Plan: | Rotterdamsebaan |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0235ZRotterdambn-50VA |
De Rotterdamsebaan is een regionale hoofdweg die de verbinding vormt tussen de stad en de snelweg en met name het stedelijke verkeer zal bedienen tussen de Centrale Zone/de centrumring en knooppunt Ypenburg. De weginrichting die bij deze functie hoort is gericht op een goede doorstroming van het autoverkeer. De gewenste trajectsnelheid is tenminste 45-50km/uur met een maximumsnelheid van 70 km/uur. Het profiel van de Rotterdamsebaan zal bestaan uit 2 rijbanen met 2 rijstroken die van elkaar gescheiden zijn. Aansluitingen op andere wegen moeten worden vorm gegeven als ongelijkvloerse aansluitingen met weefvakken vanuit en naar de hoofdweg. Kruisingen met langzaam verkeer of het onderliggende wegennet worden ongelijkvloers uitgevoerd.
Aan de zijde van de Binckhorst zal de Rotterdamsebaan aansluiten op de centumring bij de kruising van de Binckhorstlaan met de Mercuriusweg. Aan de zijde van Ypenburg sluit de Rotterdamsebaan aan op de kruising van de Laan van Delfvliet met de op-/afrit van de oostelijke rijbaan van de A4.
De Rotterdamsebaan omvat de volgende onderdelen:
Daarnaast omvat het project Rotterdamsebaan een aantal aanpassingen van de infrastructuur in de Binckhorst. Deze zijn nodig om een goede aansluiting van de tunnel op de centrumring mogelijk te maken.
In het navolgende worden deze vier delen toegelicht.
Vanaf de in-/uitrit in de Vlietzone (tussen Drievliet en de golfbaan) loopt de tunnel onder Voorburg-west door naar het gebied Binckhorst in Den Haag. De tunnel vormt het langste tracédeel van de Rotterdamsebaan. De totale lengte van de tunnel wordt ca. 2155 meter, waarvan ca. 1535 meter geboord wordt. De maximale diepte van de rijweg is ca. 28 meter onder maaiveld. De oostelijke tunnelmond ligt op Haags grondgebied in de Vlietzone Zuid. De Rotterdamsebaan sluit aan die zijde aan in het knooppunt Ypenburg en op de Laan van Hoornwijck. De tunnel gaat onder de Zuidvliet en het grondgebied van de gemeente Leidschendam-Voorburg door (Voorburg-west) en komt uit voorbij de Zonweg in het midden van de Binckhorstlaan.
De tunnel bestaat uit twee tunnelbuizen met twee rijstroken per richting die naast elkaar geboord worden. Ten behoeve van de veiligheid worden op regelmatige afstand dwarsverbindingen tussen deze buizen gemaakt. Hulpdiensten en onderhoudsploegen kunnen vanuit de ene tunnelbuis via de dwarsverbindingen de andere tunnelbuis bereiken.
De boortunnel tussen de Binckhorst en de Vlietzone is het langste tracédeel van de Rotterdamsebaan. De lengte van de tunnel op zich heeft geen effect op het verkeerskundig functioneren van de Rotterdamsebaan. Het horizontale verloop van het tunneldeel bepaalt wel waar er mogelijkheden zijn voor aansluitingen op het omliggende wegennet. Deze horizontale ligging van de boortunnel wordt voornamelijk bepaald door de bestaande situatie op maaiveld en de harde dwangpunten daarbij.
Schematische weergave van de verticale ligging van de Boortunnel
Om de beoogde doelen van de Rotterdamsebaan te bereiken moet de aansluiting in het knooppunt Ypenburg goed functioneren. Voor het verkeer van en naar de Centrale Zone moet de Rotterdamsebaan een aantrekkelijke route vormen zodat een substantieel deel van dit verkeer de Rotterdamsebaan verkiest boven de Utrechtsebaan of een andere route. Het rijk heeft als eis gesteld dat het knooppunt Ypenburg (de ligging van de hoofdwegen en de aansluitingen daarvan) in zijn huidige vorm gehandhaafd moet blijven. Dit betekent dat de Rotterdamsebaan via het onderliggende wegennet wordt aangesloten op het rijkswegennet en er geen nieuwe op- en afrit voor mag worden gemaakt. Deze indirecte aansluiting beperkt de toestroom van verkeer naar de tunnel, hetgeen weer aansluit op het inzicht dat het stedelijke wegennet geen onbeperkte toestroom vanuit en naar de Rotterdamsebaan kan verwerken.
