direct naar inhoud van 2.3 Ruimtelijke structuur
Plan: Vrederust
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0223BVrederust-50VA

2.3 Ruimtelijke structuur

2.3.1 Ruimtelijke hoofdstructuur en verbindingen

Den Haag-Zuidwest is goed opgenomen in het stadsnetwerk van wegen. De oriëntatie van de wegenstructuur borduurt verder op het voor Den Haag karakteristieke patroon van lange lijnen parallel aan de kust en strandwallen in Zuidwest. Een duidelijk grid van hoofdwegen deelt Zuidwest in afzonderlijke wijken. De oriëntatie binnen dit grid wordt vergemakkelijkt door de combinatie van continue lange wegen in oost/west-richting en de kortere meer fragmentarische dwarsverbindingen.

De stempelverkavelingen die bestaan uit combinaties van portieketages-flats en eengezinswoningen zijn bepalend voor de stedenbouwkundige opbouw van de wijk. Hierdoor is er variatie in bouwhoogte en vorm. De oriëntatie van de gebouwen is zowel parallel aan de weg als haaks op de weg. In de randen van de wijk komen bijzondere verkavelingen voor in de vorm van strokenverkavelingen. losstaande torens en grote bouwblokken. In Vrederust is systeembouw in beton toegepast. Balkonhekken, vensterpartijen, gevelbekleding en dakranden zijn in de vorm van geprefabriceerde elementen aangebracht. De grootste betekenis voor de architectuur van de toepassing van systeembouw en andere moderne bouwtechnieken is dat gevels niet langer dragend zijn maar alleen een afsluitende functie hebben. Hierdoor worden gevels dunner en transparanter. Kenmerkend voor deze bouwtechniek zijn de zogenaamde 'weefgevels'. Door de toepassing van weefgevels wordt een compositie van horizontale en verticale lijnen gecreëerd. Ogenschijnlijk alledaagse woonblokken krijgen charme door bijzonder vormgegeven portieken of verbijzondere kopgevels.

Vrederust bestaat in ruimtelijk opzicht uit twee delen:

  • Vrederust-West (ten zuid-westen van de Beresteinlaan): de Drevenbuurt;
  • Vrederust-Oost (ten noord-oosten van de Beresteinlaan): de Gaarden

Daarnaast is de bebouwing aan de Dedemsvaartweg absoluut noemenswaardig. De daar, in de jaren '90, gerealiseerde appartementencomplexen zijn het resultaat van het woningbouwfestival Dedemsvaartweg. Eind tachtiger jaren ontstond binnen de gemeente Den Haag het idee om aandacht te besteden aan de 200.000e woning die gebouwd werd. Nu was de Dedemsvaartweg aan één kant bebouwd (inmiddels zelfs al weer deels gesloopt en vervangen door nieuwbouw), aan de andere kant (het binnen het plangebied gelegen gedeelte) waren er geen woningen maar was het een groenstrook over de hele lengte. Daar zouden woningen komen. De gemeente heeft verschillende architecten en ontwerpers gevraagd om een deel van het festival te verzorgen. Er moesten frisse en opvallende woningen en flats komen. Dat is zeker gelukt. Basis hiervoor was het stedenbouwkundig plan van Kees Christiaanse. Het plan bevatte 45 verschillende projecten en totaal 550 woningen in verschillende woontypen. In 2003 zijn de laatste woningen opgeleverd.

Het woningbouwfestival had betrekking op de Dedemsvaartweg tussen de Meppelweg en de Erasmusweg. Een groot deel daarvan ligt buiten het plangebied. Uitsluitend het gedeelte tussen de Melis Stokelaan en de Erasmusweg maakt onderdeel uit van dit bestemmingsplan. Hier zijn uitsluitend appartementencomplexen gerealiseerd. Het complex op de hoek Melis Stokelaan / Dedemsvaartweg, met ogenschijnlijk een groot gat in het midden, is bestemd voor verhuur. De overige vier complexen bestaan uit koopappartementen in een enorme diversiteit.

