direct naar inhoud van 4.7 Luchtkwaliteit
Plan: Rotterdamsebaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0235ZRotterdambn-50VA

4.7 Luchtkwaliteit

De Rotterdamsebaan is opgenomen in het NSL. Derhalve hoeft toetsing aan de grenswaarden niet plaatsvinden in het bestemmingsplan. Wel is specifieke aandacht besteed aan de tunnelmonden in de Binckhorst (in relatie tot de Vestawegwoningen) en in de Vlietzone. Hier wordt in deze paragraaf na de wetgeving en beleid nader op ingegaan. Daarnaast is voor het MER een luchtkwaliteitonderzoek uitgevoerd, dat inzicht geeft in de verschillen tussen de Voorkeursvariant en de referentiesituatie in 2020 en de tijdelijke situatie. Het onderzoek en het opstellen van het achtergrondrapport luchtkwaliteit is uitgevoerd door adviesbureau Oranjewoud. Deze rapportage wordt bij het ontwerp-bestemmingsplan bijgevoegd.

4.7.1 Wetgeving- en beleid


NSL (Nationaal Samenwerkingsverband Luchtkwaliteit)

Op basis van het Ontwerp Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) heeft de Europese Commissie op 7 april 2009 aan Nederland derogatie verleend voor fijn stof (PM10) tot 11 juni 2011 en voor stikstofdioxide (NO2) tot 1 januari 2015. Het NSL is door de Minister van VROM, met in achtneming van de opmerkingen van de Europese Commissie en in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad en gehoord de Tweede Kamer der Staten-Generaal, op 30 juli 2009 vastgesteld en op 1 augustus 2009 in werking getreden. Het project Rotterdamsebaan is opgenomen in het NSL (projectnummer 1497).

Wet milieubeheer

Op 15 november 2007 is de Wet tot wijziging van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen) in werking getreden. De luchtkwaliteitseisen zijn opgenomen in hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer (Wm). De luchtkwaliteit in een bepaald gebied wordt bepaald door de achtergrondconcentratie van fijn stof (PM10, deeltjes <10 µm) en stikstofdioxide (NO2) plus de bijdragen van lokale bronnen die bij de achtergrondconcentratie opgeteld worden.

4.7.2 Toets aan wettelijke grenswaarden

De Rotterdamsebaan is opgenomen in het NSL (projectnummer 1497). Hierdoor is toetsing aan de wettelijke grenswaarden niet noodzakelijk. In het kader van het MER is een luchtkwaliteitonderzoek uitgevoerd, waarbij aanvullend ook gekeken de luchtkwaliteiteffecten in het jaar dat de Rotterdamsebaan opengesteld wordt. Specifieke aandacht is hierbij gegeven aan de woningen aan de Vestaweg, die op korte afstand van de tunnelmond in de Binckhorst zijn gesitueerd.

Begin 2013 is op verzoek van de gemeenteraad van Den Haag onderzoek naar de effecten van de tunnelmond op de woningen aan de Vestaweg (zie ook geluid) uitgevoerd. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden met dezelfde uitgangspunten en verkeercijfers als het thans voorliggende luchtkwaliteitonderzoek. Hierbij is een overschrijding van de grenswaarden geconstateerd ter plaatse van de gevels van de Vestaweg. De concentraties NO2 ligging hier rond de 50 microgram/m3. Mede door deze slechte luchtkwaliteit (in combinatie met een hoge geluidbelasting) is door de gemeente Den Haag besloten deze woningen vanwege een onvoldoende leefklimaat te slopen (RIS 255700). Door de sloop van deze woningen (de woonfunctie is in de Verbeelding ook veranderd in Verkeer-verblijfsgebied) voldoet de Rotterdamsebaan tevens aan de eisen uit Titel 5.2 van de Wet milieubeheer.