direct naar inhoud van Artikel 11 Sport
Plan: Buitengebied Hellevoetsluis
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0530.BPBuitengebied2011-VG01

Artikel 11 Sport

11.1 Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'manege': een manege;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. infrastructurele voorzieningen;
  • c. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • d. horecavoorziening zoals bedoeld in artikel 1.53.

Ten behoeve van het toegestane gebruik zijn op en in deze gronden toegelaten:

  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • c. doeleinden van openbaar nut;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'manege': een paardenbak van maximaal 1200 m².

11.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

11.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de goothoogte van gebouwen mag ten hoogste 4 m bedragen, tenzij met de maatvoeringsaanduiding 'maximale goothoogte' anders is aangeduid;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'manege' mogen gebouwen worden opgericht voor de verzorging, het houden en trainen van paarden, waarbij met de maatvoeringsaanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is aangegeven dat het bouwvlak voor een bepaald percentage bebouwd mag worden;
  • c. er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing.

11.2.2 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de goothoogte van een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • b. de inhoud van een bedrijfswoning mag maximaal 800 m³ bedragen;
  • c. per bouwvlak is maximaal 1 bedrijfswoning toegestaan, tenzij met de maatvoeringaanduiding 'aantal bedrijfswoningen' anders is aangeduid;
  • d. het gezamenlijk oppervlak aan bijbehorende bouwwerken mag maximaal 75 m2 bedragen.

11.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de afstand van lichtmasten, antennemasten en vlaggenmasten tot een perceelsgrens moet minimaal 2 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van antennemasten mag niet meer dan 5 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer dan 8 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.

11.2.4 Bouwwerken van openbaar nut

Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van doeleinden van openbaar nut gelden de volgende bepalingen:

  • a. de inhoud van bouwwerken mag maximaal 50 m³ per op te richten bouwwerk bedragen;
  • b. de bouwhoogte mag maximaal 3 m bedragen.