2.3.2 Beschermd stadsgezicht

Vrederust-West (de Drevenbuurt)

De tussen 1956 en 1965 gerealiseerde Drevenbuurt is de laatste wijk die als onderdeel van de grote stadsuitbreidingen in Den Haag-Zuidwest tijdens de wederopbouw werd aangelegd in het gebied van de Escamppolder en de Uithofspolder.

Voor de uitleg van Vrederust-West werd voor een totaal andere opzet gekozen dan tot dan toe gebruikelijk was. De woningbouw zou hier voor het eerst in Den Haag in zijn geheel in systeembouw worden uitgevoerd. Bij het bouwsysteem Rottinghuis wordt gebruik gemaakt van grote gestandaardiseerde en geprefabriceerde elementen, die met behulp van loopkranen op de bouwplaats worden gemonteerd en op deze manier continubouw op grote schaal mogelijk maken. De afmetingen, situering en groepering van de bouwblokken zijn in verband met de loop van de kraanroutes zo geplaatst dat het plan op een technisch en economische aanvaardbare manier kan worden gerealiseerd. Maar ook verlevendiging van de verkaveling is een motief geweest voor het huidige plattegrond van Vrederust -West.

Door middel van het knippen van bouwblokken en het laten verspringen van straten en bouwblokken is hier een open en dynamische verkaveling tot stand gebracht. De randen langs de Erasmusweg en de Lozerlaan kregen speciale aandacht. Het streven naar openheid en doorzicht vanuit de buurt naar buiten en omgekeerd heeft hier tot levendige stadsranden geleid.

Bebouwingsbeeld en architectuur

Het bebouwingsbeeld wordt niet alleen stedenbouwkundig maar ook architectonisch en bouwtechnisch bepaald door het toegepaste systeem Rottinghuis. Rottinghuis wilde het bouwproces terugbrengen tot de montage van de essentiële elementen.

Een bewijs voor de vele variatiemogelijkheden van het bouwsysteem wordt met Vrederust-West geleverd. De plaatsing van entrees, trappenhuizen, woonkamers en balkons zijn afgestemd op de ligging in het bouwblok en de oriëntatie op de zon. De verschillen in opbouw zijn door architect Frans Klein op subtiele manier in het gevelontwerp opgenomen. De verkaveling is gevarieerd maar altijd open. Vanuit de bouwblokken, voor zover hiervan nog sprake is, zijn doorzichten naar buiten gecreëerd en omgekeerd wordt de voorbijganger diagonale zichtlijnen tot diep in de buurt geboden.

De woningen worden ontsloten door portieken en zijn in vier lagen op een onderbouw met bergingen geplaatst. De bouwblokken hebben een plat dak en variëren in lengte van 2 tot 4 portieken. Aan de Erasmusweg zijn ter afsluiting van de wijk lange bouwblokken aan pleintjes gesitueerd, gecombineerd met korte haakse blokken en stroken garages.

De andere beëindiging van de wijk aan de Lozerlaan bestaat uit schuin geplaatste blokjes aan een waterpartij. Langs de Dreef is winkelbebouwing opgenomen aan een vierkant pleintje en aan een lange straat. Bij de winkels zijn de woningen in plaats van op een halve verdieping van bergingen op een laag winkels geplaatst. De winkels zijn van betonnen luifels voorzien, plaatselijk uitgebouwd tot speels vormgegeven eilandetalages.

Structurele en/of functionele veranderingen

In Vrederust-West is de oorspronkelijke opzet en architectuur nagenoeg ongeschonden bewaard gebleven. Het buurtwinkelcentrum heeft weliswaar een groot deel van haar functie verloren maar is met behoud van de architectonische karakteristiek deels verbouwd tot woningen. Wel hebben twee van de drie hoge woontorens een complete metamorfose ondergaan. De baksteengevels zijn achter pastelkleurig stucwerk verdwenen, het oorspronkelijke gevelbeeld is vervlakt en ook de horizontale geleding is niet langer zichtbaar.