De aansluiting van de Rotterdamsebaan komt in knooppunt Ypenburg te liggen tussen de verbindingsboog van de A13 naar de A4 en de hoofdrijbanen van de A4. De Rotterdamsebaan sluit daar aan op de al bestaande T-aansluiting op de overgang van de Laan van Delfvliet naar de A13 en waarop ook de op- en afrit vanaf de oostelijke rijbaan van de A4 aantakt. Deze aansluiting wordt daarmee een volledige kruising met 4 takken en zal fors worden aangepast. De Rotterdamsebaan heeft via deze kruising een verbinding met de A13 en de oostelijke rijbanen van de A4 (komend vanuit Delft en richting Amsterdam). Dit is geen directe aansluiting op het hoofdwegennet maar de Rotterdamsebaan is daar met maar één kruising via het onderliggende wegennet wel goed mee verbonden. De opstelvakken voor deze kruising komend vanaf de A13 beginnen direct na het viaduct over de A13-A4-boog.
Met de westelijke rijbaan van de A4 is de Rotterdamsebaan indirect verbonden via de Laan van Delfvliet. Verkeer vanuit de richting Amsterdam rijdt via de afrit van de A4 en de al bestaande T-aansluiting de Laan van Delfvliet op en kan via de Laan van Hoornwijck de Rotterdamsebaan inrijden. Hierbij moet worden opgemerkt dat dit een beperkte verkeersstroom is, omdat verkeer vanuit de richting Amsterdam naar de Centrale Zone vooral gebruik maakt van de A12/Utrechtsebaan. Verkeer vanuit de Rotterdamsebaan naar de A4 richting Delft/Rotterdam kan via de Laan van Hoornwijck naar de Laan van Delfvliet en de oprit van de A4 rijden.
Ongeveer 200 meter na de aansluiting van de Rotterdamsebaan op de Laan van Delfvliet begint een open tunnelbak onder de hoofdrijbanen van de A4 door en onder de boog van de A4 naar de A13. Het ontwerp is afgestemd op de toekomstige situatie met A4-Passage Verkenning Haaglanden.
De volgende afbeelding geeft de hierboven beschreven routes aan tussen de Rotterdamsebaan en het rijkswegennet.
De ontsluiting van de huidige P+R locatie op de N-kavel blijft gehandhaafd. Vanuit Ypenburg wordt op de Laan van Hoornwijck een ruimtereservering gedaan voor een mogelijk toekomstige linksaf opstelstrook richting de N-kavel. Het ontwerp gaat beperkt over de perceelgrens van de N-kavel heen om het benodigde aantal rijbanen te kunnen realiseren, maar dit zal een toekomstige ontwikkeling niet in de weg staan.
In de Vlietzone ligt de oostelijke tunnelmond van de Rotterdamsebaan. In het westelijke deel van de Vlietzone ligt de Rotterdamsebaan ondergrond. Tussen de tunnelmond en de Laan van Hoornwijck ligt de Rotterdamsebaan deels op maaiveld en deels in een verdiepte bak.
De Rotterdamsebaan kruist de Laan van Hoornwijck ongelijkvloers. Voor het verkeer tussen de woonwijk Ypenburg en Nootdorp en de bestaande stad wordt de Laan van Hoornwijck aangesloten op de Rotterdamsebaan. Vanaf de Laan van Hoornwijck kan dit verkeer via een aparte toerit de Rotterdamsebaan inrijden en omgekeerd kan dit verkeer vanuit de Rotterdamsebaan via een aparte afrit naar de Laan van Hoornwijck rijden. Daarmee wordt deze lokale verkeersstroom grotendeels los gekoppeld van de verkeersstroom van en naar het hoofdwegennet via de kruisingen met de Laan van Delfvliet.
In de Vlietzone is uitgegaan van een zo lang mogelijke tunnel, met behoud van de aansluiting van de Laan van Hoornwijck op de Rotterdamsebaan in de richting naar en vanuit het centrum van Den Haag. De ligging van de tunnelmond is bepaald door benodigde lengtes voor de hellingen, voor het in- en uitvoegen en de afstand voor en na een tunnel waarin geen verandering van het aantal rijstroken mag plaats vinden.
