direct naar inhoud van Artikel 20 Wonen - 3
Plan: Oostduin - Arendsdorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0218GArendsdorp-50VA

Artikel 20 Wonen - 3

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

wonen,

één en ander met de daarbij behorende hoofdgebouwen, aan- en bijgebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, wegen, gebouwde en ongebouwde parkeervoorzieningen, groen, water en overige voorzieningen.

20.2 Bouwregels
20.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de hoofdgebouwen moeten zich bevinden binnen het aangegeven bouwvlak;
  • b. de hoogte van de hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding (plankaart) staat aangegeven;
  • c. overige gebouwen (aan- en uitbouwen, overkappingen en aangebouwde overkappingen) zijn niet toegestaan met uitzondering van vrijstaande bijgebouwen;
  • d. de vrijstaande bijgebouwen moeten zich achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw bevinden;
  • e. de goot- en bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen bedragen respectievelijk 3 m en 5 m;
  • f. de gezamenlijke oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen buiten het bouwvlak mag niet meer dan 30 m² bedragen.
20.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwwerken geen gebouwen zijnde mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de hoogte van erf- en/of terreinafscheidingen bedraagt voor de voorgevelrooilijn en het verlengde daarvan niet meer dan 1 m en op andere plaatsen niet meer dan 2 m;
  • c. in uitzondering op het gestelde onder b en c bedraagt de maximale toegestane hoogte voor palen en masten 8 m.
20.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere regels stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en/of vormgeving van gebouwen, met name ten aanzien van hierdoor optredende gevolgen voor wat betreft de bezonning en windhinder, alsmede in verband met de uitwerking ervan op de cultuur historische waarden van het historisch landgoed;
  • b. de situering van in- en/of uitritten van de parkeergarage(s) en de situering van de expeditie.
20.4 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. lid 2 sub 1, onder f ten behoeve van het vergroten van het gezamenlijke oppervlakte van bijbouwen, met dien verstande dat de maximum oppervlakte aan vrijstaande bijgebouwen niet meer mag bedragen dan 50 m2;
  • b. lid 2 sub 1, onder b ten behoeve van borstweringen en andersoortige uit architectonische of esthetische overwegingen voorgestane dakelementen, waaronder kroonlijsten e.d. tot een maximum hoogte van 1,5 m;
  • c. lid 2 sub 1, onder b ten behoeve van het verschuiven van de door hoogtegrenzen omkaderde vlakken met maximaal 0,5 m, met dien verstande dat de totale oppervlakte van alle door hoogtegrenzen omkaderde vlakken ongewijzigd dient te blijven.
20.5 Wijzigingsbevoegdheid - A

Het college van burgemeester en wethouders kan de regels binnen de bestemming Wonen - 3 wijzigen met in acht name van de volgende voorwaarden:

  • a. aanpassing van het aanwezige bouwvlak in één of meerdere bouwvlakken (ten hoogste drie afzonderlijke bouwvlakken welke met elkaar mogen worden verbonden) mits de (gezamenlijke) oppervlakte maximaal 6500 m² bedraagt en waarbij de grens van het bouwvlak, gezien vanaf de Wassenaarseweg achter de verlengde zij- en voorgevelrooilijnen van de hoofdbebouwing van de percelen Wassenaarseweg 64 en 66 is gelegen en voorts onder de volgende voorwaarden:
    • 1. het bebouwingspercentage bedraagt maximaal 60%;
    • 2. indien sprake is van één bouwvlak bedraagt de maximale hoogte voor gebouwen 35 meter;
    • 3. indien sprake is van twee of drie bouwvlakken bedraagt de hoogte voor gebouwen in het bouwvlak gelegen langs de Wassenaarseweg ten hoogste 30 meter en voor de overige bouwvlakken maximaal 35 meter, met uitzondering van verbindende gebouwen, hiervoor geldt een maximale hoogte van 5 meter;
    • 4. de bruto vloer oppervlakte bedraagt exclusief parkeervoorzieningen maximaal 27.000 m²;
    • 5. er is uitsluitend een (half)verdiepte en / of ondergrondse parkeervoorziening toegestaan, bestaande uit maximaal twee bouwlagen mits de bovenste parkeerlaag maximaal 1.10 m boven maaiveld is gelegen en waarbij de bouw- en gebruiksnormen voor parkeren zoals genoemd in artikel 25 en artikel 26 in acht worden genomen;
    • 6. vrijstaande bijgebouwen zijn niet toegestaan;
    • 7. een (ondergrondse) parkeervoorziening is gedeeltelijk buiten het bouwvlak toegestaan mits deze binnen het bestemmingsvlak geheel onder het maaiveld is gelegen;
    • 8. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de zich daar bevindende flora en fauna en aan het woon- leefmilieu van de omwonenden.
20.6 Wijzigingsbevoegdheid - B

Het college van burgemeester en wethouders kan ten hoogste 20% van het oorspronkelijke bestemmingsvlak Wonen - 3 wijzigen in de bestemming Bos en / of de bestemming Water met de bijbehorende regels van de bestemmingen die dan gelden.