direct naar inhoud van 2.3 Ruimtelijke structuur
Plan: Rivierenbuurt 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0248ERivierenbrt-50VA

2.3 Ruimtelijke structuur

2.3.1 Bebouwing (incl. beschermd stadsgezicht en monumenten)
2.3.1.1 Bebouwingsbeeld

De Rivierenbuurt dankt zijn naam aan de straatnaamgeving van de nieuwe wijk rond 1900. Nadat de ijzersmederij was vertrokken naar Delft werd de wijk in een vrij hoog tempo volgebouwd. De opbouw van de wijk wordt bepaald door de vrij duidelijke infrastructuur aan de randen, zoals de spoorlijn in het zuiden en oosten, de Trekvliet in het westen, en de gedempte Ammunitiehaven in het Noorden. In 1940 is het Schenkviaduct gebouwd.

De wijk is verkaveld met het principe van het gesloten bouwblokken. Van belang voor de toekomstige ontwikkeling van de buurt is een kaart uit 1953 waarop de saneringsgebieden voor de komende 15 jaar, en gebieden die daarna aan de buurt zijn staan aangegeven. Verder staat op deze kaart ook de toekomstige verkeersstructuur van wegen rondom het centrum.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0248ERivierenbrt-50VA_0004.png"

Deze kaart leidde tot de bouw van het prins Bernard viaduct en uiteindelijk het nieuwe centrum rondom de Turfmarkt. Allereerst kwamen de gebieden ten noorden van de Singelsgracht en de bouwblokken aan de Maasstraat in aanmerking voor sanering. Maar dit had niet de hoogste prioriteit, want toen in 1970 het beleid drastisch werd omgegooid van sloop naar behoud, was van sanering in de Rivierenbuurt nog geen sprake. De stadsvernieuwing deed zijn intrede. In 1976 werden de eerste stadsvernieuwingsgebieden aangewezen. Dat betekende voor de Rivierenbuurt de nieuwbouw van kavel 6, gelegen aan de Ammunitie haven tussen Nieuwe Haven en Boomsluiterskade. Het nieuwbouwcomplex van Groep 5 omvatte een uitgebreid programma van allerlei typen woningen, kantoor- en bedrijfsruimten, overdekt parkeren, tuinen en open ruimten rond oude bomen in een hofjesachtige setting. Met de tweede locatie in de Rivierenbuurt, de Maasstraatlaantjes liep het heel anders. De bewoners kantten zich fel tegen sloop en waren voor Renovatie. De buurt won. De laantjes werden opgeknapt en de discussie kwam pas 25 jaar later weer terug. Nu zijn de woningen toch gesloopt en komt er nieuwbouw. In de jaren ’90 van de vorige eeuw werd de vernieuwing langs de Ammunitiehaven verder ontwikkeld. Elders in de wijk werden alleen de slechtste plekken aangepakt. Een grootschalige sloop bleef uit. De vernieuwingen vonden plaats binnen de oorspronkelijke stedenbouwkundige hoofdstructuur.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0248ERivierenbrt-50VA_0005.png"

kaart met datering vernieuwing Rivierenbuurt

2.3.1.2 Cultuurhistorie

Het bestemmingsplan is een belangrijk instrument om cultuurhistorische waarden te beschermen. De cultuurhistorie bestaat uit drie aspecten:

1. Cultuurlandschap/historische geografie, bijvoorbeeld de verkavelingspatronen;

2. Historische (stede)bouwkundige, bovengrondse monumentenzorg, bijvoorbeeld gebouwen;

3. Archeologie, sporen en vondsten die door mensenwerk in het verleden in de grond zijn achtergebleven. Een verzamelterm hiervoor is Archeologische waarden, het bodemarchief.

