Plan: | Rivierenbuurt 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0248ERivierenbrt-50VA |
Voordat zij zich een permanente residentie permitteerden in het “Hof ter Hage” hadden de Graven van Holland geen vaste verblijfplaats. De graven reisden van hof naar hof, en verbleven op de plek waar hun aanwezigheid op een bepaald moment het meest gewenst was.
Vanaf het begin van de 13e eeuw tekende zich een bepaalde consolidatie af. Floris IV kocht van Dirk van Wassenaer in 1229 de 'Hof van vrouwe Meilendis' die ca. 600 morgen (511 hectaren) groot was. Hij bouwde daar een nieuw stenen huis. Zijn opvolgers Willem II en Floris de V, legden de basis voor de permanente grafelijke residentie. Het hof lag op een kruising van wegen: de weg van Leiden naar ’s-Gravenzande, en loodrecht daarop een weg van Delft naar de kust.
In eerste instantie waren aan de kant van de tegenwoordige Rivierenbuurt nauwelijks activiteiten. De huidige Bezuidenhoutseweg was de grens tussen de strandwal en de strandvlakte. Naast het grafelijke hof ontstond een nederzetting aan de zuidwestzijde (Plaats/Jacobskerk). Het hof zelf groeide uit in de richting Lange Voorhout en omgeving.
Den Haag had geen stadsrechten en had zeker geen bescherming nodig. Het was immers de zetel van de Graven van Holland zelf. Pas in de 17e eeuw kreeg de stad enige bescherming in de vorm van een singelomgrachting. Tijdens het 12-jarig bestand (in de 80 jarige oorlog met Spanje) liet Prins Maurits de grachten aanleggen. De omgrachting was zo ruim gekozen, dat er lange tijd grote stukken onbebouwd bleven. Ook werd de stad in zuidoostelijke richting uitgebreid, voornamelijk aan weerszijden van het Spui.
Lange tijd is de Rivierenbuurt een landelijk gebied buiten de bebouwde kom geweest, dat voornamelijk bestond uit weilanden en rietvelden en later ook moestuinen met wat bebouwing. Pas na 1850, toen de stad werd uitgebreid buiten de omstreeks 1600 gegraven singelgrachten, ontstond het grootste deel van de huidige wijk. Alleen het gedeelte tussen de Ammunitiehaven en de Zuid-Oost Buitensingel (later Uilebomen en Oranjebuitensingel genoemd) dateert van voor 1850. Dit oudste deel van de Rivierenbuurt ligt binnen de omgrachting. De Zuid-Oost Singelsgracht en de Oost Singelsgracht zijn de oudste elementen van de buurt, samen met het Spui en de aangrenzende bebouwing.
Twee belangrijke ontwikkelingen in de 19e eeuw zijn van invloed geweest op de huidige Rivierenbuurt: de aanleg van de spoorlijnen van de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij en het Staatsspoor, en de vestiging van de metaalpletterij en ijzergieterij Van Enthoven langs de Trekvliet en de Zuid-Oost Singelsgracht. Aan het einde van de 19e eeuw nam het bedrijf bijna het gehele gebied tot aan de Schenk in beslag. In 1905 vertrok de firma naar Delft. De Pletterij werd afgebroken en het gebied werd enkele jaren later ingevuld met de huidige woningbouw.
Pas na 1910 begon men in snel tempo met de systematische bouw van de Rivierenbuurt. Eerst werd het deel tussen de Singelsgracht en de Weteringkade aangelegd, en zo'n tien jaar later was het stratenplan en een deel van de bebouwing tussen de Weteringkade en de spoorbaan gereed.