direct naar inhoud van 2.4 Ruimtelijke structuur
Plan: Mariahoeve
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0244GMariahoeve-50VA

2.4 Ruimtelijke structuur

2.4.1 Bebouwing

Mariahoeve is aan het begin van de jaren zestig vrijwel geheel uitgevoerd volgens het plan van Van der Sluijs. Slechts op een paar punten werd van het oorspronkelijke plan afgeweken.

Van der Sluijs bedacht voor Mariahoeve een hiërarchische verkeersstructuur. De brede hoofdverkeerswegen in het plan, in combinatie met de weinige toegangswegen naar de afzonderlijke buurtjes, wekken de indruk dat ze als doorgaande autoroutes zijn bedacht. De straten binnen de buurten vormen als het ware een lus, zodat men rond kan rijden zonder het buurtje te verlaten. Enerzijds werd ruimte voor de auto gecreëerd, door de brede hoofdverkeerswegen met overzichtelijke kruisingen, anderzijds werd intimiteit van de woonbuurt bereikt door het autoverkeer te beperken tot bedieningsverkeer. Het scheiden van het doorgaande- en het bedieningsverkeer maakt Mariahoeve een vroeg voorbeeld van een hiërarchische verkeersscheiding zoals in de jaren zestig bij de opzet van uitbreidingswijken veelvuldig werd toegepast.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0244GMariahoeve-50VA_0008.jpg"

Figuur 8: Het stelsel van verkeerswegen is sterk bepalend voor de hoofdstructuur

Temidden van de hoofdwegen van Mariahoeve en de gearticuleerde randen van de wijk, liggen de zes buurten. De twee middelste buurten zijn het grootst en hebben een langwerpige vorm. Op de plaats waar beide buurten bij elkaar komen zijn wijkvoorzieningen ondergebracht als kerken, scholen en een winkelcentrum. De buurten die ter weerszijden hiervan liggen zijn een stuk kleiner en hebben een onderling overeenkomstige opzet. Naast het grote winkelcentrum aan Het Kleine Loo is elke buurt voorzien van een eigen buurtwinkelcentrum. Deze zijn opgebouwd uit kleine stroken die door middel van kleine, verkeersvrije pleinen aan de secundaire straten zijn gekoppeld. Door hun voorpleintjes vormen ze de meest nadrukkelijk bepaalde ruimtes in de buurt.

Afgezien van de kleine buurtwinkelcentra verspreid over heel Mariahoeve, was aanvankelijk één groot winkelcentrum gepland in de langgerekte voorzieningenstrook ten noorden van Het Kleine Loo. De bebouwing van dit centrum, dat een reikwijdte ver buiten Mariahoeve zou krijgen, liet echter tot het eind van de jaren zestig op zich wachten. Pas eind jaren zestig werd het huidige en minder omvangrijke winkelcentrum gebouwd. Nieuw aan het rond 1975 gerealiseerde complex, is dat het geheel overdekt is en afgesloten van de openbare ruimte. Hierdoor is een enigszins afgeschermd, in zichzelf gekeerd geheel ontstaan dat nauwelijks deel uitmaakt van het openbare gebied van de wijk. Hierdoor is het wijkpark achter het winkelcentrum komen te liggen. Op het plein werden losse paviljoens gebouwd die de overgang tussen de bebouwing en openbare ruimte diffuser maken en de betonnen oprit naar het parkeerdek camoufleren.

Structurele en/of functionele veranderingen

In Mariahoeve is nog nauwelijks sprake van verdichting of grootschalige vernieuwing. Op een paar plaatsen is vanaf de jaren negentig van de vorige eeuw een lege plek bebouwd of bestaande bebouwing vervangen. Zo is nabij het winkelcentrum de Horst aan beide zijden van Het Kleine Loo een aantal woongebouwen toegevoegd en is aan het eind van Het Kleine Loo de keerlus voor de tram opgeheven en bebouwd met woningen. Het nieuwe buurtje werd, enigszins in strijd met het stenige karakter, omgedoopt tot het Van der Sluijsplantsoen. Minder gelukkig is de nieuwbouw langs de noordoostrand van de wijk met een groot zorgcentrum, dat zich niet in het ritme van de randbebouwing voegt. Een doorkijk naar het omringende landschap is hier niet meer mogelijk. Overigens is een doorkijk op maaiveldniveau tussen de flats aan deze stadsrand richting het weidelandschap al niet meer mogelijk vanwege de aanleg van de noordelijke randweg direct achter de flatbebouwing.

