Plan: | Buitengebied Hellevoetsluis |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0530.BPBuitengebied2011-VG01 |
Het bestemmingsplan is het instrument voor de gemeente om ruimtelijke ordening binnen de gemeente te regelen. Het bestemmingsplan bindt zowel de burger als de gemeente en dient als toetsingskader voor omgevingsvergunningen en voor het gebruik van de gronden. De verbeelding en de regels vormen het juridische gedeelte van het bestemmingsplan. De toelichting maakt geen deel uit van het juridische plan. Het bevat echter wel informatie over de doelen en uitgangspunten van het plan, de motivatie voor de ontwikkelingen en verder zijn de conclusies uit de van belang zijnde onderzoeken opgenomen. Daarnaast bevat de toelichting een uitleg over de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen.
Voor dit bestemmingsplan is gekozen voor een gedetailleerd en flexibel plan dat uitgaat van een adequate bescherming van aanwezige waarden en kwaliteiten. Door de diverse flexibiliteitbepalingen kan behoud en herstel door ontwikkeling plaatsvinden. Binnen het plangebied worden veranderingen verwacht op het terrein van natuur en landschap, vrijkomende bedrijfsbebouwing, landelijk wonen etc. Waar nodig is het bestemmingsplan gedetailleerd en waar mogelijk globaal en flexibel. De planherziening bevat verschillende elementen. Er is sprake van waarden die beschermd dienen te worden. Er zijn functies die grotendeels vastliggen. Het plan zal de bestaande situatie waar nodig consolideren (vastleggen) en toekomstige (kleinschalige) ontwikkelingen waar mogelijk faciliteren (ruimte geven). Daar waar ontwikkelingen zijn voorzien, zullen deze in gebieden met bijzondere waarden via een nadere afweging kunnen worden toegelaten. Afhankelijk van de zwaarte van de ontwikkeling kan dit via afwijking of wijziging plaatsvinden. Op deze wijze wordt rekening gehouden met deze waarden in het plangebied en zijn nieuwe ontwikkelingen niet op voorhand uitgesloten.
Systematiek zonering Agrarisch (A) en Agrarisch met Waarden (AW)
Voor wat betreft de zonering van gebieden in het buitengebied gaat dit bestemmingsplan uit van de zonering uit de functie- en de kwaliteitskaart van de Structuurvisie van de provincie Zuid-Holland. Vrijwel het gehele plangebied is op de kwaliteitskaart aangewezen als zeekleipolderlandschap. De functiekaart laat een onderscheid zien in Agrarisch landschap, inspelen op verbinding stad-land en recreatiegebied buiten de contour. Op basis van dit onderscheid is binnen het plangebied onderscheid gemaakt in twee zones:
Systematiek bouwvlakken/bestemmingsvlakken
Voor wat betreft de toekenning en begrenzing van bestemmingen gaat dit plan uit van getekende bestemmingsvlakken voor agrarische bedrijven. De vigerende bouwvlakken zijn grotendeels overgenomen. De omvang van agrarische bedrijven is afgestemd op de aard, omvang en behoefte van het bedrijf en de aard van de omgevingskwaliteiten. Niet-agrarische bedrijven krijgen tevens een bouwvlak met een regeling voor de toe te stane hoeveelheid bebouwing.
Systematiek omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden
Omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden zijn gekoppeld aan (dubbel)bestemmingen en/of aanduidingen binnen de bestemmingen. Omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden worden opgenomen in situaties waarbij meer belangen spelen en een nadere afweging per concrete situatie mogelijk moet zijn. Van belang is dat de waarde/kwaliteit of kenmerken van de te beschermen bestemming (of onderdeel daarvan) is opgenomen in de doeleinden van de bestemming.
De wijze waarop omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden worden getoetst wordt in hoofdlijnen als volgt omschreven. De toetsing heeft betrekking op de mate waarin een werk/werkzaamheid inbreuk maakt op de bescherming van de bestaande natuur- en landschappelijke waarden (zoals aangegeven op de verbeelding(en) en in de doeleinden van de bestemming) in relatie tot de functie/het gebruik van de grond.
Systematiek sectorale en facetmatige planthema's
Voor het buitengebied van deze gemeente is een groot aantal planthema's van belang. Deze planthema's worden hieronder toegelicht in relatie tot de meest gewenste beleidsmatige en planologisch-juridische uitwerking.