De Rotterdamsebaan sluit aan op de Laan van Hoornwijck. De Laan van Hoornwijck ontsluit de woningen in Park Hoornwijck en de bedrijventerreinen Park Hoornwijck en 's-Gravenmade, respectievelijk via de Laan van Zuid Hoorn en de Laan van 's-Gravenmade.
Bij de aansluiting van de Laan van Zuid Hoorn komt de doorsteek over de trambaan te vervallen. Dit houdt verband met het verschuiven van de van de tramhaltes ten behoeve van de aansluiting van de Rotterdamsebaan op de Laan van Hoornwijck en met de ligging van deze aansluiting kort op de nieuwe complexe kruising van de Laan van Hoornwijck met de op- en afrit van de Rotterdamsebaan. De aansluiting van de Laan van Hoornwijck op de Laan van Zuid Hoorn wordt een aansluiting waarop alleen vanaf de Laan van Hoornwijck rechtsaf ingereden kan worden en vanuit de Laan van Zuid Hoorn rechtsaf uit gereden kan worden. Voor het verkeer vanaf de Laan van Delfvliet en naar Park Hoornwijck en vanaf Park Hoornwijck naar Ypenburg is de Laan van Oversteen een goed alternatief.
De Laan van 's-Gravenmade is met een volledige kruising aangesloten op de Laan van Hoornwijck. De Laan van 's-Gravenmade ontsluit zowel het bedrijventerrein als familiepark Drievliet. De Laan van 's Gravemade is en blijft de enige ontsluitingweg van het et bedrijventerrein. Het verkeer richting Drievliet rijdt via de Laan van 's Gravemade en een nieuwe éénrichtingsweg naar het parkeerterrein. Deze nieuwe weg loopt om de tunnelmond heen loopt. Het wegrijden vanaf het parkeerterrein zal plaats vinden via een nieuwe éénrichtingsweg aan de westzijde van de Rotterdamsebaan. Deze nieuwe weg komt samen met de afrit van de Rotterdamsebaan en sluit aan op de Laan van Hoornwijck. Het verkeer naar en vanaf Drievliet rijdt daarmee een 'lus' via het parkeerterrein. Deze lus via de nieuwe weg dient alleen ter ontsluiting van Drievliet en het dienstgebouw van de tunnel in de Vlietzone.
Omdat er bij de aansluiting van de Laan van Hoornwijck op de Rotterdamsebaan onvoldoende ruimte is voor linksaf-voorsorteervakken van voldoende lengte naar zowel de Rotterdamsebaan als naar de Laan van 's-Gravenmade (denk ook aan touringcars en bezoekerspieken Drievliet) zijn deze bewegingen gecombineerd in één lange linksaffer naar de Laan van 's-Gravenmade. Dit komt ook de verkeersafwikkeling op de kruising als geheel ten goede. Op dit moment wordt onderzocht of het mogelijk is een directe doorsteek te maken voor linksafslaand verkeer naar de Rotterdamsebaan.
De hierna volgende afbeelding is aangegeven wat de routes zijn van het verkeer dat via de aansluiting op de Laan van Hoornwijck rijdt.
De tramroute via de Laan van Hoornwijck voor lijn 15 blijft gehandhaafd. De tram rijdt daar in middenligging. Ter hoogte van de aansluiting van de Laan van Hoornwijck op de Rotterdamsebaan worden de tramsporen verlegd in verband met de benodigde ruimte voor de aansluiting. Ook worden de halte zodanig verlegd dat ze aansluiten op de oversteekplaatsen voor de voetgangers. Via de nieuwe weg naar Drievliet ontstaat er een kortere looproute tussen de tramhalte en Drievliet.
Langs de Laan van Hoornwijck blijft een twee richtingsfietspad aan de noordoostzijde. De oversteek met de Laan van 's-Gravenmade en met de toe- en afrit naar de Rotterdamsebaan worden met verkeerslichten geregeld.
