direct naar inhoud van 3.2 Ruimtelijk beleid
Plan: Regentesse-/ Valkenboskwartier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0226CRgenValkbkw-50VA

3.2 Ruimtelijk beleid

3.2.1 Rijksbeleid

Nota Ruimte

Op 27 februari 2006 is de Nota Ruimte in werking getreden. In de Nota Ruimte is het nationaal ruimtelijk beleid tot 2020 vastgelegd met een doorkijk naar de periode 2020-2030. Door deze nota tracht het kabinet bij te dragen aan een versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, de bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, de borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden en de borging van de veiligheid.

Het nationaal ruimtelijk beleid voor steden en netwerken richt zich op voldoende ruimte voor wonen, werken en mobiliteit en de daarbij behorende voorzieningen, groen, recreatie, sport en water.

Om een eenzijdige samenstelling van de bevolking te voorkomen, stimuleert het rijk meer variatie in het woningaanbod. Om de trek van midden- en hogere inkomens uit de stad te voorkomen zijn volgens de Nota Ruimte meer hoogstedelijke woonmilieus nodig, en blijven stedelijke vernieuwing en herstructurering dringend nodig om de leefbaarheid te vergroten.

Nieuwe bebouwing moet ten behoeve van de bundeling van verstedelijking en economische activiteiten zoveel mogelijk worden geconcentreerd in bestaand bebouwd gebied. De ruimte die in het bestaand stedelijk gebied aanwezig is, moet door verdichting optimaal worden gebruikt.

Het bestemmingsplan Reva sluit aan bij de intenties uit de Nota Ruimte.

AMvB Ruimte, Barro

Op 30 december 2011 is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) in werking getreden. Bij het vaststellen van bestemmingsplannen moet rekening worden gehouden met de bepalingen van het Barro. In het Barro wordt daartoe een aantal projecten die van Rijksbelang zijn, met name genoemd en met behulp van digitale kaartbestanden exact ingekaderd. Per project worden vervolgens regels gegeven, waaraan bestemmingsplannen zullen moeten voldoen. Voor Den Haag zijn de bescherming van het kustfundament en regels met betrekking tot militaire terreinen en daarbij behorende zend- en ontvangstinstallaties van belang. Deze thema's zijn in dit bestemmingsplan niet aan de orde.

Monumentenzorg

In november 2009 stemde de Tweede Kamer in met de moderniseringsplannen voor de monumentenzorg van de minister van OC&W (MoMo). Een van de drie grote veranderingen is het meewegen van de cultuurhistorische belangen in de ruimtelijke ordening. Met uitbreiding van art. 3.1.6, lid 2, ond. a. van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro, per 1 januari 2012) dient er in bestemmingsplannen rekening te worden gehouden met cultuurhistorische waarden. Er dient een analyse te worden verricht naar de cultuurhistorische waarden in het plangebied waar conclusies aan verbonden moeten worden.

3.2.2 Provinciaal beleid

Provinciale Structuurvisie

Onder de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening keurde de provincie alle gemeentelijke bestemmingsplannen aan wet- en regelgeving, inclusief provinciaal beleid. In de nieuwe Wro is die goedkeuring vervallen. Wel kan de provincie vooraf in een ruimtelijke structuurvisie aangeven aan welke zaken van provinciaal belang gemeentelijke bestemmingsplannen moeten voldoen. Hiervoor zijn de Provinciale Structuurvisie "Visie op Zuid-Holland" en de provinciale "Verordening Ruimte" opgesteld. Beide documenten zijn op 2 juli 2010 vastgesteld.

De kern van Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil Zuid-Holland bereiken door realisering van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten.

Visie op Zuid-Holland is opgebouwd uit vijf integrale hoofdopgaven, namelijk:

  • aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel
  • duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie
  • divers en samenhangend stedelijk netwerk
  • vitaal, divers en aantrekkelijk landschap
  • stad en land verbonden

Ook de instrumenten die de provincie inzet, komen in de structuurvisie aan de orde. De provincie ordent op kaarten (Functiekaart en Kwaliteitskaart), ontwikkelt programma's en projecten, agendeert zaken en laat onderzoek uitvoeren. Zij stuurt op hoofdlijnen door kaders te stellen en het lokale bestuur ruimte te geven bij de ruimtelijke inrichting.

Ondanks dat over het bestemmingsplan Reva geen concrete uitspraken worden gedaan kan gesteld worden dat het aansluit bij de intenties uit de provinciale structuurvisie.

Verordening Ruimte

In de Wet ruimtelijke ordening is geregeld dat Provinciale Staten regels kunnen stellen over de inhoud, toelichting of onderbouwing van bestemmingsplannen, beheersverordeningen en afwijkingsbesluiten van een bestemmingsplan. De provinciale ruimtelijke verordening voorziet hierin. Doel van de verordening is om een aantal provinciale belangen te laten doorwerken naar het gemeentelijke niveau.

In het bestemmingsplan Reva worden geen (grootschalige) ontwikkelingen mogelijk gemaakt, waarop de provinciale verordening van toepassing is.

