Plan: | Rotterdamsebaan |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0235ZRotterdambn-50VA |
Handleiding Gebiedsgericht Milieubeleid
Een belangrijk instrument bij samenwerking tussen ruimtelijke ordening en milieu is het Gebiedsgericht milieubeleid (2005). Er is een indeling van Den Haag gemaakt in gebieden met eenzelfde functie. Gebieden met eenzelfde functie behoren tot hetzelfde gebiedstype. Per gebiedstype is de gewenste milieukwaliteit vastgesteld. De gebiedsspecifieke kenmerken en de mogelijkheden bepalen de toekenning van de ambitie per milieudoel: geluid, lucht, bodem, afval, water, ecologie en groen, energie, mobiliteit, externe veiligheid en binnenmilieu. Met het vaststellen van milieuambities per gebiedstype wordt richting gegeven aan de kwaliteit die de verschillende onderdelen van het milieu op een bepaald tijdstip dienen te hebben. Er zijn zes gebiedstypen gedefinieerd. De Rotterdamsebaan behoort tot de categorie "Verkeersinfrastructuur". Ook de bebouwing die direct aan de infrastructuur grenst, hoort tot dit gebiedstype. De gebieden daaromheen vallen binnen de gebiedstypen "Werken” , “Gemengd Werken / Gemengd wonen" (Binckhorstgedeelte), Groene Hoofdstructuur (Vlietzone gedeelte) en Werken (Ypenburg gedeelte) te liggen.
Het gebiedsgericht milieubeleid maakt onderscheid tussen 3 verschillende ambitieniveaus:
Thema | Wordt voldaan aan het gemeentelijk beleid? |
Mobiliteit | Ja |
Externe veiligheid | Ja |
Geluid | Ja |
Lucht | Ja |
Natuur | Ja, met mitigerende maatregelen |
Water | Ja, met compenserende maatregelen |
Bodem | Ja |
Klimaat | Deels |
Voor een uitgebreidere beschrijving van de toetsing van alle thema's aan het gebiedsgerichte milieubeleid wordt verwezen naar het MER, waarin dit per thema is toegelicht. De diverse mitigerende maatregelen (voor natuur) zijn in paragraaf 4.8 beschreven. De compenserende maatregelen voor water (watercompensatie) zijn in paragraaf 4.9 beschreven.