteld.

3. de openbare wegen, Prins Hendrikkade en Haven

Voor zover de openbare wegen binnen dit plangebied niet zijn onderzocht tijdens het bodemonderzoek van de aanliggende percelen, zijn deze separaat onderzocht. Het betreft de Prins Hendrikkade (tussen de Hans van der Hoevenstraat en de Visserijkade) en de Haven (tussen de voormalige noodbrug halverwege het Prins Hendrikkanaal en Rijnmond). Uit deze onderzoeken is gebleken dat de bodem (grond en grondwater) licht tot (plaatselijk) sterk is verontreinigd. Voor zover van toepassing worden de verontreinigingen gezamenlijk met de sanering van het NUON-terrein en Katwijk Chemie/Haasnoot worden gesaneerd.

4. de waterbodem van het Prins Hendrikkanaal

In het verleden heeft onderzoek plaatsgevonden naar de waterbodemkwaliteit van het gehele Prins Hendrikkanaal. Hierbij is verontreinigde (klasse 3 en 4) baggerspecie aangetroffen. In 2006 hebben grootschalige baggerwerkzaamheden plaatsgevonden, waarbij de verontreinigde bagger is verwijderd. Voor de herinrichting van het gebied zijn ten aanzien van de waterbodem geen verdere acties vereist.

Onderzoek

Op basis van bodem- en grondwateronderzoek is een saneringsplan gemaakt. De provincie heeft op 21 december 2009 de beschikking verleend op basis van dit saneringsplan. In verband met wijziging van het plan is voor de nieuwe plannen opnieuw een beschikking aangevraagd voor de nieuwe plannen. Ook deze is inmiddels verleend door de provincie.

Conclusie

In het gebied zijn verschillende verontreinigingen aanwezig. Deze zijn saneringsplichtig en worden in het kader van de herontwikkeling van het gebied functioneel gesaneerd tot een voor het gebruik als wonen met tuin acceptabel niveau. De Provincie heeft hiervoor op 6 maart nogmaals een beschikking afgegeven zie bijlagen bij de toelichting.