Bouwvlakken/bestemmingsvlakken
De werkwijze met betrekking tot de toekenning en uitbreiding van agrarische bedrijven is hieronder vastgelegd. Deze sluit aan bij de Structuurvisie en Verordening van de provincie Zuid-Holland. Elk (reëel) agrarisch bedrijf > 10 nge (Nederlandse grootte eenheid) krijgt een agrarische bestemming waarbij een afweging tussen agrarische belangen en andere belangen en waarden is gemaakt. De omvang wordt afgestemd op de aard, omvang en behoefte van het bedrijf en de aard van de omgevingskwaliteiten (natuur, landschap, cultuurhistorie). Alle gebouwen en bouwwerken moeten in principe binnen het bouwvlak komen te liggen. Voor de meeste bedrijven in het primair agrarisch gebied is een bouwvlak opgenomen van 1 ha. Bij bedrijven die al 1 ha aan bebouwing hebben is enige uitbreidingsruimte geboden. Om het bouwvlak te kunnen vergroten is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee het bouwvlak kan worden uitgebreid tot maximaal 2 ha, conform de provinciale Verordening Ruimte.
Voor glastuinbouwbedrijven is een bouwvlak van 1 hectare (omvang die ook bij grondgebonden agarische bedrijven wordt gehanteerd) opgenomen ter plaatse van de bedrijfsgebouwen. Kassen mogen tevens buiten het bouwvlak, maar alleen ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw' gebouwd worden. Bij recht mag ter plaatse van deze aanduiding 2 ha kassen gebouwd worden. Indien reeds een groter oppervlak aan kassen aanwezig is, mag het bestaande oppervlak behouden worden.
Vestiging van intensieve veehouderijbedrijven is uitgesloten.
Thema uitbreiding
De mogelijkheden en ruimte voor uitbreiding van agrarische bedrijven hangen met name af van de aard en de ligging van het bedrijf. Uitbreiding ten behoeve van bedrijven gericht op bollenteelt, boomteelt en sierteelt is in het plangebied uitgesloten.
Glastuinbouwbedrijven mogen met een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan uitbreiden naar maximaal 3 ha glas. Deze kassen dienen aansluitend aan de aanduiding 'glastuinbouw' gebouwd worden. Hierbij dient sprake te zijn van een landschappelijke inpassing, waarbij deze term niet gericht is op een groensingel rondom de kassen maar op een goede situering van de kassen in het landschap en de verkaveling.
Uitbreiding van een intensieve neventak bij een agrarisch bedrijf is uitgesloten.
Thema omschakeling en nieuwvestiging
Nieuwvestiging van intensieve veehouderijbedrijven, glastuinbouw en fruitteeltbedrijven is uitgesloten. Nieuwvestiging is toegestaan voor volwaardige grondgebonden agrarische bedrijven. Omschakeling naar glastuinbouw en intensieve veehouderij is niet mogelijk. Wijziging van agrarische bedrijven naar wonen en bedrijf wordt, onder voorwaarden, planologisch gefaciliteerd in dit bestemmingsplan.
Thema vrijkomende bedrijfbebouwing (vbb's)
Vestiging van niet-agrarische functies in vbb's is via afwijking mogelijk onder de volgende voorwaarden:
Thema semi- en niet-agrarische bedrijvigheid
Niet-agrarische bedrijven zijn conform hun huidige situatie bestemd. Binnen het bouwvlak is bebouwing toegestaan. Op de verbeelding is een % voor de oppervlakte aan toe te stane bebouwing weergegeven. Nieuwbouw ten behoeve van de vestiging van niet-agrarische functies is niet wenselijk. Uitbreiding van bestaande semi- en niet-agrarische bedrijven is in beperkte mate mogelijk, waarbij 10% extra inhoud als richtlijn moet worden aangehouden. De uitbreiding dient in beginsel binnen het bestemmingsvlak te worden gerealiseerd. Nieuwe bedrijfswoningen bij niet-agrarische bedrijven zijn uitgesloten.
Thema paardenhouderijen
Paardenfokkerijen zijn mogelijk op agrarische bestemmingsvlakken als de hoofdactiviteit agrarisch is. Maneges en grote pensionstallen en dergelijke krijgen een specifieke bestemming. Nieuwvestiging ten behoeve van de paardenhouderij is niet toegestaan. Het oprichten van een paardenhouderij op bestaande agrarische bestemmingen is in principe mogelijk, waarbij tevens een rijhal van maximaal 1.000 m² aanwezig mag zijn.
Nieuwvestiging (dat wil zeggen een nieuw bouwvlak) ten behoeve van de paardenhouderij is niet toegestaan in het bestemmingsplan Buitengebied.
Thema nevenactiviteiten
Nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven (minicampings en overige agrogerelateerde voorzieningen) kunnen plaatsvinden onder de volgende voorwaarden:
De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 25% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de (bedrijfs)bebouwing tot een maximum van 250 m². Kleinschalige detailhandel in streekgebonden producten, horeca en/of boerenterras is toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit tot een maximum van 25 m² verkoopvloeroppervlak (netto).
