Plan: | Seinpostduin 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0237DSeinpost1h-50VA |
Scheveningen-Bad wordt gekenmerkt door een langgerekte ruimtelijke structuur parallel aan de kust. Het plangebied is eveneens langgerekt. Het is min of meer een overgangsgebied tussen het oude dorp en het drukke recreatie- en uitgaansgebied in de omgeving van het Gevers Deynoot- en Palaceplein. Tussen de Boulevard en de lijn Wassenaarsestraat / Gevers Deynootweg liggen een aantal bouwblokken, die als gevolg van hun ligging in het oorspronkelijke duingebied grillig van vorm zijn. Om dezelfde reden lopen de verbindingsstraten naar de Boulevard toe geleidelijk omhoog.
In het gebied Seinpostduin is het historisch waardevolle beeld van de badplaats redelijk bewaard gebleven, ondanks een aantal naoorlogse vernieuwingen, waarbij stijlvolle villa's en badhotels zijn vervangen door sobere appartementencomplexen.
De bebouwing is sterk wisselend van karakter. Het plangebied wordt in stedenbouwkundig opzicht, naast het weidse uitzicht over zee en strand, en de vanwege het duin aanwezige hoogteverschillen, vooral gekenmerkt door een mengsel van open en halfopen verkavelde bouwblokken. Gesloten bebouwing komt vooral voor langs de Wassenaarsestraat. Ook de bouwhoogten verschillen in aanzienlijke mate.
Op het Seinpostduin, aan de Zeeweg en Zeekant en langs de Gevers Deynootweg bevinden zich nog veel familiehotels, villa's en pensions van rond 1900. Ze zijn vormgegeven in de voor die tijd kenmerkende architectuur in neo-renaissance, art nouveau en eclectische stijl, vaak met voor de badplaats kenmerkende houten warandes en open loggia's. Aan de zeezijde zijn vanaf 1975 diverse badhotels gesloopt om plaats te maken voor moderne appartementencomplexen in 5 resp. 7 lagen.
Met name de panden uit het begin van de vorige eeuw hebben de gemeentelijke monumentenstatus. Het grootste deel van de panden met de monumentenstatus bevindt zich in het bouwblok tussen Seinpostduin en Zeeweg. De straatwanden, die door deze aan elkaar grenzende panden gevormd worden hebben tevens de kwalificatie hoogwaardig straatensemble van de 1e orde gekregen. Ook langs de noordoostzijde van het Seinpostduin hebben een paar panden de monumentenstatus – één is zelfs rijksmonument. Ondanks het feit dat in deze straatwand in 1968 een pand is vervangen ten behoeve van een hotel in 6 lagen is ook hier nog sprake van een hoogwaardig straatensemble van de eerste orde. Ook langs de Gevers Deynootweg staan aan de landzijde een zevental panden met de monumentenstatus, waaronder het tot appartementen verbouwde pand, waar voorheen de Sophia-stichting was gevestigd.
Het woningcomplex uit de jaren twintig van de vorige eeuw tussen Harteveltstraat, Pellenaerstraat en Jongeneelstraat bestaat uit eengezinswoningen in twee lagen met plat dak in een aan de Haagse School verwante stijl. In de Jongeneelstraat en de Harteveltstraat is het ritme dat ontstaat door het oplopen van de bebouwing tegen het duin opvallend. Bijzonder is de aanwezigheid van paviljoen Von Wied in het gebied. Dit paviljoen is een rijksmonument. De bebouwing in de Wassenaarsestraat en de Schuitenweg bestaat hoofdzakelijk uit woonbebouwing in drie lagen zonder kap en met hier en daar op de begane grond een andere functie.
In 2003 heeft de gemeenteraad Scheveningen-Dorp als beschermd stadsgezicht aangewezen. Het plangebied ligt in zijn geheel binnen de grenzen van dat gebied. Die aanwijzing had onder andere tot doel de waardevolle nog aanwezige familiehotels, villa's en pensions, die rond 1900 in het gebied zijn gerealiseerd voor de toekomst te behouden. Veel van deze panden zijn bovendien aangewezen als gemeentelijk monument. Het plangebied telt bovendien twee rijksmonumenten: paviljoen De Witte (het voormalige paviljoen Von Wied) en Seinpostduin 22/23, waarin een hotel is gevestigd (zie tabel).