Over het algemeen voegt de nieuwbouw zich redelijk tussen de bestaande bebouwing, maar de behoefte om het eigen erf met hekken en schuren af te bakenen, vormt een gevaar voor het karakter als woonpark. De bestaande bebouwing is op veel plaatsen nog geheel intact en in goede staat. De kleine buurtwinkelcentra hebben, op een na, hun oorspronkelijke functie verloren, maar de bebouwing staat niet leeg.

De bebouwing tussen het Finnenburg / Margarethaland en de spoorlijn Den Haag - Leiden is in de jaren 1980-2000 gerealiseerd. Dit deel is in de oorspronkelijke plannen voor Mariahoeve aangegeven als verkeersontsluiting in de richting van Leiden. Toen in de jaren 1980-1990 bleek dat deze verbinding nooit aangelegd zou worden is een deel van de strook als kantorenlocatie ontwikkeld met het Aegoncomplex en de bebouwing aan de Bordewijklaan. Aan het Finnenburg is in diezelfde periode een woongebouw en aan de andere zijde van de Reigersbergenweg een brandweerkazerne gebouwd.

2.4.2 Verkeer en infrastructuur

De hoofdstructuur van de wijk wordt sterk bepaald door dit stelsel van verkeerswegen, dat aansluit op bestaande verbindingen met omringende wijken. De Bezuidenhoutseweg is de belangrijkste verbinding met het centrum van Den Haag, maar is vooral een weg lángs Mariahoeve. De weg heeft een breed profiel en heeft het karakter van een Amerikaanse parkway. De woongebouwen die de weg begeleiden hebben geen adres aan deze straat. Parallel aan de weg bevindt zich een drietal straten tussen het vooroorlogse Bezuidenhout en Mariahoeve: de Vlaskamp en Diamanthorst sluiten aan op de Theresiastraat, Het Kleine Loo op de Loudonstraat en de Boekweitkamp en het Finnenburg vormen de voortzetting van de Schenkkade. Deze straten lopen de wijk in en woningen, scholen en winkels worden eraan ontsloten. Het Kleine Loo is van deze drie wegen, met een trambaan in het midden en de meeste functies eraan gelegen, de belangrijkste. Ook aan het Finnenburg liggen, in tegenstelling tot de Bezuidenhoutseweg, portieken, voordeuren en tuinen aan de straat.

Haaks op de parallel aan de kust georiënteerde routes zijn nog twee hoofdverbindingswegen aangelegd: de Reigersbergenweg en de Hofzichtlaan. De Reigersbergenweg is een dwarsverbinding tussen de Bezuidenhoutseweg en het Finnenburg zonder aansluitingen buiten de wijk, alshoewel het ontwerp voor de wijk hier wel in voorzag in de richting van Leidschendam - Voorburg. De Hofzichtlaan is daardoor de enige doorgaande verbinding in noord-zuidrichting door de wijk en verbindt Mariahoeve met Voorburg en Marlot. Door het vele verkeer op deze weg vormt het een barrière tussen het meest noordoostelijke deel en de rest van de wijk. Beide wegen hebben, door de weinige adressen en het brede profiel, een autonoom karakter en vormen net als de Bezuidenhoutseweg een parklaan.

Het openbaar vervoer bestaat uit een tramverbinding lijn 6 vanuit het centrum over het Kleine Loo en Hofzichtlaan in de richting van het winkelcentrum leidschenhage. Buslijn 24 vormt de verbinding tussen het Aegonplein en het Haagse stadscentrum. Over de Bezuidenhoutseweg rijden de interlokale bussen. Het NS-station Mariahoeve is een halte voor het regionale treinverkeer.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0244GMariahoeve-50VA_0009.jpg"

Figuur 9: openbaar vervoer in Mariahoeve

In de ruim opgezette wijk is veel openbare ruimte en daardoor voldoende ruimte voor parkeren, alhoewel ook veel parkeerplaatsen zich op eigen terrein bevinden. Er is geen parkeeroverlast, behoudens in de buurt van het NS station Mariahoeve.

