direct naar inhoud van Artikel 16 Waarde - Ecologie
Plan: Ypenburg De Bras
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0224HDeBras-50VA

Artikel 16 Waarde - Ecologie

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) als bedoeld in artikel(en) 4, 6, 8, 9, 10, 12, 13, 14 en 15, mede bestemd voor het behoud en bescherming van de ecologische waarden met de daarbij behorende bouwwerken geen gebouw zijnde, wegen, groen, water en overige voorzieningen.

16.2 Bouwregels

Voor het bouwen binnen de bestemming 'Waarde - Ecologie' als bedoeld in lid 16.1 geldt dat in afwijking van het bepaalde in de bouwregels van de onderliggende bestemming(en) het niet toegestaan is om ten behoeve van de onderliggende bestemming(en) gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde op te richten ter plaatse van de samenvallende bestemming 'Waarde - Ecologie'; dit verbod is niet van toepassing op vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bestaande fundering wordt benut;

16.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan afwijken toestaan van het bepaalde in lid 16.2 onder de voorwaarde dat:

  • a. het bouwen van gebouwen/bouwwerken geen gebouwen zijnde geen afbreuk doet aan het behoud en de bescherming van de ecologische waarde(n);
  • b. hieromtrent vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij een deskundige op het terrein van de ecologie;
  • c. de bij de onderliggende bestemming(en) gegeven regels in acht worden genomen.
16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
16.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Ecologie' bestemde gronden zonder of in afwijking van een door het bevoegd gezag afgegeven omgevingsvergunning de hieronder te noemen werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontginnen, bodem verlagen of afgraven, ophogen, egaliseren, alsmede het scheuren van grasland;
  • b. het aanleggen of verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het verwijderen van bomen of andere opgaande beplanting, anders dan bij wijze van verzorging van de aanwezige houtopstand, voor zover de Boswet of op die wet gebaseerde regelingen niet van toepassing zijn;
  • d. de aanleg van oeverbeschoeiingen, kaden of aanlegplaatsen;
  • e. de aanleg van dijken of andere taluds of de vergraving of ontgraving van reeds bestaande dijken of taluds;
  • f. de aanleg van waterlopen of de vergraving, verruiming of demping van reeds bestaande waterlopen;
  • g. de aanleg van ondergrondse constructies, installaties of apparatuur, behoudens indien deze werken en werkzaamheden zijn aan te merken als een normaal bestanddeel van een doelmatige bedrijfsvoering;
16.4.2 Uitzonderingen

De onder 16.4.1 genoemde verboden gelden niet:

  • a. indien en voor zover de onder 16.4.1 genoemde werken en werkzaamheden noodzakelijk zijn in verband het normale beheer of onderhoud van de gronden;
  • b. indien en voor zover deze vorm van gebruik van de grond verenigbaar is met het doel waarvoor de betreffende grond volgens het plan is bestemd;
  • c. ten aanzien van werken en werkzaamheden die dienen ter instandhouding of voltooiing van werken die op het moment van de tervisielegging van het ontwerpplan reeds bestaan of in uitvoering zijn genomen.
16.4.3 Beperkingen

De werken en werkzaamheden als bedoeld onder 16.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien en voor zover deze:

  • a. geen afbreuk doen aan het behoud en de bescherming van de waarde(n);
  • b. hieromtrent vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij een deskundige op het terrein van de ecologie;
  • c. geen neveneffecten teweegbrengen, die de doelmatigheid van de bestemming van de gronden, of van de gronden elders in het plangebied, ingrijpend verstoren.