3.2.3 Regionaal beleid

Op 16 april 2008 heeft het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (hierna: RSP) vastgesteld. Het RSP is een integraal  plan voor de  ruimtelijke ontwikkeling van Haaglanden en het kader voor de regionale  beleid op het gebied van milieu, groen, mobiliteit, wonen en economie en voor lokale plannen, zoals bestemmingsplannen. Het RSP kijkt naar 2020 (en soms 2030) en omvat de grote lijnen voor de ambities en ontwikkelingen op verschillende terreinen.

Vanwege het conserverende karakter van het bestemmingsplan, is het RSP voor dit plan niet relevant.

3.2.4 Gemeentelijk beleid

Stuctuurvisie Den Haag 2020

Op 17 november 2005 heeft de gemeenteraad van Den Haag de Structuurvisie Den Haag 2020 vastgesteld: de toekomstvisie van Den Haag op de ruimtelijke ontwikkeling van de stad in regionaal perspectief tot het jaar 2020. De ambitie is om van Den Haag een 'Wereldstad aan Zee' te maken door de sterke kwaliteiten van Den Haag te benutten: een internationale stad, een stad aan zee, een multiculturele stad en een monumentale residentie.

De Wereldstad aan Zee krijgt vorm door ontwikkelingen in vijf kansenzones (het Centrum, de Lijn 11-zone, de Internationale Kustzone, de Vliet/A4-zone en de Schakelzone Lozerlaan). In de kansenzones liggen ontwikkelingsgebieden waarin de ambitie van de structuurvisie het sterkst tot haar recht komt. De kansenzones en ontwikkelingsgebieden worden uitgewerkt in masterplannen.

De kansenzone 'Lijn 11', voor het deelgebied Regentesse Zuid grenst aan het bestemmingsplan. De beoogde ontwikkeling heeft geen consequenties voor het onderhavig bestemmingsplan.

Agenda voor de Haagse Verdichting

De 'Agenda voor de Haagse Verdichting' is op 28 mei 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. De agenda is een thematische uitwerking van de Structuurvisie en dient als leidraad voor de binnenstedelijke verdichting in Den Haag tot 2020. Door middel van verdichting kan de bevolkingsgroei binnen het bestaande stedelijke gebied opgevangen worden. Daarnaast kan verdichting worden aangegrepen om de stedelijke kwaliteit van Den Haag te versterken.

Om dit in goede banen te leiden is in de nota inzichtelijk gemaakt op welke wijze verdichting bijdraagt aan de kwaliteit van wonen, werken en leven in Den Haag. Daarbij is bekeken in hoeverre Haagse sectorale beleidsambities samenvallen met verdichtingskansen in de stad.

Verdichten langs hoofdontsluitingswegen

Het toestaan van een grotere hoogte langs ontsluitingswegen kan een bijdrage leveren aan de verdichtingsopgave uit de 'Agenda voor de Haagse Verdichting'. Verdichting langs hoofdontsluitingswegen is gebaseerd op het streven naar intensief ruimtegebruik in bestaand stedelijk gebied. Langs de hoofdontsluitingswegen van Den Haag is een groot deel van het openbaar vervoer gesitueerd. Door langs hoofdontsluitingswegen meer bouwvolume mogelijk te maken wordt het draagvlak voor het openbaar vervoer in de stad vergroot. Daarnaast kan het verdichten langs hoofdontsluitingswegen onbewust de oriëntatie van bewoners/ bezoekers verbeteren.

In het plangebied zijn de volgende hoofdontsluitingswegen met openbaar vervoer aanwezig: de Laan van Meerdervoort, de Koningin Emmakade en de Loosduinseweg. De Laan van Meerdervoort (van de Koningin Emmakade tot het Valkenbosplein) is onderdeel van het rijksbeschermde stadsgezicht Duinoord. De bebouwing bestaat voor het merendeel uit drie bouwlagen met kap. De gevels kennen een rijke verscheidenheid aan materiaalgebruik en ornamentering. Hierdoor is de ensemblewaarde hoog en wordt een intensivering van de bouwmassa hier niet voorgestaan. Daarnaast is het niet aannemelijk te maken dat er binnen de planperiode van dit bestemmingsplan (10 jaar) een bouwplan tot verdichting langs deze weg wordt ontwikkeld. Voor het overige deel van de Laan van Meerdervoort, de Loosduinseweg en de Koningin Emmakade is dit ook niet aannemelijk te maken. Dit wil niet zeggen dat een ontwikkeling om te verdichten in de toekomst onmogelijk is. Wanneer de kans zich voordoet en de gemeente hieraan wil meewerken, kan een aparte planologische procedure worden gevolgd. De bestaande bebouwing is daarom opgenomen in dit bestemmingsplan.

Verdichten door dakopbouwen

Op microniveau kan verdichting plaatsvinden door op bepaalde plekken dakopbouwen op de bestaande woningen toe te staan. Zodoende kunnen zittende bewoners gebonden worden aan de wijk en wordt een alternatief voor het verhuizen naar een andere wijk geboden. Een dakopbouw levert een bijdrage aan de binnenstedelijke verdichtingsopgave door toevoeging van bouwvolume daar waar dat wenselijk, mogelijk en verantwoord is. In dit bestemmingsplan is een regeling voor dakopbouwen opgenomen. In hoofdstuk 5.2.1 worden de totstandkoming van en de regeling zelf nader toegelicht.