Waardering

De aanleg van Vrederust-West betekende de voltooiing van de stadsuitbreidingen in Den Haag-Zuidwest en vormde tevens één van de architectonische- en stedenbouwkundig hoogtepunten ervan. Dit mede dankzij het contract met de NV Gembouw, licentiehouder van het systeem Rottinghuis. De open verkaveling en de hoge kwaliteit van de bebouwing van een groot deel van de Drevenbuurt wordt bepaald door de bouwtechnische eisen van het bouwsysteem én door architect Frans Klein, die het ontwerp van de woningen voor zijn rekening nam. Met de bouw van Vrederust-West werden de stadsuitbreidingen van Den Haag-Zuidwest op succesvolle wijze voltooid.

De typering en bijzondere kwaliteiten van Vrederust-West zijn:

  • waardevol als eerste woonbuurt in Den Haag dat in zijn geheel in systeembouw werd uitgevoerd en typerend voor de innovaties in de volkshuisvesting van de na-oorlogse wederopbouw;
  • de samenhang tussen verkaveling, bebouwing en openbaar groen;
  • de bijzondere beëindiging van de stadsrand bepaald door de waterpartijen en randbebouwing langs de Lozerlaan;
  • de ook in detail nog goed bewaard gebleven oorspronkelijke architectuur.

Vanwege deze bijzondere kwaliteiten is Vrederust-West in 2004 aangewezen als beschermd stadsgezicht (zie ook paragraaf 3.3.1).

2.3.3 Monumenten

Binnen het plangebied zijn geen monumentale gebouwen aanwezig.

2.3.4 Verkeer en infrastructuur

De wijk Vrederust wordt omsloten door drie belangrijke doorgaande wegen: de Lozerlaan, de Melis Stokelaan en de Erasmusweg. De Steenhouwersgaarde aan de noord-oostzijde van de wijk vervult slechts een verkeersfunctie voor de buurt. De wijk wordt doorsneden door de van noord-west naar zuid-oost lopende Beresteinlaan en Vrederustlaan.

De wijk is goed bereikbaar met het openbaar vervoer. De tramlijnen 9 naar Scheveningen Zwarte Pad en de lokale buslijnen 21 (Lozerlaan-Zwarte Pad), 25 (Lozerlaan-Grote Markt) en 27 (Wateringen-Leyenburg) verbinden de wijk met de rest van de stad.

Ook voor het (brom-)fietsverkeer is de wijk goed toegankelijk. Bij de belangrijkste wegen zijn vrijliggende fietspaden.

2.3.5 Groen en water

De hoofdgroenstructuur in Vrederust bestaat uit twee assen van het zogenaamde 'groene assenkruis'. De secundaire groenstructuur bestaat uit een stelsel van singels en groene buurtwegen (dankzij een groene middenberm) met daaraan gekoppeld parkjes, sportvelden en bijzondere complexen als scholen en kerken. In Vrederust wordt de secundaire structuur gekenmerkt door openheid: de ruimtes lopen in elkaar over en de straatprofielen hebben een asymmetrische opbouw. De langgerekte singel langs De Gaarde en Schutters- en Pachtersdreef vormt een karakteristieke structuur voor de wijk Vrederust. Tussen de Dedemsvaartweg en de Steenhouwersgaarde ligt een groenzone met sportvelden.

In het algemeen geldt dat groen en water het beeld van Vrederust bepalen. Er zijn royaal gedimensioneerde straatprofielen met veel ruimte voor bomenrijen en singels met groene oevers. De bomen zijn volgroeid en hebben een robuust karakter. De aanwezige gemeenschappelijke binnentuinen versterken het groene beeld van Vrederust.

De wijk is bovendien gelegen in de nabijheid van grotere groengebieden: de Uithof en de Erasmuszone.