De Rotterdamsebaan mondt uit in de Binckhorst en sluit daar aan op het stedelijke wegennet via de kruising van de Binckhorstlaan en de Mercuriusweg2 . De tunnelmond bevindt zich ter hoogte van de Zonweg op de Binckhorstlaan. Het eerste gedeelte na de tunnelmond bevindt de Rotterdamsebaan zich in een open, verdiepte bak die langzaam stijgt naar maaiveld. Ter hoogte van de St. Barbaraweg is het tracé op maaiveld en verbreedt de weg zich om voldoende opstelgelegenheid te hebben voor de aansluiting van de Rotterdamsebaan op de centrumring (zowel richting Lekstraat als richting Neherkade). De kruising van de Binckhorstlaan en de Mercuriusweg vormt de verbinding van de Rotterdamsebaan met de centrumring. Deze kruising is al een belangrijke schakel tussen twee delen van de centrumring (Neherkade en Binckhorstlaan/ Lekstraat) en van de verbinding van de centrumring met de A12. Daarnaast is deze kruising van groot belang voor de ontsluiting van de Binckhorst zelf. Deze combinatie van functies leidt tot een groot verkeersaanbod op deze kruising. Daarnaast is het ook een kruising van twee hoofdroutes voor de fiets en loopt het beoogde tracé van een Hoogwaardige openbaar vervoer baan door de Binckhorst via deze kruising.
Aan de zijde van de Binckhorst is een aantal bestaande bouwwerken leidend voor de boortunnel, met name de Binckhorstbrug en Basal. Als gevolg van de locatie van de boorschacht voorbij Basal, is een aansluiting van de Zonweg op de Rotterdamsebaan niet realiseerbaar. Daardoor is er geen directe aansluiting mogelijk van het zuidelijke deel van de Binckhorst op de Rotterdamsebaan. Voor de bereikbaarheid van dit gebied is een andere ontsluitingsstructuur nodig vanaf de kruising van de Binckhorstlaan met de Mercuriusweg.
In samenhang met de aanleg van de Rotterdamsebaan zal ook een aanpassing van de ontsluitingsstructuur in de Binckhorst plaats vinden. Deze aanpassing hangt samen met de vormgeving van en de verkeersafwikkelingen op het Mercuriusplein. De aanpassing van de verkeersstructuur is gebaseerd op de drie ingrepen:
Bij het ontvlechten wordt de verkeersafwikkeling verbeterd door het ontkoppelen van het lokale en doorgaande verkeer bij het Mercuriusplein om daarmee het aantal conflicterende richtingen op de kruising te beperken. Voor het bestemmingsverkeer worden alternatieve routes gerealiseerd vanuit en naar de diverse kwadranten van de Binckhorst.
Door het afsluiten van de oostelijke tak van de Mercuriusweg vervalt de route via de (Verlengde) Regulusweg naar het Mercuriusplein en kan de kruising als een T-aansluiting worden vorm gegeven en wordt het verkeer beter geleid van en naar de Neherkade.
Om het verkeersaanbod anders over de drie takken van de kruising te verdelen wordt voor het verkeer tussen de A12 en de centrumring een nieuwe weg aangelegd tussen de Wegastraat/Regulusweg en de Binckhorstlaan. Deze weg Spoorboogweg3 sluit ter hoogte van de Plutostraat aan op de Binckhorstlaan. In de hoofdverkeersstructuur ontstaat daarmee een tweede grote T-aansluiting (“dubbele T-aansluiting”).
De Binckhorstlaan-zuid (parallelrijbanen aan tunnel) sluit aan op het Mercuriusplein en is bedoeld voor het lokale verkeer naar de bestemmingen in de Binckhorst en het verkeer tussen Voorburg-West en de Centrale Zone.
Parkeren
Huidige situatie
In de Binckhorst vindt een groot deel van het parkeren plaats op eigen terrein (o.a. aantal grote parkeergarages). Op de openbare weg zijn er in totaal ca. 2300 plaatsen aanwezig. Daarvan zijn er ongeveer 100 gereguleerd met een parkeerautomaat. De huidige parkeerdruk overdag voor de gehele Binckhorst is 93%, en ligt op bijna alle straten boven de 80% voor de openbare plaatsen. In de nachtperiode is de bezetting in bijna de gehele Binckhorst zeer laag (telling 2011: 23%). Het beeld is dat de parkeerdruk in de Binckhorst vooral bepaald wordt door de medewerkers en bezoekers van de daar gevestigde bedrijven. Sinds eind 2011 is een aantal ontwikkelingen geweest die de parkeerdruk beïnvloeden. Zo is er meer leegstand in het gebied. Ook is recent de nieuwe (tijdelijke) parkeergarage van KPN aan de Saturnusstraat geopend. Deze heeft een capaciteit van circa 400 parkeerplaatsen. Verder zijn er in de Binckhorst een groot aantal particuliere parkeerplaatsen. In een aantal gevallen zijn dit parkeerplaatsen in de (semi) openbare ruimte die in particulier gebruik zijn (huur danwel koop).