2.4.3 Groen

Het groen in Mariahoeve vormt het een wezenlijk element in de stedenbouwkundige hoofdstructuur van de wijk. Van begin af aan stond de opzet van de wijk met een gevarieerde bebouwing als losse elementen in het groen vast. Hoewel de ruim opgezette straten en de variatie in de bebouwing bijdragen aan het parkachtige karakter van Mariahoeve, wordt het 'parklandschap' in grote mate bepaald door de doorlopende groene onderlegger. Voor wat betreft het oostelijk deel geldt dat ook voor de ligging aan de groene zone met parkje, sport- en recreatiecentrum Overbosch en de sportterreinen in Mariahoeve en de volkstuinen aan de zuidoostzijde. In de buurt zelf is het buurtgroen vrij spaarzaam aanwezig.

Net als in de bebouwing is ook in de groene ruimtes variatie aangebracht. Globaal zijn twee categorieën te onderscheiden, het collectieve en het particuliere groen. De open ruimtes rondom de torenflats behoren, evenals de gemeenschappelijke ruimtes tussen portiek-etageflats, tot het collectieve groen van de wijk. De tuinen bij de eengezinswoningen vormen het particulier groen. Over de inrichting en het onderhoud van het groen werden afspraken gemaakt tussen de corporaties en de gemeenten. De verschillende partijen namen elk een ander deel van het groen voor hun rekening.

Opvallend is dat het groen overal aanwezig is en dat het weinig is afgebakend. De verschillende groene ruimtes als binnenhoven, plantsoenen en tuinen vloeien naadloos over in de centrale open ruimtes rond de torenflats. De ruimte tussen de bebouwing is daardoor continu en makkelijk toegankelijk. Een groot gemeenschappelijk park ontbreekt. Er is slechts een klein parkje bij het wijkcentrum, de Horst, maar dit valt door het volop aanwezige groen elders nauwelijks op. Het ontbreken van een groot park wordt ruimschoots vergoed door de lommerrijke landgoederen als Reigersbergen, Clingendael, Duindigt en het Haagse Bos, die zich in de directe omgeving bevinden.

Nadrukkelijk vormgegeven waterpartijen of singels komen in Mariahoeve nauwelijks voor, waardoor water weinig belevingswaarde heeft. Het water in de wijk is vooral bedoeld om de waterhuishouding te regelen en slechts ten dele ter verlevendiging. Van een sterke samenhang tussen bebouwing, groen en water is slechts op een enkele plek sprake. Langs de Bezuidenhoutseweg is gedeeltelijk een smalle waterpartij aangelegd, die in de vorm van een lus tussen de bebouwing doorloopt. Op een paar plaatsen valt deze waterloop samen met het stratenpatroon en heeft het een esthetische functie. Het water in het park De Horst is tot aan het wijkcentrum doorgetrokken en koppelt het park, de bebouwing en het plein langs het Kleine Loo aan elkaar. De inrichting van het “cultuurgroen” bestaat uit grasgazons, afgewisseld met heestergroepen en bomen. Deze oorspronkelijke inrichting is op meerde plaatsen vervangen door een meer “natuurlijke” inrichting.

Stedelijke Groene Hoofdstructuur: Zone Schenkstrook

De ligging aan het Haagse Bos is een belangrijke kwaliteit van het wonen in Mariahoeve. De groene zone langs de Schenk is onderdeel van de Stedelijke Groene Hoofdstructuur (zie verder paragraaf 4.6).

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0244GMariahoeve-50VA_0010.png"

Figuur 10: Uitsnede uit 'Groen kleurt de Stad'

Op de grens met de wijk Bezuidenhout staat het rijksmonument de Nieuwe Veenmolen of Boschmolen. De molen is achtkantig met een doorsnede van 10 m en een hoogte van 14 m. De wieken zijn circa 25 m lang; de molen kan – afhankelijk van de windkracht – 25 tot 60 m3 water per minuut opbrengen. Deze poldermolen is van het type grondzeiler. De molen dateert uit 1654 en bemaalde samen met molen de Vlieger te Voorburg de Veen- en Binckhorstpolder (circa 648 hectare). De molen is oorspronkelijk als binnenkruier gebouwd en uitgerust met een ijzeren scheprad. De molen doet geen dienst meer in de polderbemaling, een maal per maand wordt nog gemalen om de doorstroming van de sloten rond de molenwerf te bevorderen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0244GMariahoeve-50VA_0011.jpg"

Figuur 11: foto van de Nieuwe Veenmolen

De molen is een van de drie molens in Den Haag die vermeld worden in de provinciale verordering Ruimte (zie verder paragraaf 3.3.2).

