Plan: | Nieuwenhoorn |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0530.BPNieuwenhoorn2012-vg01 |
Algemeen
Het externe veiligheidsbeleid richt zich op het beheersen van risico's bij industriële activiteiten en het realiseren van een veilige woon- en leefomgeving. Het betreft risico's die verbonden zijn met onder meer de productie, de opslag, het gebruik en het transport van gevaarlijke stoffen.
De nadruk van het veiligheidsbeleid ligt op een kwalitatieve benadering en heeft tot doel om het risico van (grote) ongevallen met gevaarlijke stoffen bij bedrijven zo klein mogelijk te maken. Enerzijds door de kans dat dergelijke ongevallen plaatsvinden te verkleinen (preventie), anderzijds door de gevolgen van een eventueel ongeval te verkleinen (repressie). Externe veiligheid raakt vele beleidsvelden. Milieu, ruimtelijke ordening en openbare veiligheid zijn hierbij hoofdrolspelers.
Wettelijk kader
Landelijk is een uitgebreid (wettelijk) toetsingskader ontwikkeld voor de beoordeling van de externe veiligheid. Het betreft hier ondermeer:
In de wetgeving wordt onderscheid gemaakt in het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Het plaatsgebonden risico kent harde, door het Rijk vastgestelde normen, het groepsrisico dient locatiespecifiek beschouwd te worden.
Besluit externe veiligheid inrichtingen
Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) en de bijbehorende Regeling externe veiligheid inrichtingen (hierna: Revi) geeft een wettelijke grondslag aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Het besluit heeft tot doel de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen in inrichtingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Om dit doel te bereiken verplicht het besluit het bevoegd gezag afstand te houden tussen kwetsbare objecten en risicovolle bedrijven. In het besluit wordt onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.
Op het gebied van externe veiligheid is op provinciaal niveau de nota 'Risico's in Balans' vastgesteld.
In de nota staan de volgende kernpunten:
Signaleringskaart Externe veiligheid
Een overzicht van de externe veiligheidssituatie is weergegeven in een signaleringskaart externe veiligheid die onderdeel uitmaakt van de gemeentelijke Visie Externe Veiligheid 2008-2017. Hierop zijn voor alle risicovolle activiteiten, plaatsgebonden risicocontouren en invloedsgebieden voor het groepsrisico (1% letaliteitsgrens) aangegeven. Zie figuur 4.2.
Figuur 4.2. Signaleringskaart Externe Veiligheid Hellevoetsluis
Vervoer van gevaarlijke stoffen
Over de N57 ten noorden van het plangebied en over de Nieuweweg, aangrenzend aan de oostzijde van het plangebied, vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Voor de Nieuweweg zijn geen telgegevens beschikbaar. Het aantal transporten met stoffen uit categorie GF3 (o.a. LPG) bedraagt in ieder geval niet meer dan het aantal transporten met deze stoffen op de N57 tussen traject Zwartewaal en Nieuwenhoorn. Dat aantal bedraagt 662 transporten. Uit een advies van DCMR Milieudienst Rijnmond, dat is uitgebracht in verband met de vaststelling van bestemmingsplan Ravense Hoek, blijkt dat buiten de weg geen plaatsgebonden risico van meer dan 10-6 voorkomt. Voor het groepsrisico geldt dat op basis van de vuistregels uit PGS-3 geen overschrijding van de oriënterende waarde voor het groepsrisico plaatsvindt. Het invloedsgebied voor het groepsrisico bedraagt 250 m aan weerszijden van de weg, gebaseerd op een incident met het vervoer van brandbare gassen (GF-3). De vervoersaantallen waarbij een dreigende overschrijding van de oriënterende waarde voor het GR plaatsvindt, rekening houdend met de personendichtheid langs de Nieuweweg en de N57, worden bij lange na niet gehaald.
Ten westen van het plangebied is een hogedruk aardgasleiding (6 "/40 bar) gelegen die is verbonden met het gasdrukmeet- en regelstation aan de Noorddijk 1. Het invloedsgebied voor het groepsrisico bedraagt 70 m aan weerszijden van de leiding, dit invloedsgebied reikt niet tot in het plangebied zodat de leiding niet relevant is voor het voorliggende bestemmingsplan. Op het gasontvangstation zijn veiligheidsafstanden van toepassing die buiten het plangebied zijn gelegen.
Verantwoording groepsrisico
Op grond van de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (rvgs) dient ook bij consoliderende bestemmingsplannen het groepsrisico te worden verantwoord. Daarbij moet in ieder geval worden ingegaan op de aspecten 'zelfredzaamheid' en 'bestrijdbaarheid'. In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) om advies gevraagd waarin is ingegaan op beide genoemde aspecten. Dit advies, dat in de voorliggende verantwoording is verwerkt, is opgenomen in bijlage 1.
Hoogte van het groepsrisico
In de voorgaande paragraaf is ingegaan op de risicobronnen binnen het plangebied en in de directe omgeving daarvan:
Gevolgen bestemmingsplan voor het GR
Het bestemmingsplan Nieuwenhoorn maakt ten opzichte van het vigerende planologische regelingen geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk binnen het invloedsgebied van de N57 en de Nieuweweg en heeft daarom geen gevolgen voor de hoogte van het GR.
Maatregelen ter beperking van het GR
Bronmaatregelen om het GR rondom de bovengenoemde risicobronnen te beperken zijn niet te treffen in het kader van de ruimtelijke procedure waarmee voorliggend bestemmingsplan wordt vastgesteld. In het bestemmingsplan zijn ten opzichte van de vigerende planologische situatie ook geen effectmaatregelen te treffen om risico's te beperken, er is immers sprake van een bestaand bestemmingen en bestaande bebouwing.
Bestrijdbaarheid
Er zijn geen bijzondere omstandigheden die van invloed zijn op de bereikbaarheid voor hulpdiensten en de bluswatervoorziening, er zijn derhalve geen maatregelen nodig.
Zelfredzaamheid
De VRR adviseert om binnen een afstand van 230 m van de Nieuwe weg (nood)uitgangen zodanig te situeren dat aanwezige personen veilig in tegengestelde richting van de risicobron kunnen vluchten. Deze (nood)uitgangen dienen in voldoende mate aan te sluiten op de bestaande infrastructuur binnen en buiten het plangebied.
Van belang is dat met het voorliggende plan in planologische zin geen ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt binnen het invloedsgebied van beide wegen. Het bestaande woongebied is zodanig ingericht dat vluchten van de bron af mogelijk is.
Afweging
Het bestemmingsplan Nieuwenhoorn is consoliderend van aard. De uitvoering van het bestemmingsplan leidt niet tot een verslechterde situatie ten aanzien van externe veiligheid, het plan heeft geen gevolgen voor de hoogte van het groepsrisico van de Nieuweweg. De zelfredzaamheid van de personen binnen het plangebied is over het algemeen voldoende, er is geen sprake van de aanwezigheid van doelgroepen met een verminderde zelfredzaamheid.
Conclusie
Het plan voldoet aan het beleid en de normstelling ten aanzien van externe veiligheid. Het aspect externe veiligheid staat de uitvoering van het plan niet in de weg.