Planontwikkeling
Door de aanleg van de Rotterdamsebaan en de aanpassing van de infrastructuur in de Binckhorst verandert de parkeersituatie op een aantal wegvakken. In het MER is daarbij uitgegaan van een verlies van netto circa 225 plaatsen In het kader van het verder uitwerken van het Voorlopig Ontwerp en naar aanleiding van de zienswijzen is het ontwerp voor enkele wegvakken in de Binckhorst aangepast en geoptimaliseerd. Daardoor is het aantal (openbare) parkeerplaatsen in het ontwerp toegenomen. Het verlies aan openbare parkeerplaatsen ten opzichte van de huidige situatie is daarmee beperkt tot maximaal 145 openbare parkeerplaatsen. Dit is een relatief beperkt verlies ten opzichte van het huidige aantal openbare parkeerplaatsen, namelijk ca. 6/8 %. Daarbij wordt de parkeerbehoefte in het gebied lager doordat er enkele functies in het gebied komen te vervallen vanwege de aanleg van de Rotterdamsebaan. Op een aantal locaties moet de parkeersituatie nog nader worden uitgewerkt. Met name is dit het geval waar in het ontwerp particuliere parkeerplaatsen (“op eigen terrein”) komen te vervallen of waar deze plaatsen op eigen terrein niet meer bereikbaar zijn. Deels is het mogelijk om deze parkeerplaatsen te compenseren in het openbaar gebied en deels kan dit op terreinen die bij de gemeente in eigendom zijn. Waar sprake is van het opheffen en compenseren van parkeerplaatsen op eigen terrein zal in overleg met de betrokken eigenaren/gebruikers worden getreden om tot een afspraken te komen over het (compenseren van) het parkeren. Na deze afstemming zal de definitieve parkeersituatie in het Definitief Ontwerp worden vastgelegd. Door deze nadere uitwerking is er alleen een indicatief beeld te geven van het aantal (openbare) parkeerplaatsen dat in het Voorlopig Ontwerp is opgenomen.
Parkeren per wegvak
Door de aanleg van de Rotterdamsebaan en de aanpassing van de infrastructuur in de Binckhorst verandert de parkeersituatie op enkele wegvakken. Per her in te richten of aan te leggen wegvak in de Binckhorst is hierna aangegeven wat de parkeercapaciteit in de huidige situatie is en wat er verandert in de plansituatie.(zei kaart op volgende pagina). Waar relevant is ook het parkeren in de tijdelijke situatie opgenomen.
Binckhorstlaan-noord en de Mercuriusweg oost
Langs deze wegvakken zijn momenteel 25 respectievelijk 10 openbare parkeerplaatsen aanwezig. Na de herinrichting komen er geen parkeerplaatsen terug langs deze wegen. De (langs)parkeerplaatsen aan
deze wegvakken komen te vervallen vanwege de functie van deze wegen als stedelijke hoofdweg. Vanwege de gewenste doorstroming en de verkeersveiligheid zijn parkeerplaatsen direct langs deze wegvakken ongewenst. Langs deze wegvakken zijn ook maar beperkt functies gevestigd waarvoor deze parkeerplaatsen van belang zijn. Voor een deel worden de nu daar aanwezige parkeerplaatsen ook gebruikt door bezoekers of werknemers met een bestemming buiten de Binckhorst. Dit gebruik is ongewenst en hoeft niet gefaciliteerd te worden. De parkeerplaatsen langs deze wegvakken komen te vervallen als de herinrichting start van deze wegvakken, naar verwachting in 2018. Er is dus geen tijdelijke situatie op deze wegvakken.