Monumenten in Seinpostduin | |||
Straat | Nummer | Omschrijving | Status |
Gevers Deynootweg | 2/2a | hotel/restaurant | Gemeentelijk monument |
Gevers Deynootweg | 3, 5 | hotel | Gemeentelijk monument |
Gevers Deynootweg | 4 | restaurant | Gemeentelijk monument |
Gevers Deynootweg | 6, 8 | wonen | Gemeentelijk monument |
Gevers Deynootweg | 21 | wonen | Gemeentelijk monument |
Gevers Deynootweg | 23 | hotel | Gemeentelijk monument |
Gevers Deynootweg | 25 | wonen | Gemeentelijk monument |
Gevers Deynootweg | 27/27c | wonen | Gemeentelijk monument |
Gevers Deynootweg | 35 | wonen | Gemeentelijk monument |
Maasdijkstraat | 1/1c | wonen | Gemeentelijk monument |
Pellenaerstraat | 4 | sociëteit | Rijksmonument |
Seinpostduin | 1 | hotel | Gemeentelijk monument |
Seinpostduin | 2/3 | wonen | Gemeentelijk monument |
Seinpostduin | 4 | wonen | Gemeentelijk monument |
Seinpostduin | 12/12a | wonen | Gemeentelijk monument |
Seinpostduin | 13 | wonen | Gemeentelijk monument |
Seinpostduin | 14 | wonen | Gemeentelijk monument |
Seinpostduin | 15 | hotel | Gemeentelijk monument |
Seinpostduin | 21/21a | wonen | Gemeentelijk monument |
Seinpostduin | 22/23 | hotel | Rijksmonument |
Seinpostduin | 26 | wonen | Gemeentelijk monument |
Seinpostduin | 27/28 | wonen | Gemeentelijk monument |
Zeekant | 53/56a | wonen | Gemeentelijk monument |
Zeekant | 57 | hotel | Gemeentelijk monument |
Zeekant | 58 | hotel | Gemeentelijk monument |
Zeekant | 60 | wonen | Gemeentelijk monument |
Zeeweg | 2 | wonen + hotel | Gemeentelijk monument |
Zeeweg | 4,6,8,10,12,14 | wonen | Gemeentelijk monument |
Bekende geologische en archeologische gegevens
Het plangebied is volgens de Nieuwe Archeologische-Geologische kaart van Den Haag en Rijswijk in zijn geheel gelegen op een door Jong Duin overstoven strandwal.
Strandwallen zijn zandruggen die grofweg evenwijdig aan de kustlijn liggen en die enige duizenden jaren voor Christus door natuurlijke processen zijn gevormd. Tussen de verschillende strandwallen bleef het oppervlak laag en vochtig: daar ontstond in de loop der eeuwen een soms vrij dik pakket veen.
Strandwallen hebben altijd archeologische potentie. Al vanaf de late Steentijd (ca. 2500 v. Chr.) waren ze geschikt voor menselijke bewoning. Op veel plekken binnen de gemeentegrenzen (en daarbuiten) zijn er vondsten op gedaan en resten van nederzettingen op teruggevonden, zowel uit de prehistorie als uit de Romeinse tijd of Vroege Middeleeuwen. Strandvlaktes waren minder geschikt om te bewonen: als ze niet te nat waren, waren ze echter wel heel geschikt voor het weiden van het vee dat men had.
Tot aan de vorming van de Jonge Duinen in de Late Middeleeuwen - een grootschalige overstuiving langs de gehele Hollandse kust - bleef het gebied voor bewoning geschikt. In de periode daarna was dat veel minder het geval. Wel ontstond er, waarschijnlijk in de 14de eeuw, het visserdorp Scheveningen.