2.4.4 Water

Algemeen

Ten aanzien van het thema water zijn er diverse beleidsstukken op verschillende niveaus van kracht. Het Hoogheemraadschap hanteert de “Handreiking Watertoets voor gemeenten” (Hoogheemraadschap van Delfland, maart 2012) als uitgangspunt bij het beoordelen van plannen. Uiteindelijk doel is het realiseren van een duurzaam watersysteem, ook in bestaand stedelijk gebied. Tevens zijn voor de gemeente Den Haag het 'Waterplan Den Haag' en de 'Waterbergingsvisie' van kracht. In paragraaf 4.7 wordt nader op het beleid ten aanzien van water ingegaan.

Veiligheid en waterkeringen

Er zijn verschillende waterkeringen in het gebied aanwezig. Voor deze waterstaatkundige werken en bijbehorende beschermingszones is de Keur van Hoogheemraadschap van Delfland van toepassing. Bij eventuele toekomstige ontwikkelingen in dit gebied dient een vergunning te worden aangevraagd op grond van de Waterwet. Langs de Carel Reinierszkade en Bezuidenhoutseweg (ten westen van de Reigersbergenweg) ligt een boezemkade.

Waterkwantiteit

Het plangebied ligt binnen de Mariahoevepolder. In de noordwesthoek van het plangebied op de kruising van de Carel Reinierszkade en Bezuidenhoutseweg ligt een gemaal.

Watersysteemkwaliteit en ecologie

Binnen het plangebied zijn geen KRW-waterlichamen (Kaderrichtlijn Water) aanwezig.

Afvalwater en riolering

In het plangebied is een persleiding van het Hoogheemraadschap Delfland aanwezig.

2.4.5 Bodem

Het plangebied is gelegen in de Burgen en Horsten, Landen en Kampen van de wijk Mariahoeve en Marlot. Het gebied wordt grofweg begrensd door de Carel Reinierszkade, Bezuidenhoutseweg, gemeente Wassenaar en gemeente Leidschendam-Voorburg.

Binnen het plangebied en in de directe omgeving van het plangebied hebben enkele bedrijven met bodembedreigende activiteiten hun vestiging (gehad). Het gaat ter plaatse van het plangebied om schildersbedrijven, benzine-service-stations, chemische wasserijen, een brandstofgroothandel, autoreparatiebedrijven, een brandstoffendetailhandel, een scharen-, messen- en bestekfabriek, een laboratorium, drukkerijen, lichtpetroleumpompinstallaties, een verfspuitinrichting, fotoateliers, metaalconstructiebedrijven en bedrijven die producten van rubber en kunststof produceren. Binnen het plangebied zijn veel ondergrondse olietanks bekend. De meeste daarvan zijn verwijderd of onklaar gemaakt.

In en in de directe omgeving van het plangebied zijn bodemonderzoeken uitgevoerd in verband met aangetroffen verontreinigingen, herinrichting en/of bouwplannen. Hieruit is gebleken dat er binnen het plangebied sprake is van verscheidene gevallen van ernstige bodemverontreiniging, waarvan enkele reeds zijn gesaneerd. Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreining bij een gemiddelde overschrijding van de interventiewaarde in meer dan 25 m3 vaste bodem en/of 100 m3 grondwater (bodemvolume). Ter plaatse van sommigen van de gesaneerde gevallen zijn restverontreinigingen achtergebleven waardoor er gebruiksbeperkingen zijn. De gesaneerde locaties zijn wel geschikt voor het huidige gebruik.

Uit de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Den Haag blijkt dat het plangebied voor een klein deel is gelegen in bodemkwaliteits zone 3. De grond (0-2,0 m-maaiveld) in zone 3 is gemiddeld matig verontreinigd is met lood, zink en PAK (teerachtige stoffen) en licht verontreinigd met cadmium, koper en kwik. Het gebied kan derhalve geheel als verdacht worden aangemerkt. In dit gebied is geen grondverzet mogelijk op basis van de bodemkwaliteitskaart.

Het grootste deel van het plangebied is gelegen in bodemkwaliteitskaartzone 2. De bovengrond (0,0-0,5 m-mv) in dit gebied is licht verontreinigd met kwik, lood en PAK. De ondergrond (0,5-2,0 m-mv) is licht verontreinigd met kwik en lood.

2.4.6 Kabels en leidingen

In het plangebied lopen drie ruimtelijk relevante leidingen. Een gastransportleiding door de Reigersbergenweg naar het gasverdeelstation in Scheveningen, een watertransportleiding van Delfland in de zone langs de Schenk en een hoogspanningsleiding langs de Schenk. Deze zijn op de plankaart aangegeven.