Regulusweg
Langs de Regulusweg (inclusief een klein deel Wegastraat) zijn momenteel ongeveer 125 langsparkeerplaatsen aanwezig. De functie van de Regulusweg verandert in de nieuwe wegenstructuur van de Binckhorst. Op dit moment is het een gebiedsontsluitingsweg. De Regulusweg wordt een stedelijke hoofdweg als onderdeel van de nieuwe verbinding tussen de centrumring en de A12 waarop een goede doorstroming vereist is. Het parkeren langs een stedelijke hoofdweg is zeer ongewenst vanwege de verkeersveiligheid en doorstroming van het autoverkeer. Daarnaast is de beschikbare ruimte op de Regulusweg beperkt door de huidige bebouwing en het spooremplacement. Er is alleen een profiel met 1 rijstrook per richting mogelijk met een middenberm. De middenberm is nodig om de doorstroming op orde te houden door ongewenste linksafbewegingen te voorkomen. Na de
herinrichting komen er geen parkeerplaatsen terug langs deze weg. De parkeerplaatsen worden op dit moment overdag intensief gebruikt. Uit observaties en tellingen blijkt dat deze parkeerplaatsen over het algemeen gebruikt worden door werknemers uit de kantoren in de omgeving. De kantoren in het gebied hebben over het algemeen beschikking over parkeerplaatsen op eigen terrein volgens de Haagse parkeernormen. Omdat de Regulusweg wordt heringericht voordat de Binckhorstlaan wordt afgesloten is er geen tijdelijke situatie maar zal de Regulusweg meteen volgens het voorliggende ontwerp worden aangelegd. Daarmee komen deze parkeerplaatsen dus al per 2015 te vervallen.
Mercuriusweg – Spoorboogweg
In het ontwerp voor de verlenging van de Mercuriusweg tot aan de Spoorboogweg zijn ongeveer 35 langsparkeerplaatsen opgenomen. Deze parkeerplaatsen zijn een toevoeging op het totale aanbod van parkeerplaatsen in het gebied. De verlenging van de Mercuriusweg is voorzien in 2015, ongeveer gelijk met het opheffen van de langsparkeerplaatsen langs de Regulusweg.
Binckhorstlaan-zuid
Langs de Binckhorstlaan-zuid zijn momenteel ca. 240 openbare parkeerplaatsen aanwezig. Op dit moment bestaat de Binckhorstlaan uit 2x2 rijstroken met een smalle middenberm en langsparkeren. Zowel aan de oost- als de westzijde van dit deel van de Binckhorstlaan zijn ongeveer 60 langsparkeerplaatsen aanwezig. Over grote delen van dit wegvak liggen aan de westzijde ook ventwegen met veel openbare en particuliere parkeerplaatsen. Langs deze ventwegen liggen in de huidige situatie ongeveer 120 openbare parkeerplaatsen. De parkeerplaatsen langs dit deel van de Binckhorstlaan worden overdag intensief gebruikt. De bezettingsgraad is tussen de 80% en 100%. De parkeerbehoefte wordt lager zodra aan de oostzijde van dit deel van de Binckhorstlaan een groot deel van de huidige bebouwing wordt gesloopt voor de aanleg van de Rotterdamsebaan. Een deel van de nu aanwezige functies maakt op dit moment voor het parkeren gebruik van de openbare straat, zoals de woningen langs de Binckhorstlaan. Op het moment dat hier nieuwbouw voor terugkomt is het uitgangspunt dat parkeren op eigen terrein wordt gerealiseerd, conform het gemeentelijke parkeerbeleid. Hierdoor zal de toekomstige openbare parkeerbehoefte in dit deel van de Binckhorst afnemen. Aan de westzijde van de Binckhorstlaan-zuid vervallen de kiosken en het tankstation maar wordt de rest van functies gehandhaafd en blijft de parkeervraag vanuit deze functies bestaan. Daarbij moet ook worden opgemerkt dat een deel van de parkeerplaatsen in dit deel van de Binckhorst gebruikt wordt op een wijze die niet wenselijk is, bijvoorbeeld voor het bedrijfsmatig stallen van huurauto’s of door bezoekers of werknemers