2.3.1.3 Historische geografie

De Rivierenbuurt behoort niet tot een Rijksbeschermd stadsgezicht, ook niet het gedeelte binnen de gracht. Er is niet veel meer over van de oorspronkelijke opbouw van de wijk. Wel kent de wijk enkele stedenbouwkundige elementen die van belang zijn om te bewaren. Het betreft de grachten met bijbehorende rooilijnen, de Pletterijkade en de Nieuwe Haven met in het verlengde daarvan de zichtlijn naar het zuiden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0248ERivierenbrt-50VA_0006.png"

2.3.1.4 Monumentale gebouwen

In het plangebied zijn de volgende Rijksmonumenten opgenomen in het register als bedoeld in artikel 6 van de Monumentenwet 1988:

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0248ERivierenbrt-50VA_0007.png" Zwarteweg t.o.v. no.74: brug over de Zuid-Oost Singelsgracht (Boomsluiterskadebrug)

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0248ERivierenbrt-50VA_0008.png"

Spaarneplein 2 (oorspronkelijk Rijks Post Spaarbank)

Het volgende gebouw is aangewezen als gemeentelijk monument op grond van artikel 3 van de Monumentenverordening Den Haag:

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0248ERivierenbrt-50VA_0009.png"

Zwarteweg nr. 81 koetshuis

Andere beeldbepalende panden, al dan niet opgenomen in het Monumenten Inventarisatie

Project (MIP), zijn:

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0248ERivierenbrt-50VA_0010.png"

Nieuwe Haven nr. 137 (Ambachtsschool)

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0248ERivierenbrt-50VA_0011.png"

Uilebomen 53 t/m 80 (aanééngeschakelde panden in verschillende stijlen, waardevol ensemble)

2.3.2 Verkeer en infrastructuur

De Rivierenbuurt is goed bereikbaar voor autoverkeer van zowel binnen als van buiten de stad. Het Schenkviaduct en het Prins Bernhardviaduct sluiten aan op de Utrechtse baan, terwijl de Lekstraat en Binckhorstlaan deel uitmaken van de Centrum-Ring, die ook via de Rijswijkseweg bereikbaar is. De nabijheid van twee treinstations zorgt voor een bijzonder goede OV-verbinding. Fietsend is de wijk goed bereikbaar. De landelijke fietsroute LF11 loopt over het Zieken, de LF4 ligt iets noordelijker, langs de Prinsengracht–Bezuidenhoutse weg. Op de autowegen rondom de Rivierenbuurt rijdt naast bestemmingsverkeer ook doorgaand verkeer. Dit versterkt de lokale barrièrewerking en veroorzaakt de geïsoleerde ligging van de wijk. Daarnaast vormt het Schenkviaduct een grote barrière tussen de verschillende delen van de Rivierenbuurt.

In de Rivierenbuurt is het treinverkeer en het doorgaande autoverkeer hoorbaar aanwezig. De richtlijn Omgevingslawaai verplicht de gemeente vanaf 2007 geluidskaarten te maken, die aangeven hoeveel geluid wordt veroorzaakt door treinen, wegverkeer, horeca en industrie. Deels zijn deze geluidskaarten al beschikbaar. Daaruit blijkt dat de geluidnormen langs alle hoofd- en doorgaande wegen worden overschreden. Bij vervangende en nieuwe woningbouw langs hoofdwegen moeten dan ook geluidswerende maatregelen genomen. De normen voor luchtkwaliteit worden op verschillende plaatsen in de Rivierenbuurt niet bereikt. Bij nieuwbouw zal hiermee rekening gehouden moeten worden.

2.3.3 Groen

De openbare ruimte wordt gevormd door de straatruimtes. De straten bieden ruimte aan rijbanen, parkeerstroken, trottoirs en - soms - boombeplanting. Het openbaar groen beperkt zich tot de groenaanplant op een beperkt aantal plaatsen. de grootste gebieden vindt men aan de Zaanstraat en aan het eind van de Spaarnestraat langs het spoor. Binnen de bebouwing langs de Ammunitiehaven zijn enkele kleine groengebieden te vinden. Vanwege het beperkte aanbod vervullen deze plekken een belangrijke rol in de wijk.

