direct naar inhoud van Artikel 10 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Plan: Buitengebied Hellevoetsluis
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0530.BPBuitengebied2011-VG01

Artikel 10 Recreatie - Verblijfsrecreatie

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatieve voorzieningen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': een kampeerterrein;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': een recreatiewoning.
  • d. bijbehorende voorzieningen, zoals groen, water, parkeervoorziening, speeltoestellen, verharding en nutsvoorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • e. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • f. horeca in categorie 1, 2 en 3;
  • g. detailhandel.

Ten behoeve van het toegestane gebruik zijn op en in deze gronden toegelaten:

  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': direct met een kampeerterrein verband houdende voorzieningen zoals sanitaire voorzieningen en een kantine;
  • d. doeleinden van openbaar nut.

10.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

10.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de gronden ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' mogen voor maximaal 10% bebouwd worden;
  • c. de goothoogte mag niet meer dan 4 m bedragen;
  • d. de gezamenlijke oppervlakte van collectieve voorzieningen mag per terrein maximaal 2.500 m² bedragen waarbij ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' het bebouwingspercentage van 10% niet mag worden overschreden;
  • e. er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing.

10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen, met uitzondering van:

  • a. erfafscheidingen waarvan de hoogte maximaal 2 m mag bedragen;
  • b. vlaggen- en lichtmasten waarvan de hoogte maximaal 10 m mag bedragen;
  • c. speeltoestellen waarvan de hoogte maximaal 6 m mag bedragen;
  • d. zendmastenmast voor communicatie die maximaal 40 m mag bedragen.

10.2.3 Recreatiewoning

Ten aanzien van de gronden die aangeduid zijn met de aanduiding 'recreatiewoning' geldt in aanvulling danwel in afwijking van hetgeen elders in dit artikel is bepaald het volgende:

  • a. de goothoogte van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse met de aanduiding 'maximum goothoogte' wordt bepaald.
  • b. per bestemmingsvlak is maximaal één recreatiewoning toegestaan;
  • c. de bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' mag niet worden uitgebreid, tenzij middels de maatvoeringsaanduiding 'maximum inhoud' anders is aangegeven;
  • d. de voorgevel mag met maximaal 1 m worden overschreden door aangebouwde bijbehorende bouwwerken, zoals erkers en geledingen in de gevel van het hoofdgebouw in de aangrenzende bestemming;
  • e. de maximale bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevel bedraagt 1 m en achter de voorgevel 2 m;
  • f. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 3 m.

10.2.4 Bouwwerken van openbaar nut

Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van doeleinden van openbaar nut gelden de volgende bepalingen:

  • a. de inhoud van bouwwerken mag maximaal 50 m³ per op te richten bouwwerk bedragen;
  • b. de bouwhoogte mag maximaal 3 m bedragen.

10.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden dat het bouwen van nieuwe verblijfseenheden niet is toegestaan.