met een bestemming buiten de Binckhorst. Het zuidelijke deel van de Binckhorstlaan krijgt na de aanleg van de Rotterdamsebaan een functie als gebiedsontsluitingsweg. Daarvoor volstaat een profiel met in beginsel 1 rijstrook per richting. Ook is langsparkeren langs een gebiedsontsluitingsweg goed mogelijk. Voor dit deel van de Binckhorstlaan is in het ontwerp uitgegaan van een rijbaan aan weerszijden van de tunnel met 1 rijstrook per richting en langsparkeren. Langs de oostelijke rijbaan van de Binckhorstlaan zijn in het ontwerp ca. 100 parkeerplaatsen opgenomen. Langs de westelijke rijbaan zijn er in het ontwerp ca. 70 langsparkeerplaatsen opgenomen. Dit grote verschil hangt vooral samen met het grotere aantal inritten aan de westzijde. Op het deel van de Binckhorstlaan-zuid waar de Rotterdamsebaan geheel ondergronds ligt is de vrijkomende ruimte gebruikt om een ventweg in te passen. Tussen de Fokkerterminal en de Jupiterkade is in het ontwerp een ventweg opgenomen. Deze ventweg beperkt het aantal aansluitingen op de hoofdrijbaan en het aantal conflicten met de fietser. Ook maakt de ventweg meer langsparkeerplaatsen mogelijk. In het Voorlopig Ontwerp zijn langs de ventweg ca. 50 plaatsen opgenomen. In totaal worden na de herinrichting ongeveer 220 parkeerplaatsen gerealiseerd in dit gebied. Netto verdwijnen er op dit deel van de Binckhorstlaan daarmee circa 20 openbare parkeerplaatsen. Dit is een acceptabel verlies als daarbij in acht wordt genomen dat de parkeerdruk afneemt door het wegvallen van een deel van de functies (sloop) door de aanleg van de Rotterdamsebaan. Op dit het deel van de Binckhorstlaan tussen de Mercuriusweg en kasteel de Binckhorst zijn op dit moment veel parkeerplaatsen aanwezig die uitsluitend particulier te gebruiken zijn. Deze parkeerplaatsen zijn in eigendom/gehuurd. In het ontwerp is door het extra ruimtebeslag van de Rotterdamsebaan voor een aantal percelen sprake van het opheffen van deze particuliere parkeerplaatsen. Met de betrokken eigenaren/ gebruikers zal in overleg worden getreden om te komen tot afspraken over het (compenseren van) het parkeren in het openbaar gebied en/of op terreinen die bij de gemeente in eigendom zijn.
Parkeren in de tijdelijke situatie
In de situatie tijdens de aanleg van de Rotterdamsebaan en de aanpassing van de infrastructuur in de Binckhorst zal het aantal beschikbare openbare parkeerplaatsen per fase verschillen. De gemeente zal per fase en per deelgebied maatwerk leveren hoe om te gaan met het (tijdelijk) verlies aan openbare parkeerplaatsen. Zo zullen de huidige parkeerplaatsen langs de Binckhorstlaan-zuid gefaseerd komen te vervallen., door de aanpassingen aan de daar gelegen kabels en leidingen. In de periode met de volledige afsluiting van de Binckhorstlaan (2017-2019) is er de mogelijkheid om op het deel van Binkhorstlaan waar geen werkzaamheden plaatsvinden (tussen de Binckhorstbrug en het bouwterrein/BinckTwins) tijdelijk extra parkeerplaatsen toe te voegen. Ook op de overige terreinen zullen de te verliezen parkeerplaatsen per gebied, zoals beschreven in de vorige paragraaf, gefaseerd verdwijnen. In het ontwerp-bestemmingsplan zijn locaties opgenomen (verkeersverblijfsgebied) waar eventueel parkeerplaatsen gerealiseerd kunnen worden. Hoewel het uitgangspunt parkeren op eigen terrein is, kan de gemeente tijdens de aanlegperiode wel voorzien in deze parkeerplaatsen voor gedupeerde bedrijven, om zo een overgangssituatie te creëren. Hier worden met de begeleidingscommissie Binckhorst en individuele bedrijven - indien noodzakelijk - nadere afspraken over gemaakt.