Verdere archeologische verwachtingen
Het ontstaan van de Jonge Duinen is voor de conservering van archeologisch erfgoed van uitnemend belang geweest. Het oude oppervlak met al zijn bewoningsrelicten werd binnen korte tijd afgedekt met een deken van soms vele meters zand. Nederzettingsplaatsen zijn daardoor in het Jonge Duingebied veel beter bewaard gebleven dan elders. Hoewel binnen het plangebied tot nu toe geen vindplaatsen bekend zijn, geldt daarom voor het gehele plangebied een hoge archeologische verwachting voor wat betreft de pre- en vroeghistorische periode.
Het plangebied wordt ontsloten door de Gevers Deynootweg. De belangrijkste aanvoerroutes zijn de route Scheveningseweg / Prins Willemstraat / Jurriaan Kokstraat / Badhuiskade vanuit het zuidwesten en de stedelijke hoofdweg Zwolsestraat vanuit het noordoosten. Vooralsnog heeft ook de Nieuwe Parklaan een belangrijke ontsluitingsfunctie voor het plangebied. De Scheveningseslag heeft een functie voor het recreatieverkeer tussen Scheveningen-Bad en Scheveningen-Haven. De overige straten hebben uitsluitend een functie als verblijfsstraat. De Jongeneelstraat en de Harteveltstraat zijn doodlopende straten, die vanaf de Gevers Deynootweg zijn in te rijden.
Door het plangebied loopt de route van tramlijn 1 en van bus 23. Lijn 1 rijdt over de Gevers Deynootweg via de Scheveningseweg en binnenstad naar Delft. Buslijn 23 begint in Duindorp en rijdt via de Westduinweg en Gevers Deynootweg via de oostelijke wijken van Den Haag naar Station Laan van NOI en vervolgens naar Voorburg. Het eindpunt van lijn 11 ligt eveneens op loopafstand aan de westzijde van het plangebied. Deze lijn verbindt het plangebied met de oudere oostelijk van het centrum gelegen wijken en eindigt bij station Hollands Spoor.
Er is in Den Haag een herkenbaar stelsel van (hoofd)fietsroutes. De Gevers Deynootweg maakt deel uit van dat netwerk. Belangrijke aanvoerroutes voor fietsers zijn voorts de Nieuwe Parklaan en Badhuisweg en de Haringkade.
Het parkeren is voor bewoners en gebruikers van het gebied aan een vergunning gebonden. Niet-vergunninghouders moeten in een groot deel van het gebied tussen 10 en 24 uur voor het parkeren betalen. De maximale parkeerduur is 1 uur. Op de Schuitenweg, de Zeeweg en de Wassenaarsestraat is geen betaald parkeerregime van kracht. Op de Zeekant mag op de rijbaan niet worden geparkeerd. De naoorlogse appartementencomplexen beschikken over gebouwde parkeervoorzieningen. Het Museum Beelden aan Zee en het Badhotel hebben een parkeerplaats op eigen terrein. De bewoners en gebruikers van de overige gebouwen in het plangebied zijn voor een parkeerplaats overwegend aangewezen op de openbare straat en in een enkel geval op eigen terrein
De openbare ruimte binnen het plangebied is beperkt. De ruimte bevindt zich buiten het plangebied in de vorm van boulevard strand en zee. Karakteristiek is het hoogteverschil tussen de Wassenaarsestraat / Gevers Deynootweg en de strandmuur. Doordat de meeste bouwblokken voorzien zijn van voortuinen is het gebied toch tamelijk ruim van opzet. Het vrijwel geheel ontbreken van openbaar groen wordt door de aanwezigheid van deze voortuinen gecompenseerd. De IJsbrantszstraat en een stuk straat van het Seinpostduin zijn uitsluitend toegankelijk voor voetgangers.
Het plangebied ligt in zijn geheel binnen de kernzone van de zeewering. De zeewering is recent versterkt.
In het plangebied of de nabije omgeving ervan is geen oppervlaktewater aanwezig in de vorm van boezem- of polderwater. Evenmin is de aanleg hiervan voorzien.
Grondwaterproblematiek is in het plangebied niet aan de orde, mede dankzij de relatief hoge ligging van het plangebied en de zandige bodem.