2.3.6 Bodem

Binnen het plangebied bestaat de bodem uit klei en veen, afgewisseld met zand (zie ook paragraaf 2.3.7). De kwaliteit van de bodem en eventueel aanwezige verontreiniging komt in hoofdstuk 4 aan de orde.

2.3.7 Archeologie

Het plangebied is volgens de Nieuwe Geologische kaart van Den Haag en Rijswijk gelegen in een gebied dat wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van onder natte omstandigheden afgezette bodemlagen. Klei en veen domineren de ondergrond. Deze ondergrond wordt afgewisseld met zand, afkomstig van zandkopjes. De zandkopjes zijn restanten van strandwallen die in de prehistorie onder invloed van overstromingen voor een deel zijn opgeruimd. De zandkopjes lopen parallel aan de kust. Een van die zones doorkruist het plangebied. Er ligt een grote zandkop tussen de Beresteinlaan en Vrederustlaan. De zandkop loopt vanaf De Gaarde naar de Melis Stokelaan en door buiten het plangebied richting de Lozerlaan en Hengelolaan. Daarnaast liggen net ten zuiden van het plangebied resten van een geul, die heeft behoord tot het Gantelsysteem. Deze geul loopt bij de westelijke grens van het plangebied bij de Lozerlaan. Het gaat om een verlande waterloop, die vroeger het gebied ontwaterde. Dit soort waterlopen bleef na verlanding vaak als lichte verhoging in het landschap zichtbaar. In de periode dat zij watervoerend waren, waren met name de oeverwallen van de geulen aantrekkelijke woonplekken. Na de verlanding was de verhoogde geulbedding zelf een te prefereren locatie. Samenhangend met deze geul zijn een vijftal vindplaatsen bekend in en direct naast het plangebied. Ter plaatse van de Lozerlaan en de Dreven, is een samenhangend complex van vindplaatsen uit de ijzertijd en Romeinse tijd aangetroffen. Ook aan de zuidoostkant van het bestemmingsplangebied, in het verlengde van de Stoeldraaiersgaarde is een vindplaats uit de Romeinse tijd aangetroffen die wordt geassocieerd met de geul. Het zou goed kunnen dat de geul nog zijgeulen heeft gehad, waar ook bewoningssporen kunnen worden aangetroffen, maar deze zijn vooralsnog niet gekarteerd.

De rest van het plangebied was in de late prehistorie en vroeghistorische perioden naar alle waarschijnlijkheid te drassig voor bewoning. Alleen die plaatsen waar zandkopjes en geulen voorkomen hebben een hoge archeologische verwachting voor bewoningssporen uit die perioden.

In de Middeleeuwen en Nieuwe Tijd maakte het plangebied ten oosten van de Beresteinlaan deel uit van de West Escampspolder. Het gebied bestond toen uitsluitend uit weilanden en sloten. Uit die periode is in dit deel van het plangebied geen bebouwing bekend. Het gebied ten westen van de Beresteinlaan was onderdeel van de Uithofspolder. Hier bevond zich de hoeve Vrederust, ongeveer op de kruising Dorpersdreef, Schependreef. Deze boerderij is afgebroken en gedeeltelijk archeologisch onderzocht toen de wijk werd aangelegd. Hierbij is vastgesteld dat de boerderij een middeleeuwse voorganger moet hebben gehad, daterend uit de 11e tot 13e eeuw. Waarschijnlijk zijn resten van deze hoeve nog in de ondergrond aanwezig.

2.3.8 Kabels en leidingen

Onder de Lozerlaan ligt een gasleiding van 79,9 bar. In paragraaf 4.4.3 wordt hier nader op ingegaan.

Onder de Melis Stokelaan en de Beresteinlaan ligt een persleiding van het Hoogheemraadschap. De consequenties van deze leiding worden beschreven in paragraaf 4.9.

Verder zijn er binnen het plangebied geen planologisch relevante kabels of leidingen aanwezig.