Maatregelen voor parkeren
Het gemeentelijke parkeerbeleid gaat er van uit dat bedrijven en organisaties in eerste instantie op eigen terrein voorzien in de parkeerbehoefte van hun werknemers. Dit is voor de vestiging van nieuwe functies verankerd in de gemeentelijke bouwverordening. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in de Binckhorst zullen hierop worden getoetst. Op de reeds aanwezige bedrijven en organisaties, zeker als er volgens de geldende parkeernormen voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein aanwezig zijn, zal een beroep worden gedaan om de aanwezige parkeergelegenheid zo optimaal mogelijk te gebruiken. Waar de parkeergelegenheid op eigen terrein niet volstaat kan de gemeente faciliteren aan de realisatie of huur van extra parkeergelegenheid door betrokken bedrijven/organisaties.
Voor de aanleg van de Rotterdamsebaan zijn op diverse plaatsen langs of nabij het tracé werkterreinen nodig. Deze werkterreinen worden gebruikt om bouwmateriaal op te slaan, aannemers te situeren of andere bouwgerelateerde zaken herbergen. In de Binckhorstl komen diverse percelen vrij, omdat de huidige functies door het benodigde ruimtegebruik van de Rotterdamsebaan verdwijnen. Aan deze terreinen is in het bestemmingsplan de functie verkeersverblijfgebied gegeven. Deze terreinen kunnen dus mogelijk gebruikt worden door de aannemer als werkterreinen. Bij het opstellen van het Definitief Ontwerp door de aannemer, in overleg met de gemeente Den Haag, wordt de uiteindelijke locaties van de werkterreinen bepaald.
In de Vlietzone zijn twee werkterreinen benodigd. Dit betreft een werkterrein bij de tunnelmond en een groot werkterreinen voor de aan- en afvoer van materiaal. Door de (tijdelijke) verplaatsing van drie golfholes komt voldoende ruimte vrij nabij de tunnelmond om hier mogelijk een werkterrein te realiseren. Het grote werkterrein, waar aan- en afvoer van materiaal plaatsvindt is gevonden boven het bedrijventerrein bij de Laan van 's-Gravenmade. Het voordeel van deze locatie voor dit grote werkterrein is dat deze relatief ver van woningen en de landgoederen is gelegen, zodat de tijdelijke bouwwerkzaamheden zo min mogelijk overlast veroorzaken.
De inrichting van de vrijkomende terreinen in de Binckhorst en de aangegeven terreinen in de Vlietzone voor de werkterreinen kunnen tijdens de aanlegfase gebruikt worden. Na realisatie van de Rotterdamsebaan kunnen op deze terreinen andere functies mogelijk gemaakt worden. Mochten een of meerdere terreinen niet gebruikt worden als werkterrein, kunnen conform de bestemming verkeers-verblijfgebied hier ook andere activiteiten ontplooid worden.
Een deel van het Trekfietstracé kan op basis van de Beheersverordening Vlietzone reeds worden aangelegd binnen de sportbestemming (golfbaan). Het bestemmingsplan Rotterdamsebaan respecteert deze bestaande planologische mogelijkheid waardoor met de aanleg van de Rotterdamsebaan de mogelijkheid tot (een gedeeltelijke) aanleg van het Trekfietstracé niet onmogelijk wordt gemaakt.
Tijdens de aanleg van de Rotterdamsebaan zullen drie golfholes (tijdelijk) moeten verdwijnen. Deze golfholes worden tussen de Waterpas en de A4 gecompenseerd. Twee golfholes keren na aanleg terug nabij de tunnelmond van de Rotterdamsebaan en 1 golfhole wordt permanent tussen de Waterpas en de A4.
Het parkeerterrein van Drievliet wordt doorsneden door de Rotterdamsebaan, een deel nabij de hoofdentree blijft bestaan, het andere deel aan de zuidzijde wordt gecompenseerd. Het attractiepark blijft bereikbaar door de aanleg van een nieuwe weg vanaf het bedrijvengebied Hoornwijck om de tunnelmond heen naar het parkeerterrein en een aansluitende weg vanaf het parkeerterrein langs de Rotterdamsebaan naar de Laan van Hoornwijck. Het andere deel van het parkeerterrein aan de zuidzijde wordt samengevoegd met de noodzakelijke bouwterreinen voor de aanleg van de Rotterdamsebaan; op deze terreinen wordt vervolgens in een nadere layout de noodzakleijke parkeercapaciteit voor Drievliet aangelegd.