De waterlopen langs de Pletterijkade en langs de Boomsluiterskade zijn de enige waterpartijen in het plangebied. Beide historische waterlopen worden aan beide zijden geflankeerd door kades met bomen. De Gedempte nieuwe haven is een belangrijke groenvoorziening in de wijk. Recentelijk is het Grevelingenveld aangelegd. Het buurtparkje is ca. 750m2. De groenstrook langs de Binckhorstlaan is ingericht als kijk en wandelgebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0248ERivierenbrt-50VA_0012.png"

het Grevelingenveld

In het noordelijke gedeelte van de wijk zijn een aantal speelplekken aangelegd. De Hekkelaan vormt een soort speellint in de wijk. In de wijk staan geen monumentale bomen.

2.3.4 Water

Binnen het plangebied zijn een aantal waterlopen te vinden: gelegen tussen de Zwarte Weg en de Boomsluiterskade loopt de Oost Singelsgracht, gelegen tussen Uilebomen en Boomsluiterskade loopt de Zuid-Oost Singelsgracht (ca. 1619), en tussen het Zieken en de Pletterijkade loopt het Zieke (ca. 1345) en in het verlengde daarvan de Trekvliet.

2.3.5 Bodem

De Rivierenbuurt ligt tussen twee strandwallen. De bodem bestaat uit Hollandveen op de afzetting van Calais op oude duin en strandzanden. Rond 4000 v. Chr. behoorde het gebied nog tot de zee. Door de vorming van nieuwe strandwallen werd de kust lijn richting westen opgeschoven. Tussen de wallen ontstonden lager gelegen strandvlaktes met duinontwikkeling. Tussen 3500 en 2000 v. Chr. zorgden nieuwe zeedoorbraken voor kleiafzettingen. Deze afzettingen vallen onder de Calais IV fase. Als gevolg van een stijgende grondwaterstand ontstond er veengroei tussen de strandwallen. Deze situatie was 500 jaar voor Christus al bereikt. Latere zeedoorbraken hadden op de rivierenbuurt nauwelijks effect.
Het gebied lag buiten de bebouwde kom en behoorde tot het landelijk gebied, en bestond uit weilanden en rietvelden. Het gedeelte buiten de grachten kwam pas na 1850 in aanmerking voor bebouwing.

2.3.6 Archeologie

Strandwallen hebben altijd archeologische potentie. De vroegste strandwallen waren al in het derde millennium voor Christus (de late Steentijd) geschikt voor menselijke bewoning. Op veel plekken binnen de grenzen van Den Haag (maar ook daarbuiten) zijn er op strandwallen vondsten gedaan en resten van nederzettingen teruggevonden, zowel uit de prehistorie als uit de Romeinse tijd en daarna. Strandvlaktes waren minder geschikt om te bewonen. Als ze niet te nat waren, waren ze echter wel heel geschikt voor akkerbouw en voor het weiden van het vee dat men had. Vooral de overgangszone tussen strandwal en strandvlakte was daarvoor geschikt. Die situatie bleef tot lang na de middeleeuwen onveranderd. Tot nu toe zijn binnen het bestemmingsplangebied geen vondsten gedaan die wijzen op bewoning in de pre- en vroeg historische periodes. Verrassend is dit niet, omdat de wijken zijn gebouwd in een periode waarin voor archeologie geen belangstelling en expertise bestond. In het plangebied zijn nauwelijks nog opgravingen verricht. Het gebied is in archeologische zin nog onbekend.

2.3.7 Kabels en leidingen

In het projectgebied lopen geen leidingen voor transport van giftige stoffen, voor brandbare en/of ontplofbare stoffen, geen aardgasleidingen met een gasdruk van 10 bar of hoger, geen bovengrondse hoogspanningsverbindingen van 50kV of hoger, geen ondergronds hoogspanningsverbindingen van 150 kV of hoger, geen afvalwaterpersleidingen met een doorsnede van 400 mm of meer, en geen effluentleidingen van afvalwaterzuiveringinrichtingen.