Plan: | Seinpostduin 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0237DSeinpost1h-50VA |
Scheveningen is als vissersdorp rond 1280 ontstaan. De Scheveningseweg verbond het dorp en het duingebied met Den Haag. In de eerste helft van de 19de eeuw werden de verbindingen uitgebreid met de aanleg van het Kanaal en de Badhuisweg. Met de opening van het eerste badhuis in 1818 werd de geleidelijke groei van Scheveningen als badplaats in gang gezet. Daarbij dient ook de bouw van het Paviljoen Von Wied genoemd te worden, dat in 1827 in opdracht van koning Willem I voor zijn vrouw koningin Wilhelmina van Pruisen in de duinen werd gebouwd.
Er ontstond een tweedeling: badplaats en vissersdorp ontwikkelden zich op een duidelijke afstand van elkaar. Rond 1870 ging het dorp zich uitbreiden. Na de aanleg van de Badhuisweg en de Kanaalweg/Nieuwe Duinweg zorgt de Nieuwe Parklaan voor een extra verbinding met Den Haag en voorziet de aanleg van de Gevers Deynootweg en Jurriaan Kokstraat voor de dwarsverbinding tussen vissersdorp en badplaats. Tussen 1890 en 1930 werd het dorp aan de noordoostkant uitgebreid met het en aan de zuidwestkant met Duindorp. Duindorp was vooral bedoeld voor bewoners van het oude dorp, die als gevolg van de sloop- en herbouwactiviteiten die daar plaatsvonden, geherhuisvest moesten worden. In diezelfde periode, in 1904, werd de Eerste Binnenhaven aangelegd, later gevolgd door de Tweede en de Derde. De driedeling Haven – Dorp - Bad was daarmee een feit. Geleidelijk aan groeiden Bad en Dorp aan elkaar vast, waarbij juist in het tussenliggende gebied een groot aantal hotels en pensions werd gevestigd. Het gaat dan om de Zeekant, Seinpostduin, Gevers Deynootweg en – meer landinwaarts – de Badhuisweg. Vermaarde badhotels als Zeerust en Rauch op de beide koppen van de Keizerstraat (net buiten het plangebied) en Savoy – hoek Zeekant en Schuitenweg- werden in deze periode gerealiseerd. Dominant was ook het theater "Seinpost" op het Seinpostduin.
De noordzijde van de Wassenaarsestraat ontwikkelde zich in deze periode meer als een gemengd gebied met woningen, bedrijfjes en winkeltjes. In de jaren dertig van de twintigste eeuw werden in het duingebied rondom Paviljoen Von Wied middenstandswoningen in twee lagen zonder kap gebouwd aan de Jongeneelstraat, Pellenaerstraat en Harteveltstraat.
Vanaf 1975 zijn geleidelijk diverse badhotels gesloopt om plaats te maken voor moderne appartementencomplexen. Ook het Seinposttheater is in 1976 gesloopt voor een appartementencomplex naar ontwerp van Cees Dam.
In 1994 werd rondom Paviljoen Von Wied het museum Beelden aan Zee gevestigd naar ontwerp van Wim Quist. Het paviljoen zelf werd een dependance van sociëteit De Witte.