De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. water ten behoeve van de waterhuishouding;
b. waterlopen en waterberging;
c. eilanden en groenvoorzieningen;
d. oeverbeschoeiingen, taluds en bermen;
e. bruggen, duikers en andere waterbouwkundige voorzieningen;
f. kunstobjecten.
12.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 meter.
12.3 Afwijken van de bouwregels
a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2 voor de realisatie van kleinschalige voorzieningen, zoals vissteigers en vlonders, uitsluitend nadat schriftelijke advies is ingewonnen bij de beheerder van deze (hoofd)watergangen en mits:
1. de hoogte niet meer bedraagt dan 0,5 meter boven het waterpeil;
2. de steiger niet breder is dan 10% van de totale breedte van de watergang ter plaatse, met een maximum van 2 meter uit de oever;
3. de steiger niet breder is dan 10 meter en de afstand tot de zijdelingse perceelsgrenzen ten minste gelijk is aan de diepte van de steiger, met een minimum van 1 meter;
4. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 20 m2;
5. geen afbreuk wordt gedaan aan de gewenste beeldkwaliteit van de omgeving;
6. vooraf advies is ingewonnen bij de waterbeheerder.
b. Het bevoegd gezag kan afwijken het bepaalde onder lid 12.2 en lid 12.3 onder a voor de realisatie van steigers bij de grondgebonden woningen aan de Windhalm, Weegbree en Struisgras, mits de steigers voldoen aan de beleidsregels die hiervoor door burgemeester en wethouders zijn vastgesteld bij besluit van 25 juli 2008 en nadat schriftelijke advies is ingewonnen bij de beheerder van de (hoofd)watergang.