Thema wonen
De woningen worden positief bestemd middels een bestemmingsvlak. Alleen binnen het bouwvlak is bebouwing toegestaan. Burgerwoningen mogen een maximale inhoud hebben van 800 m³ inclusief erfbebouwing en exclusief ondergrondse bebouwing.
Bij woningen is de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, mits het vloeroppervlak hiervoor niet meer dan 25 m² bedraagt en het geen horeca of detailhandel betreft. Wel is kleinschalige detailhandel toegestaan, indien deze in direct verband staat met het aan-huis-gebonden beroep. De activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer of een onevenredige toename veroorzaken van de parkeerbehoefte. Verder dient het beroep milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving.
Thema prostitutie
In 2007 is er door de gemeente Hellevoetsluis een Nota prostitutiebeleid opgesteld. De nota prostitutie spreekt zich beleidsmatig uit over het maximumbeleid, ruimtelijke ordenings- en vergunningsaspecten, openbare orde en veiligheid, gezondheidsaspecten, handhaving en communicatie. Ter bescherming van de openbare orde en het woon- en leefklimaat is in de gemeente maximaal 1 seksinrichting toegestaan. Deze ene seksinrichting kan uitsluitend gevestigd worden in een van de plangebieden van de bestemmingsplannen 'Buitengebied', 'Centrum' of 'Bedrijven'. Escortbedrijven zullen in het geheel niet worden toegestaan. Straat en raamprostitutie is evenmin toegestaan. Seksinrichtingen worden niet toegestaan in woon- en recreatiegebieden. De perceelgrens dient zich minimaal op 50 m afstand te bevinden van het dichtstbijzijnde perceel met een 'gevoelige' functie. De aanvraag mag niet conflicteren met ander sectoraal of generiek beleid van de gemeente en ingeval van een herziening van een bestaand bestemmingsplan zal een planschade-inventarisatie moeten worden uitgevoerd.
Aangezien de vestiging van een seksinrichting zorgvuldig moet worden afgewogen wordt dit indien hiervoor een aanvraag komt via een aparte procedure mogelijk gemaakt.
Thema ruimte voor ruimte
De regeling 'Ruimte voor Ruimte' is bedoeld om de kwaliteit van het landschap in Zuid-Holland te vergroten. Daartoe stimuleert de regeling afbraak van voormalige (agrarische) bedrijfsgebouwen en kassen, met in ruil daarvoor de bouw van woningen (800 m³) met een veel kleinere bouwmassa ten opzichte van de oppervlakte van schuur en/of glasopstanden. Compensatie kan ter plekke of elders. Er gelden de volgende voorwaarden:
Thema landgoederen
De aanleg van nieuwe landgoederen is in principe overal mogelijk, behalve in de EHS en bestaande openluchtrecreatiegebieden. In nog niet begrensde PEHS is de aanleg ook mogelijk. Ten behoeve van de bestemmingswijziging dient een inrichtingsplan te worden opgesteld. Voorwaarden zijn:
Gezien de specifieke invulling van dit thema is het voorstel om de mogelijkheid een nieuw landgoed op te richten buiten dit bestemmingsplan buitengebied te laten en bij concrete initiatieven een separaat bestemmingsplan (postzegelplan) op te stellen om maatwerk te kunnen leveren.
Thema teeltondersteunende voorzieningen
Voor tijdelijke en meer permanente teeltondersteunende voorzieningen is een mogelijkheid tot afwijken opgenomen. Na afwijking zijn deze voorzieningen mogelijk buiten het bouwvlak. De hoogte hiervan bedraagt maximaal 3 meter.
Thema recreatieve bedrijven/recreatief medegebruik
Recreatiebedrijven en recreatieterreinen krijgen een recreatiebestemming, eventueel met de toevoeging verblijfsrecreatie, dagrecreatie, etc. Kleinschalig kamperen wordt direct toegestaan bij landbouwbedrijven tot 15 kampeermiddelen. Uitbreiding naar 25 plaatsen kan via een afwijking geregeld worden. Bij burgerwoningen kan via afwijking kleinschalig kamperen worden toegestaan tot 15 kampeermiddelen.
Bed & breakfast/vakantieappartementen worden toegestaan bij landbouwbedrijven tot 125 m² (5 eenheden binnen bestaande bebouwing). Bed & breakfast is ook toegestaan bij woningen. Het recreatief medegebruik wordt mogelijk gemaakt binnen de verschillende bestemmingen via de bestemmingsomschrijving.